D E
O N D E R D O O R -
G A N G
Paasviering van het
Tekst: Marinus van der Werf
Muziek: W, Gluck ('Orpheus')
0. OUVERTURE
[Voor het gesloten gordijn zingt het
KOOR: 'J'ai perdu mon Eurydice']
1.
[Gordijn gaat open. Straat. Bushalte.
Waar zich geleidelijk aan steeds meer busreizigers verzamelen. VERONIEK en haar
vriend WILLIAM zitten op een muurtje, wachten op de bus, schooltassen naast
zich. Ze zijn zichtbaar verliefd. VERONIEK fluit op haar fluit. Voor op het
podium staat MEF(ISTO).]
MEF
[Tegen publiek] Men noemt mij Mefisto.
Of Mefistofeles, zoals bij Goethe, Lucifer, bij Vondel, of Beelzebub, bij Suske
en Wiske. Een goeie bekende bij ouwe bekenden. Tegenwoordig bij de jeugd
voornamelijk bekend als Satan. Zeg zelf, zie ik er uit als Satan. Ik hