D E T O E L A T I N G
kerst 1997
Muziek: Gemmy Vijlbrief
(met dank aan Eugène voor 2 liedjes)
Tekst: Marinus vd Werf
1.0
[Hoge muur met grote deur. Achter de Muur roezemoezen de stemmen. Voor de
Muur is het donker, nacht. Achter de Muur brand licht. Er komt muziek vandaan. SILENT NIGHT van Simon and garfunkel. Boven op de Muur staat JULIA. Ze kamt haar haar. Beneden staat de
VOETBALLER een balletje te trappen. ZAF staat bij de deur, bij haar staat
WALLE.]
WALLE
[Zingt] We are the world
1.1
[JENNY staat met microfoon voor de CAMERA]
JENNY
[Tegen WALLE] Schei daar mee uit. [In de CAMERA]
Het is 1997. Dit zijn de donkere dagen voor kerst... Mensen zoeken hun plek,
als zij die nog niet hebben gevonden. Mensen zijn onderweg - als ze nog niet
zijn gearriveerd. Mijn zoektocht, het doel van deze reportage, is de vraag:
waarom verlaten mensen wat ze hebben, en waarom willen ze behoren tot wat ze
zelf niet zijn. Waar liggen de grenzen tussen mensen en mensen, en wat zijn de
kansen. [Tegen Cameraman] Stop maar.
Dit is niet leuk [Wrijft handen] Koud.
ZAF
Mevrouw wilt u een Impuls kopen...
JENNY
Nee, dank je, ik heb wel wat anders aan
mijn hoofd.
ZAF
Twee gulden vijftig, een vijftig voor
de krant, een gulden voor de dakloze
JENNY
Niet nu.... [Tegen Zaf] Sorry. Ik zit
met een levensgroot probleem... Niemand zit te wachten op weer zo'n
thuislozenverhaal: zwervers, vluchtelingen... Mijn probleem is: hoe maak je van
iets zieligs, toch nog iets amusants. Ik bedoel: het wordt kerstmis, mensen
willen iets dat op een prettige manier zielig is zodat het toch weer leuk is...
Koud [Kijkt omhoog] Volgens mij gaat
het nog lang niet sneeuwen
1.2.a
ZAF
[Zoekt mensen in publiek] Wilt u een
Impuls kopen? Weet u wat mijn probleem is? Ze zeggen dat daar zelfs de straten
warmer zijn dan de straten hier. De nacht minder zwart, de kou minder koud.
Maar ik zit met die deur, de deur naar daar, daar moet je door. Soms gaat ie
open. Soms heb je mazzel. Meestal word je zo weer op straat gezet. Er zijn
sleutels. Er schijnen sleutels te bestaan. Of pasjes. Er zijn mensen die lopen
in en uit. Wilt u een impuls kopen, mevrouw? Lopen ze hier dan hebben ze haast.
Meestal lopen ze niet. Ze rijden. Dan kan je roepen wat je wilt, ze horen je
toch niet. Maar daarbinnen zitten ze op banken, schijnt het, of bij elkaar op
schoot. Begrijp me goed: mijn probleem is niet arm of rijk, daar zit ik niet
mee, je hebt wat je hebt, en wat je niet hebt kun je niet verliezen ook. Je zou
ze moeten zien, hoe ze met de hand op hun tassen de deur uit stappen. Bij
iedere ongeschoren kop gaan ze een straatje om. Haastige bange mensen. Tot ze
thuis zijn. Daar hebben ze deuren. Overal deuren. En schuttingen. En camera's.
Alles netjes opgeborgen. Iedereen heeft z'n plekje. Dat is mijn probleem:
Iemand om bij te horen. Wilt u een Impuls kopen? Dit is mijn plekje, blijkt.
Heb ik niet zelf gekozen. Zoiets gebeurt gewoon. Op een dag ga je met ruzie de
deur uit, en dan kom je nooit meer terug.
[Ondertussen zijn JENNY en de CAMERA naar binnen gegaan. CAMERAMAN filmt de
mensen die knus bij elkaar hokken. Ze tuttelen, knuffelen, vermaken zich...]
JULIA
Op een dag ga je met ruzie de deur uit,
en dan kom je nooit meer terug.
1.2.b
[MUZIEK. WALLE staat alleen buiten in de kou. Binnen filmt de cameraman
MARLON, LINDSAY en EVA, die knus bijeen zitten...]
MARLON
Het is niet goed dat een mens alleen is
LINDSAY
Men kan beter met zijn tweeën zijn dan
alleen, want twee weten meer dan één.
WALLE
[Buiten, tegen ZAF die verderop met haar rug naar WALLE gekeerd staat] Zaf... ben je boos.
MARLON
Ik zag iets wat zinloos was: Iemand was
helemaal alleen, hij deelde zijn leven met niemand. Toch hield hij niet op te
zwoegen en te tobben, nooit tevreden met wat hij had. Maar voor wie tobt hij
zich af en gunt hij zichzelf geen plezier.'
LINDSAY
En als de één valt, kan de ander hem
helpen opstaan. Maar het is vreselijk als je alleen bent en valt; dan is er
niemand om je overeind te helpen.
EVA
En als je met z'n tweeën slaapt, heb je
het warm; maar hoe krijgt iemand alleen het warm?
WALLE
[Buiten] Ben je boos Zaf
LINDSAY
Ik had een zus. Wij waren tweeling.
WALLE
[Buiten] Zal ik je schoenen poetsen, Zaf. Zal ik je sokken stoppen?
LINDSAY
Twee identieke babies, in alles
hetzelfde: uiterlijk, innerlijk, zelfs mijn moeder hield ons niet uit elkaar.
Tot mijn zus bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Ik overleefde... Er zijn
dagen dan voel ik me niemand.
MARLON
Iemand alleen kan overweldigd worden,
maar met zijn tweeën gebeurt dat niet zo gauw. Een gevlochten touw breekt niet
zo makkelijk.
EVA
Mijn geboorte was een lang verwacht
feestelijk moment. Een bijna pijnloze, gestroomlijnde bevalling, vertelde mijn
vader. Alleen ik viel tegen. Ik ben nooit de jongen geworden, die ze
hadden gepland.
WALLE
[Buiten] Zaf?
MARLON
Ik ben geadopteerd toen ik vier maanden
oud was. Niemand kan zich een betere vader of moeder wensen. Maar soms verbeeld
ik me, dat ik een broertje of zusje heb. Ver weg ergens. Soms meen ik hem of
haar te zien in het journaal. Ze lijden aan omstandigheden waar ik van ben
gered. Kwestie van grenzen. Stippellijnen op een kaart. Als ze vragen: Hoe gaat
het met je, zeg ik: Toevallig gaat het goed met mij.
WALLE
Zaf
ZAF
[Draait zich om, opent haar armen] Okee. [WALLE
springt in haar armen. ZAF kijkt rond] Zielig he. Wilt u een Impuls kopen?
1.3.a
MOEDER
[Roept haar dochter vanachter de muur, komt dan boven] Julia!... Julia! Ze zijn dr allemaal.
Waar blijf je?
JULIA
Ik moet nog even m'n haren kammen, dan
kom ik.
MOEDER
Laat ik niet merken dat jij...
JULIA
Nee mam [Ze kamt haar haren]
MOEDER
Kom, wat sta je daar, ik wil niet dat
je kouvat
JULIA
Ja mam
MOEDER
Het is feest, iedereen is feestelijk,
en jij moet weer zo nodig je eigen dingen doen. Kijk niet zo chagarijnig. Je
kijkt alsof je weg wil. Wil je weg? Alsof je reden hebt om weg te willen. [Wijst op donkere ruimte buiten de muur] Wat wil je? Dat zeker. Nooit weten wat je te
wachten staat. Of is het die jongen. Hoe heet hij?
JULIA
Doe niet zo onnozel mam. Dat weet je
best, je hebt gisteren alles na zitten trekken. Romeo. Romeo. Alleen al die
naam doet je kiezen knarsen, is het niet.
MOEDER
De hoeveelste is hij? Die Romeo van
jou... Ze worden er trouwens niet beter op.
BURGERWACHT
[Passeert] Alles onder controle mevrouw.
MOEDER
Die jongen had daar gisteren niets te
zoeken. Die jongen komt op plaatsen waar hij niet thuishoort. Weet je met wie
ik hem zag?... Nee, dat wil je niet weten. Ik ken die blik in je ogen. Liefde
is blinder dan de blindste vink die in de boter ligt te sissen. Weet je wie z'n
vrienden zijn?
JULIA
Ja mam, dat weet ik.
MOEDER
Weet je wat die vriend van hem op z'n
geweten heeft
JULIA
Ja mam. Iedere morgen lees jij mij
dezelfde verhalen voor uit steeds weer een nieuwe krant... Niet al zijn
vrienden zijn zo.
[OOM LOUIS komt op de muur, blijft beetje op afstand staan.]
MOEDERJULIA
Ik heb het niet op die jongen. Als ik
je weer met hem zie, kom je de deur voorlopig niet meer uit. En nu ga je naar
beneden. En je gedraagt je. En je gaat niet lopen mokken. Vraag wat ze willen
drinken.
OOM LOUIS
Moeilijkheden?
MOEDERJULIA
Nog niet
OOM LOUIS
Zal ik ns met dr praten
MOEDERJULIA
Je wilt je kind beschermen. Maar je
kind weet zelf nog niet waartegen.
OOM LOUIS
Ik zal je beschermen. Ik zal jou
beschermen, en ik zal haar beschermen. Ik zal met haar praten.
[Van achter de muur klinkt muziek. MOEDER JULIA daalt af. VOETBALLER gaat
verder.]
1.3.b
OOM LOUIS
[Tegen VOETBALLER] Hee. Jij denkt dat je wat kunt met die bal, he?
VOETBALLER
Ja meneer
OOM LOUIS
Als jij in mijn elftal wil, en dat wil
je
VOETBALLER
Ja meneer
OOM LOUIS
Luister. In die elf shirtjes van mij,
wil ik het beste van het beste. Succes betekent poen, en poen betekent succes.
En jij wilt succes.
VOETBALLER
Ja meneer.
[Tijdens de tirade van OOM LOUIS verschijnt het KOOR achter op vferhoging]
OOM LOUIS
Dan zal je die elegante reet van jou
moeten leren wat zweten is. Wat ik zie is techniek. En met die techniek van jou
kan je typiste worden, maar geen voetballer. Ik wil dat je vier benen hebt en
een leven dat maar een doel kent. Vat je. Scoren. Als jij denkt dat je goed
genoeg bent om bij mij een basisplaats te scoren, vergeet het... Jij bent niks, jij bent helemaal niks, tot
ik besluit dat jij iemand bent. En als ik besluit dat jij iemand bent, okee,
dan krijg jij je wagen, dan krijg jij je wijven, voor mijn part scheur jij met
240 kilometer en 6 glazen whiskey de kruising over en schep je een complete
kleuterschool, als je maar scoort. Als ik in jou geloof, laat ik jou niet
vallen... Dus zorg dat ik in jou geloof. Trainen jochie, dag in dag uit, tot je
ballen ziet, ballen ruikt, ballen hebt.
VOETBALLER
[Staat beteutert met bal in zijn handen] Ja meneer.
1.4
T E R W I L L E
V A N D E W A A N
[Achter op verhoging zingt het KOOR:]
Komt allen tesamen, jubelend van
vreugde
komt nu o komt nu naar Bethlehem
[Mensen verschijnen op de muur]
Terwille van de waan Die de nietigheid
en het zinloze gaan
Van de dagen die ik slijt Probeert te
camoufleren
Terwille van de waan
Zal ik investeren met tijd en geld met
lijf en bloed
Maar ja, het moet maar als het moet Ik
kan het tij niet keren
Terwille van de waan, enz.
[Komt allen tesamen en Terwille van de Waan vermengen zich]
Zal ik konsumeren, Zo vaak zo veel, al
is het sneu,
voor laat ik zeggen het milieu toch zal
ik potverteren
Terwille van de waan, enz.
Zal ik mij conformeren Dat is de wet
van de praktijk
die wet is onverbiddelijk die kan ik
niet negeren
Terwille van de waan
[Mensen keren hun ruggen toe. Of dalen af]
VOETBALLER
[Schopt keihard bal tegen de muur, is kwaad]
1.5
ROMEO
Julia! [Hij roept, JULIA hoort hem niet] Julia! Ze hoort mij niet. Ze moet
weer mooi zijn op de een of andere sociale happening. [Laat klein kertboompje zien. LORRENS verschijnt] Ik heb iets voor
dr gekocht - nou ja, gekocht... Weer eens wat anders dan een bos bloemen.
Lorrens, ik heb je raad nodig... Ik ben waanzinnig gek op haar, weet je. Maar
zij zit daar, ik sta hier, ik kom hier niet weg, en zij komt daar niet vandaan.
Julia!... Als dit liefde is, dan doet
liefde verrekte zeer.
LORRENS
Is het weer zover? Julia? Ik dacht dat
het Rosa was.
ROMEO
Rosa, Rosa van de Linden. O die.
Vergeet het maar. Rosa is een bakje frites, maar Julia is de totale maaltijd...
Van Rosa wordt je vet, van Julia wordt je fit. Voel mijn hart! Ik was op een
feest, een feest waar ik niet hoorde te zijn overigens, maar ik was er.
LORRENS
Waar jij niet hoort te zijn, daar kom
je.
ROMEO
Was het maar zo simpel. Daar zag ik
haar, Julia.
LORRENS
Vergeet het maar. Hou jij je maar bij
Rosa.
ROMEO
En plotseling was het raak. Toen ik
haar zag. En zij zag mij. Geloof jij daarin? We stonden zwijgend tegen over
elkaar, ik met volle handen, tenslotte was ik daar om te eten en te drinken,
want wat je niet hebt, dat moet je halen. Daar staat ze. En ze blijft staan,
zoals wij nu. [Brengt LORRENS in bedoelde
[positie] Maar ze antwoordt niet als ik wat vraag. Ik zeg: Moet ik de
woorden van je lippen plukken. Zij zegt: hoe wil je dat doen, met volle handen?
Ik zeg: Ik pluk ze van je lippen met de mijne. Zij zegt: Dan zwijgen we
beiden... En dat deden we, o wat hebben wij heerlijk gezwegen, alleen onze
tongen spraken. O mijn lieve Lorrens, kussen is een kunst die in stilte genoten
dient te worden. Ze zei: aan jou kussen kan ik merken dat jij niet van hier
bent, jij spreekt in vreemde tongen. Tot zij haar moeder zag. Ze duwde me weg.
Ze zei nog: morgen wil ik je weer zien. En vandaag is het morgen. Maar waar is
ze, Lorrens, waar is ze. Mijn lippen hebben heimwee naar de hare, ze hebben de
hele dag geoefend om de hare welkom te heten. En op een dag kussen wij die hele
muur aan flarden. Als de muren van Jericho, 7 x 70 maal kussen wij elkaar, en
dan vallen de muren in duigen. Liefde Lorrens, all you need is love.
LORRENS
[Haalt ROMEO onderuit] Romeo, luister. Dit is jouw wereld. Hier heb jij met vallen en opstaan
leren leven. Zij is van een andere planeet. Zij heeft. Zij krijgt. Zij hoeft
het maar te willen. En jij gaat keer op keer plat op je bek omdat je kijkt met
die rose zonnebril van je.
1.6
I K P I K
N I E T A L L E S
LORRENS
[Trekl ROMEO overeind. Spreekt]
Het is de wet van het bed waarin je
werd geboren
of van de kouwe grond waarop je ooit
'ns werd verwekt
die bepaalt of je wint of bij voorbaat
hebt verloren
maar in de strijd om het bestaan:
schijt heb ik er aan, ik bepaal mijn
eigen wet
BENEDENKOOR:
Het is de wet enz.
[Opzichtig dure DAME komt aangelopen, met een stevige stapel tassen en
pakjes, van links en rechts duiken ROMEO's metgezellen op, ze versperren de
dame de weg, ze graaien haar de pakjes uit handen, en houden ze zo dat zij dr
niet bij kan, ze zingen:]
Ik pik niet alles, Maar te lang te vaak
teveel
Moest ik het doen met niets
Ik pik niet alles, Maar van alles pik
ik iets
Van alles wat er is Neem ik alleen mijn
eigen deel
Dus neem het mij niet kwalijk Dat ik
van je steel
Zo krijgt de één al meteen wat de ander
nooit zal krijgen
je erft een stukje hemel of je sterft
in de Sahel
dus pluk wat je kunt en beschouw het
als je eigen
want geluk is asociaal de fuck met je
moraal
die bepaal ik zellef wel.
ROMEO
Lorrens! Laat dat... [De anderen kijken, aarzelen, beginnen dan
alles terug te stapelen en hangen, en druipen af. De DAME loopt door. ROMEO
komt voor haar staan] Liefde mevrouw, het is allemaal uit liefde. [De DAME loopt door, deur opent zich, sluit
weer]
1.7
[ENGEL verschijnt, lijkt in niets op een engel, maar bijzonder is ze wel.
Ze spreekt de GRENSWACHTER aan, die zojuist de nieuwe grenspaal plaatst.]
ENGEL
Goedemiddag. Ik verkondig u grote
blijdschap. Binnenkort zal hier een kind geboren worden, en of u daar rekening
mee wilt houden. Maak een extra bed op. Zet een extra stoel klaar. Kijk wat
levenslustiger in het rond. Want belangrijker dan de geboorte, is wat er
gebeurt met zo'n kind wanneer het groot wordt.
GRENSWACHTER
Dat was het?
ENGEL
Nee, dat is wat gaat komen. Dag meneer.
GRENSWACHTER
Jij moet wat minder blowen.
Tegenwoordig lopen ze vrij los, vroeger zaten ze in een gesticht.
ZAF
[Spreekt ENGEL aan] Bij mijn geboorte kreeg ik de ogen van mijn moeder, de handen van mijn
vader, het tekentalent van mijn opa, enzovoort. Nu, jaren later, besef ik dat
ik schijnbaar niets van mijzelf heb. Het maakt mij depressief. Die depressies
heb je van oma, zeggen ze...
ENGEL
Iedereen heeft alles gekregen, niemand
heeft ook maar iets van zichzelf. Maar alles wat jij hebt gekregen, is helemaal
van jou... [Loopt weg, draait zich om]
Ik begrijp het zelf ook nog niet helemaal.
1.8
JULIA
[TROMMELSLAGEN. Ze loopt driftig op de muur heen en weer. Op de muur] Als liefde helen is, dan kan dit geen
liefde zijn. Mijn hart gaat als een gek tekeer. Het raast, het scheurt. O
Romeo, als jij van mij houdt zoals ik las in jouw ogen, waar ben je dan. Jij
bent daar, ik ben hier. Ik wil bij je zijn, maar niet daar, en niet hier.
Liefde heeft geen naam. Liefde zoekt z'n eigen land. Geen andere plek dan een
plek voor twee. Geen paspoort is er nodig om te weten wie wie is. Met m'n ogen
dicht zal ik weten: Jij bent jij. O Romeo: Ik gooi mij van de muur, en als jij
me niet vangt, val ik net zo lief te pletter.
OOM LOUIS
[Is er bij komen staan] Ik zal je wel vangen.
JULIA
Wie heeft ze bedacht? De Landen. De
grenzen. De muren...
OOM LOUIS
Daar kom je nog wel achter. Jij hoort
bij ons. [Legt zijn handen rond haar
middel] Jij hoort bij mij.
JULIA
Handen thuis.
OOM LOUIS
[Kijkt uit over de vlakte] O ze kunnen zo lief zijn, die knullen van buiten, en zo
mooi, en zo verrassend romantisch. Zo allemachtig anders dan alles wat je
gewend bent. Goed voor een flinke bevlieging. Dat soort types. Zitten goeie
voetballers bij. Prima jongens op zich. Niks op tegen. Maar ze lijden aan
structurele chaos. Je kunt er niet van op aan. O ze kunnen zo lief zijn, je
gaat geheid voor de bijl, ze zijn alles wat je wenst... De eerste dagen, de
eerste nachten... Maar... ze zijn niet stabiel, je kunt er niet op bouwen, ze
zijn niet zoals jij... Julia, ik ben zoals jij.
JULIA
Ongelofelijk... eerst wil je m'n moeder
versieren, en nu mij. [Af]
OOM LOUIS
Alles wil ik hebben, maar niet alles
kan ik krijgen.
[Donker]
2.3
[SAM komt op. Meisje met rood kapje
en mandje. MUZIEK. Ze kijkt van afstand naar de muur.]
STEM
Dag meisje, waar ga je naar toe
SAM
Ik ga naar grootmoeder, kerstkransjes
brengen
STEM
En waar woont grootmoeder dan
SAM
Daar meneer.
STEM
Is het niet heel erg laat voor zo'n
jong meisje als jij
SAM
Ja meneer, maar ik moest eerst nog
huiswerk maken, en toen had de trein vertraging want er lagen blaadjes op de
rails, en mijn moeder zei: ik wil wel dat je de bus neemt, maar de bus was net
weg dus ben ik maar gaan lopen...
KOOR
Zeg Roodkapje waar ga je heen
SAM
'K Ga naar grootmoeder koekjes brengen
KOOR
In het bos zijn de wilde dieren..
[Uit het donker komen haar OVERVALLERS tevoorschijn, kwakken haar tegen de
grond, schoppen haar.]
KOOR
Pas maar op daar komt de wolf aan
[SAM
blijft een tijdje liggen, dan staat ze op, strompelt naar de DEUR, roept
'Help'. Er verschijnen mensen op de muur]
SAM
Help! Help
IEMAND
Weet u wel hoe laat het is.
IEMAND
Zie je dat. Dat is een meisje. Een
meisje om kwart over 11.
IEMAND
Dan vraag je dr ook om.
IEMAND
Ik hoorde laatst van iemand, dat ie was
doodgeschopt
IEMAND
Je bedoelt: over iemand
IEMAND
Huh
IEMAND
Je zei 'van iemand... Je zei laatst
hoorde ik ván iemand dat ie was doodgeschopt, dat kan kan dus niet, als iemand
dood is geschopt.
IEMAND
Moet er niet een camera naar toe of zo?
Is dit geen nieuws soms. O ja, als het maar ver weg is, Rwanda, Algerije, maar
gewoon voor de deur... Niet belangrijk genoeg...
IEMAND
Daar komen ze... [tegen SAM] Dr komt zo een
camera bij u.
[Camera komt. JENNY komt erbij]
JENNY
Weet u dat u al de zevende bent deze
maand... Hoe heet u?... Wat zegt U? [Via
CAMERA tegen kijkers] Dit is Sam.
Sam is het zevende slachtoffer van zinloos geweld. Sam is 17 jaar. Voor haar
stond de wereld op het punt ontdekt te worden, nieuwe plannen, nieuwe kansen.
Maar na vannacht is niets meer zeker. Zal ze van haar verwondingen genezen.
Maar meer nog: als ze geneest, hoe groot is dan de angst die blijft? Durft ze
ooit nog die grote wijde wereld in, met dat zelfde jeugdige zelfvertrouwen
waarmee ze deze dag begon?
IEMAND
[Van boven naar beneden] Hallo, hallo! Hee meisje. Ik zal wel even voor je bellen,
[Belt] Hallo, dr staat hier een
vrouwtje voor de deur, dat nogal te pakken is genomen, zo te zien, ja, zinloos
geweld, denk het wel, misschien dat u een ambulance, ja, ja,.. begrijp ik... ik
zal even kijken, [Tegen SAM] Kunt je een klein stukje achteruit?... [beschrijft in de telefoon wat ie ziet] Ja
ze bloedt, en haar arm hangt er wat slordig bij... nee, ze staat nog.. ja, ja, ze is zelf komen lopen... okee, ik
zal het haar zeggen... [Tot SAM] Hee meisje,.. tot m'n spijt... al onze
ambulances zitten al helemaal vol, capaciteit he, je kunt niet alles, maar voor
zover ik weet kun je geholpen worden... als je daar en dan daar links gaat dan
schijnt daar een EHBO post te zijn. Hier, hee hier, heb je een kwartje voor
onderweg, dan kunt je bellen, in geval dat [Gooit
kwartje] 06-11.
ALLEN
1-1-2
2.4
[Terwijl SAMARITAAN wegstrompelt.]
KOOR
H E L P
Ik wilde schreeuwen maar m'n stem Bleef
steken in mijn strot
Is er iemand begaan met mijn lot
Miljoenen psychopaten Gooien bommen en
granaten
En de hele pokkewereld gaat zo
langzaamaan kapot
REFREIN
Ik schreeuw help - help - help - Help -
Hèèèèèèèlp
Help jezelf klinkt de echo, klinkt de
echo klinkt de echo in mezelf
Ik wilde schreeuwen maar m'n schreeuw
werd in de kiem gesmoord
Is er iemand die mij heeft gehoord
Miljoenen idioten Helpen alles naar de
kloten
En de kabel kabbelt verder En de disco
dendert voort
REFREIN
Ik wilde schreeuwen maar ik schrok van
mijn eigen geluid
Misschien lacht iemand mij uit
Liever laat ik me kraken dan het
schaamrood op m'n kaken
Ik babbel bij de borrel en ik zit m'n
tijd wel uit
2.1
JENNY
Het is twee dagen voor kerst, mensen
staan in de rij, als wachten zij op de bus naar Beter. Waar komen ze vandaan?
Wat willen ze?
[Er staan mensen in rij voor de deur, er komen steeds meer mensen bij, zeer
uitleenlopende types. Iedereen draagt
op eigenw ijze zijn/haar bagage. Als iemand aankomt schreeuwen de anderen:
'Nummertje'. Vervolgens scheurt de nieuw aangekomene z'n nummertje van een
neergehangen toiletrol, sluit aan en wacht. Af en toe gaat in de verte de deur
open, iemand gaat naar binnen, deur sluit, rij schuift op. Op een gegeven
moment springt iemand van de muur, laat eerst spandoek zien: 'Ik wil hier weg!'
Helemaal achteraan staat het KIND.]
JENNY
[Gaat mensen met vragen te lijf] Mag ik u vragen: waar komt u vandaan? Wat wilt u?
GRENSWACHT
Het is 17.00. We gaan sluiten!
2.2
[Mensen druipen af. Alleen KIND blijft staan. Loopt naar voren. Klopt op de
deur. Het geluid klinkt onvoorstelbaar hard. Niemand doet open. KIND kijkt
rond.]
KIND
Zo was ik de laatste, en nu opeens ben
ik de eerste. Meneer... meneer
BURGERWACHT
Wat is er.
KIND
Meneer, ik moest u vragen namens mijn
moeder of ik misschien bij u geboren mag worden
BURGERWACHT
Uw moeder vraagt of u bij ons geboren
mag worden? Wie is uw moeder?
KIND
Dat weet ik nog niet meneer. Ik moet
nog geboren worden. Ik ken mijn moeder alleen nog van binnen. Wat mij betreft
ik heb het er goed. Ze schommelt zo heerlijk als ze loopt. En als ik haar
schop, u weet, ik trappel zo nu en dan met mijn voetjes, dan schopt ze niet
terug. O nee, ze mompelt woorden die ik niet kan verstaan, want mijn gehoor is
nog niet voldoende ontwikkeld, en van woorden weet ik nog niets. Maar ik denk
dat ze van mij houdt. Maar ik wordt zo langzamerhand te groot voor mijn moeder.
Het wordt tijd dat ik geboren wordt begrijpt u. En nu denkt mijn moeder dat ik
als ik eenmaal geboren ben bij u meer kans heb op een goed en menswaardig
leven. Ziet u, de plaats waar zij vandaan komt
BURGERWACHT
Mag ik vragen, hebt u een paspoort
KIND
Nee meneer. Mijn moeder zegt dat je
geen paspoort nodig hebt om geboren te worden. Alle kinderen op de wereld
worden zonder paspoort geboren. Eigenlijk maakt het niet uit waar je wordt
geboren, zolang je nog niet geboren bent. Maar daarna wordt het ingewikkeld.
Als ik dit allemaal zie, wauw, hoe doen jullie dat
BURGERWACHT
Als u geen paspoort heeft kan ik niets
voor u doen.
[Hij doet een grendel in de vorm van een grenspaal op de deur. Op de muren
zijn toeschouwers verschenen. Ze zingen het kind toe.]
E M B R Y O
Embryo embryo, er wordt een kind
geboren en dan zie je zo
de ene die krijgt yes en de ander no
Embryo embryo, omstandigheden erfelijk
of socio
die krijg je bij geboorte als vanzelf
cadeau
Embryo embryo, de een die is de ster in
de geboorteshow
de ander gaat te gronde aan een overdo-
sis
[Toeschouwers dringen om het kind heen.]
Embryo embryo, de ene die wordt
miljonair in Tokyo
de ander wordt asielzoeker in Almelo
Almelo almelo, De een die wordt geboren
in een lits-jumeau
de ander in een koude stal met enkel
stro
En niet iedereen die krijgt het zelfde
kerstcadeau
[ De GROEP gaat door de deur naar binnen. KIND staat alleen. De avond valt,
sterren komen.]
2.5
[ZANGERS af. ROMEO op, met ladder. Hij kijkt. Ziet licht in een venster]
ROMEO
Wat is dat voor licht, daar, dat raam.
Daar is het oosten. De zon komt op. Mijn Julia. Mijn Julia is de zon die opkomt
terwijl de nacht valt... Kom op zon,
kom op en dood die slappe kaaskop maan die nu al bleek ziet van jalouzie, dat
jij, mijn lieve Julia, mooier bent dan zij... Houdt ze van mij? Ik weet het
niet. Ik heb het haar nog niet horen zeggen. Alleen haar ogen spreken, als ik
haar zie en zij ziet mij. Ik zweer het je: Als Julia's ogen als sterren hoog
aan de hemel zouden staan, en in haar gezicht stonden twee sterren, dan zou de
hemel stralender zijn, maar haar gezicht zou verbleken als lamplicht in de
zon... [Beschrijft wat op de muur achter
zijn rug gebeurt] Ik zie haar voor
me: Ze haalt haar handen door haar haar, ze laat haar hoofd op haar handen
rusten. O, was ik maar de handschoen aan haar heerlijke vingers.
JULIA
Wee mij.
ROMEO
Julia. Daar is ze. [Klimt naar boven] Julia?
JULIA
Romeo... [Keert zich af] Nee, ik wil
niet dat je Romeo bent.
ROMEO
Ook goed. Dan ben ik Jansen.
JULIA
Spot er niet mee. Die naam van jou
zorgt voor moeilijkheden. Die naam zegt waar je vandaan komt. Ik wil dat je
nergens vandaan komt. Ik wil dat je hier bent.
ROMEO
Overal waar jij bent is hier. En overal
waar jij niet bent is de hel. Dus daarom ben ik hier.
JULIA
Niet jij, maar jouw naam is mijn
vijand. Dat wat op je paspoort staat, bepaalt wie je bent, en wat je zijn mag.
ROMEO
Dan mieter ik mijn paspoort toch weg.
JULIA
... je moet me begrijpen. Wees een
andere naam.
ROMEO
Wat is er in een naam, dat zo bijzonder
is. Als je zo'n ding dat roos wordt genoemd, met een andere naam zou noemen,
zou het dan minder lieflijk geuren. En Romeo zou, ook als hij niet Romeo zou
heten, dezelfde lieve lievelijkheid bewaren, alleen dan als Romeo zonder naam,
neem mij zoals ik ben, dan neem ik jou zoals ik ben.
JULIA
Zachtjes. Als ze je zien gaan ze
moeilijk doen. Ik krijg ruzie, jij krijgt de politie
ROMEO
Laat ze maar
JULIA
Je kent ze niet
ROMEO
Veel liever sterf ik door hun haat, dan
dat ik krepeer omdat ik jou moet missen.
MOEDERJULIA
[Roept van ver] Julia!
JULIA
Ga nu. Mk moet gaan. Morgen, morgen zie
ik je weer. Zelfde plek, zelfde tijd.
ROMEO
Als ik niet hier mag zijn, en daar wil
ik niet naar terug, naar waar dan wel. Er moet een plek zijn die niet hier en
niet daar is. Een plek die daarboven staat.
SAMEN
Die plek heet liefde. Daar gaan we naar
toe. Als wij laten zien dat het kan, kan het, en als het kan, kan het overal.
JULIA
Tot morgen [Af]
ROMEO
Wat zeg je zulke dingen makkelijk,
alsof de tekst voor je geschreven is, alsof je zelf niet meer weet wat je
zegt.. Woorden, o heerlijke stortvloed van woorden. Bye bye. Tot morgen.
2.6
BRAM
Hee meneer met die pet op... Ik weet
niet hoe hij heet. Die man staat altijd bij de grens. Dan vraagt ie: hoe heet
je? Waar kom je vandaan. Waarom ben je hier? Mag ik je paspoort. Maar hoe heet hij? Hoe komt hij aan zijn geld? Issie goed voor z'n kinderen? Wat doet hij daar?
Dat soort dingen, dat weet je niet
GRENSWACHTER
Wat isser jochie?
BRAM
ik wil hier m'n tentje opzetten. Mag
dat.
GRENSWACHTER
Jij wilt je tentje opzetten - en dan
maar hopen wat wij je daarbinnen op een dag vanzellef toelaten, he, omdat je
zielig bent. Omdat de eerste sneeuw valt..
BRAM
Ik hoef niet naar binnen. Ik ben al
binnen geweest. Ik kom er net vandaan...
GRENSWACHTER
Jij bent... over mijn grens...?
BRAM
Ik heb een paspoort
GRENSWACHTER
Als je naar binnen kunt, wat doe je dan
hier?
BRAM
Daarbinnen moet je betalen voor een
hotel. Veel te duur. Ik wilde m'n tentje opzetten. Mocht niet. Veel te
rommelig. Waar ik m'n tentje wilde zetten, daar moesten de honden poepen, en de
auto's staan. Ik blijf vannacht wel buiten.
GRENSWACHTER
Je doet maar.
[BRAM pakt zijn rugzak, begint uit te pakken. DONKER}
3.1
[GEORGINA staat voor de deur, CARRIE komt op, met bloemen, ze heeft haast,
ze duwt GEORGINA aan de kant, klopt op de deur. MUZIEk begint te spelen: 'Het
Spijt me'. Deur gaat open, CARRIE reikt bloemen aan. Deur klapt dicht. Als
CARRIE de bloemen terug trekt heeft ze alleen nog stelen. JENNY loopt op haar
af, duwt haar de microfoon ander de neus, CAMERA volgt]
CARRIE
[Hysterisch huilend] Ik heb iets fout gedaan, maar ik weet niet wat, had ik maar iets fout
gedaan waarvan ik wist dat ik het fout had gedaan, ik had het zo graag goed
willen maken, maar wat moet ik dan goed maken, als ik niet weet wat ik goed
moet maken. Het spijt me zo, het spijt me zo dat ik niet weet wat ik fout heb
gedaan, maar hoe kan ik nu weten wat ik fout heb gedaan als niemand mij wat
zegt. Is het niet genoeg dat ik spijt heb? Ik zei toch sorry. Ik zei toch
sorry... [GEORGINA biedt haar een
zakdoekje aan, CARRIE weigert] Ik
hoef geen zakdoekje van jou, laat me
3.2
[CAMERA zoemt in op huilende CARRIE, samen druipen ze af]
JENNY
[Tegen GEORGINA] Jij komt waar vandaan? Wat heb je voor reden, om hier te staan. Weet je
dat niemand op jou zit te wachten. Ben je alleen?
Z I E L I
G L I E D J E
GEORGINA [In Microfoon van Jenny]
Ik vraag je een plekje om te wonen
een stoel, een tafel en een bed
een simpel maal van brood en bruine
bonen
en een kasje waar mijn wekker kan
worden neergezet
Ik wil van harte werken voor de kost
maar niet meer in het donker, de hele
dag gebukt
tapijten knopen, knuffelbeesten naaien
voor weer zo'n hier goedkoop gekocht
produkt.
[Ze pakt microfoon, richt zich tegen zaal. CHANTAL verschijnt, de CAMERA
pikt het op. Mensen stromen toe: op de muur, voor de muur]
GEORGINA & CHANTAL
Ik vraag je een plek om wat te leren
een vak, een vorm van onderwijs
misschien dat zo mijn toekomstkansen
keren
al verwacht ik uiteraard ook hier geen
paradijs.
Maar beter zo dan altijd op de vlucht
met niets meer van mijzelf dan wat ik
bij mij draag
mijn huis en vrienden moest ik achter
laten
door terreur en onverdraagzaamheid
verjaagd
ALLEN
REFREIN
Ik vraag het je wat zielig maar hopelijk indringend
ik doe het ditmaal zingend vanwege het effect
de taal van het journaal de feiten en de beelden
die wordt door de verveelde kijker weggezapt
[Deur klapt open. MARGRIET verschijnt, ze schrijft met GEORGINA naar voren,
ze richten zich tot de zaal]
Ik vraag je vooral om te begrijpen
dat ik slechts weinig nog begrijp
van hoe er hier dag in dag uit geleefd
wordt
zo achteloos vanzelf in zoveel dingen
rijk
GEORGINA,. MARGRIET, CHANTAL
ik ben getekend door wat is gebeurd
en hier moet ik mij weren tegen het
vooroordeel
ik zoek m'n plek maar voel mij tussen
velen
zo ver van huis en keer op keer te veel
REFREIN
Ik vraag het je wat zielig maar hopelijk indringend
ik doe het ditmaal zingend vanwege het effect
de taal van het journaal de feiten en de beelden
die wordt door de verveelde kijker weggezapt
maar zing ik zo dan zie je mij bij Ivo Niehe
in weer zo'n sterrenshow voor weer Het Goede Doel
en misschien met mijn cdeetje verdien ik nog een beetje
aan jullie kippevel en Goed Gevoel
ALLEN
We are the
world, we are the children etc.
[Dan zien ze dat de deuren achter hen dicht gaan, ze lopen op de deur af,
maar kunnen er niet in. Aan de voet van de Muur gaan ze zitten, dicht tegen
elkaar, ze bedekken zich met jassen, etc. Alleen ANNEMIEK is blijven staan]
3.3
B O K K E
N E N S C H A P E N
ANNEMIEK
Jij lachte met hen, als vanzelf, en je
zag niet
dat er voor mij niets te lachen meer
was
je keek door me heen, of ik lucht was,
je vond me
het grootste stuk onbenul van de klas
Ik stond voor de deur, en je deed me
niet open
verkleumd in de kou. Je gaf mij geen
jas
Ik lag in de goot toen jij langs kwam
lopen
met hardop gedacht dat ik 'lazerus'
was.
en als je me weerziet, kijk je verrast
en je zegt: God ik wist niet dat jij
het was.
ALLEN
REFREIN:
De bokken gescheiden van de schapen
hard zijn hun hoorns, hun torens ivoor
oostindisch blind gaan zij voorbij aan
wat in hun straatje niet thuishoort. En zo
scheiden de bokken zich van de schapen
hard zijn hun hoorns, enzovoort
Jij zocht in mij vergeefs naar je voordeel
ik was onbruikbaar en jij schreef mij
af
ik vroeg je om antwoord, en jij gaf je
oordeel
helder en hard als een hamerslag
ik schreeuwde en schold opstandig om
aandacht
jij zei geërgerd hoe lastig ik was
Ik zat in de bak, en ik wou dat je daar
was
er kon geen begrip en bezoekje van af
en als je me weerziet, kijk je verrast
en je zegt: God ik wist niet dat jij
het was.
Je werd ietwat week toen jij op tv zag
hoe ik at van jou afval, en sliep
zonder dak
je schreef een giro, en zelfverzekerd
kwam je daarmee weer goedkoop van me af
Ik vluchtte naar vrijheid en jij
zuchtte cynisch
dat ik te veel en de zoveelste was
ik zag geen uitweg, jij deed of je
blind was
en sloot onnadenkend je grenzen af
En als je me weerziet, kijk je verrast
En je zegt: God ik wist niet dat jij
het was
[GEEN REFRIEN!]
3.4
[De ezel met MARIA komt op.]
ANNEMIEK
Gezegend ben jij onder de vrouwen.
Gezegend is de vrucht van je schoot.
[MARIA rijdt langzaam richting deur, JENNY loopt op haar af, met haar mee,
links en rechts verzamelt zich volk]
JENNY
Maria, ongetrouwd al zwanger, van een
kind, dat zie je zo
De vader woont in Nazareth. Een
timmerman ofzo
VOLK
Kyrie Eleison (3x) Je krijgt er niets
kado
JENNY
De keizer woont verweg in Rome. Als een
God, Hij wil zijn macht
Geteld zien, ieder op de plek van zijn
voorgeslacht
VOLK
Kyrie Eleison (3x) Er wordt voor je
gedacht
JENNY
Met een ezel 's morgensvroeg gaan zij
op reis uit Nazareth
Gedwongen gaan ze voort over een
stoffig wegennet
VOLK
Kyrie Eleison (3x) Er wordt op je gelet
[MARIA komt van de ezel, klopt op de deur, wacht.]
JENNY
Bethlehem zit stampvol mensen. Elke
slaper heeft z'n bed
Er is geen plek te vinden voor die twee
uit Nazareth
VOLK
Kyrie Eleison (3x) Wie weet er nog een
plek?
JENNY
"Wat moet je met zo'n grote meid
die duidelijk zichtbaar zwanger is"
Men wijst het stel een kale grot vol
stank en duisternis
VOLK
Kyrie Eleisson (3x) Wie zegt dat God er
is?
[De deuren blijven dicht, boven op de muur verschijnen mensen, mmet hun
ruggen naar de zaal.]
JENNY
En u bent
MARIA
Doet dat er toe
JENNY
Ja.
MARIA:
Ik ga niet, zei ik. En daar sta ik. Ver
van huis, met een pijnlijke rug en zadelpijn van m'n ezel. Je hebt het niet
voor het zeggen. Ik had kunnen blijven, maar dan? Dan was ik m'n leven niet
zeker, net zo min als hier. Al hebben ze hier voldoende om dr een veilige boel
van te maken. Maar ja, wie maakt de dienst uit. Bijna negen maanden ben ik
zwanger... Negen maanden loop ik met de vraag: Waar moet een kind geboren
worden. Zeg het me, waar moet een kind geboren worden? In alle rust, met alle
kansen waar iemand recht op heeft. Moeilijk he. [Steeds meer mensen verschijnen op de muur. BRAM komt uit zijn tentje] Jullie hebben ziekenwagens, zeggen ze,
ambulances. Als er een kat wordt overreden, komt er een ambulance...
Wat moet ik in hemelsnaam met een
kind?... Het schijnt dat ik ooit enthousiast heb geroepen: 'Met hart en ziel
prijs ik de Heer. Hij heeft zich het lot aangetrokken van mij, zijn minste
dienares.' Ik, op een krakkemikkige ezel. 'Hij heeft de hoogmoedigen in
verwarring gebracht, hun plannen ontkracht, de machtigen heeft hij van een
voetstuk gestoten, maar de geringen heeft hij verheven.' Daar ben ik, na een
eindeloze weg, zonder zekerheden. Nergens plek... Jullie daar, je staat daar zo
hoog en zelfverzekerd. Ik zou de deuren open willen trappen, om dr in te
kunnen. Zoals mijn kind schopt in mijn schoot om dr uit te mogen... Wat
overkomt me... Het zullen de weeën zijn van iets nieuws... Als mijn kind
geboren is, en opgroeit, dan zullen jullie beseffen wat je mist door ons de
deur te wijzen.
BRAM
Mevrouw, kan ik u een plek aanbieden in
mijn tentje?
MARIA
...Je bent een engel
[BRAM tovert zijn tentje tevoorschijn. MARIA gaat bij BRAM binnen in de
tent, het wordt donker, alleen op/in het tentje straalt licht, helder licht. In
de verte licht een ster op]
3.5
[ROMEO verschijnt, OOM LOUIS schiet hem aan]
OOM LOUIS
Jij had een afspraak met Julia... Ik
moest van haar zeggen, dat ze niet komt. [Overhandigt
een briefje]
ROMEO
Waarom niet
OOM LOUIS
Dat was een moeilijke beslissing. Echt
ze hield van je. Maar dit was het beste, besefte ze. Je kunt wel net doen of
jullie samen boven de grenzen staan, maar grenzen blijven grenzen. Jij hebt
jouw wereld, en zij de hare. Nu ben je nog verliefd, en liefde maakt blind,
maar straks ga je zien. En haar ga je haten, en jezelf ga je haten. Je zult
allebei ongelukkig worden als je gaat mixen wat niet te mixen is
ROMEO
Julia!
OOM LOUIS
Een kopje thee is lekker
ROMEO
Julia!
OOM LOUIS
En een kopje koffie is lekker. Maar als
je dat door elkaar gaat gooien.
ROMEO
Doe mij maar een pilsje...
OOM LOUIS
[Reikt hem een flesje aan] Alsjeblieft. Ga, en troost jezelf. Ze wil je niet horen,
ze is zo ver mogelijk hier vandaan gegaan. Met haar verdriet. Met haar tranen.
Maar ja...
ROMEO
[Gaat woedend af]
[JULIA komt hijgend op]
JULIA
Romeo?
OOM LOUIS
[Overhandigt een briefje] Alsjeblieft... Hij houdt van je, echt, maar dit wordt
niks zei hij. Voor je 't weet moet hij zich als een fatsoenlijk mens gedragen
en friet eten met een vorkje. Dat soort dingen. Ik zal dr alleen maar
ongelukkig maken met mijn gedrag, zei hij.
JULIA
Ik ga hem zoeken
OOM LOUIS
Moet je vooral doen, met al die
griezels daar. Weet jij de weg. Herinner jij je dat meisje van laatst. Meisjes
met grote plannen, krijgen diepe wonden. Weet jij hoe jij je redden moet als pa
en ma geen kapitaaltje achter de hand hebben. Ooit honger geleden, de weg kwijt
geraakt, op een plek liggen doodbloeden en dan geen ziekenwagen, een baan
moeten zoeken, en dan geen diploma hebben, het slachthuis schoondweilen,
stinkende varkens aan repen snijden... dat soort ongein waar jij de vingers
niet voor hebt
JULIA
[Rent weg.] Romeo!
OOM LOUIS
Kinderen houden van drama. Nou dat
kunnen ze krijgen... Gaat wel weer over [Luistert
aan tentje] Daar ligt 'r een te bevallen... [Schudt z'n hoofd] Wat een wereld!
3.6
[Spelers komen tevoorschijn]
DE LEGE STOEL
Wanneer we drinken Wanneer we eten.
Wees welkom
We zijn je bestaan niet vergeten
Kom bij ons aan tafel. Schuif aan
De stoel voor jou stond altijd al klaar
Drink met ons. Eet met ons.
Wanneer we slapen Wanneer we dromen.
Geneer je
Dan niet om hier binnen te komen
Zonodig dan wek je ons maar
De stoel voor jou stond altijd al klaar
Slaap met ons. Droom met ons.
Wanneer wij huilen Wanneer wij treuren.
Wees welkom
En laat met jouw komst gebeuren
Dat wij tot troost zijn van elkaar
De stoel voor jou stond altijd al klaar
Huil met ons. Treur met ons.
Wanneer wij dansen Wanneer wij feesten.
Wees welkom
De minste is hier de meeste
Als vrienden onder elkaar
Dans met ons. Feest met ons.
Blijf bij ons Voor je verder zult gaan
God met ons, God zij met ons In
Jezusnaam
MOEDER
[Schiet OOM LOUIS aan.] Louis... waar is Julia?
OOM LOUIS
Ik heb met haar gesproken. Ik heb haar
de onmogelijkheid van haar liefde laten zien. Ze zal op haar kamer zijn. Ze zal
wat traantjes laten bij een muziekje van de Backstreetboys. Dat kan geen kwaad
bij een meisje van die leeftijd.
MOEDER
Klets niet. Wat heb je haar verteld
Louis. Ze was op haar kamer. Ze heeft de hele boel overhoop gehaald. Ze heeft
spullen bij elkaar gezocht en is vertrokken. Waar is ze heen.
OOM LOUIS
Ze komt wel terug.
MOEDER
Oja? Wanneer. Waar slaapt ze vannacht.
Waar eet ze. Het laatste geld van haar bankrekening heeft ze verspild aan een
kaartje voor de Spice-Girls. Het is nog een kind Louis... [Roept] Julia! [Tegen
publiek] Is dr ergens een plek waar ze slapen.
LORRENS
[Komt op] Onder de brug. Ergens in een politiecel... Ziekenhuisbed... Als je Julia zoekt moet je Romeo
zoeken... af en toe slaan de hormonen van die jongen op tilt. Gaat wel weer
over. Maar wat zag die jongen in die dochter van jou... Alleen zal ie zich wel
redden. Maar met die tut van jou op sleeptouw... Ik zal hem missen, weet je.
VERTELLER
Romeo & Julia. Ze vinden elkaar, ze
gaan met elkaar, maar waarheen? Is er een plek waar ze beiden vreemden zijn, en
tegelijk een plek waar ze beiden gastvrij worden onthaald? Waar gaan ze naar
toe? Dat ziet u de komende Paasviering.
Wordt vervolgd.... ,
D E
L E G E S T O E L
Wanneer we drinken Wanneer we eten.
Wees welkom
We zijn je bestaan niet vergeten
Kom bij ons aan tafel. Schuif aan
De stoel voor jou stond altijd al klaar
Drink met ons. Eet met ons.
MET DANK AAN
Sanne beuger * Marlo Gilhaus * Tjalle
Lemmens * Susan Scheperboer * Teun Verkerk * Chantal van Brummelen * Maartje de
Vries * Margriet de Hoop * Jasmijn Petri * Frederique van Donselaar * Esther de
Wit * Esther Kuiken * Laura Pijls * Annemarie Oudkerk * Christien Vos * David
Kuperus * Walter Heijnis * Linda Jansen * Ruth Siegers * Hanna Elbers * Monique
Hermsen * Evelien Jansen * Letty Mons * Mark Werner * Poortje Kentin * Arjen
van Doorn * Samantha Janssn * Linda Palstring * Elsa Jansen * Marieke Houweling
* Eline Brouwer * Marloes Tobé * Faye Zweers * Ruth van Balen * Machiel Akkerman
* Aart van Riemsdijk * Jurre Kolhorn * Lisette besselink * Wan Tsui Chim *
Maryanne Vlaardingebroek * Annewil Kruijt * Dominiek Noordman * Jordi Halfman *
Jur Erbrink * Hanna de Kam * Jaap Aardema * Willem Hofs * Marieke vd Schaaf *
Jasper vd Schaaf * Froukje vd Molen * Baukje Jacobs * Georgina Kwee * Bart vd
Weerd * Liselotte Scheepe * Helen Gaasbeek * Janneke Hokke * Joris Beuger *
Margriet vd Werf * Anneke van Laar * Eljo in t Hout * Jaap Breur * Lianne Evers
* Remco Kosters * Annemiek Jansen * Gert Vreken * Pedro Leenderts * Wim
Gerritsen * Carla Boonstra * Lia Lievaart * Maaike Batelaan * Gemmy Vijlbrief *
Peter Michielsen * Willem Vis van Heemst * Marinus vd Werf
Muziek: Gemmy Vijlbrief
(met dank aan Eugène voor 2 liedjes)
Tekst: Marinus vd Werf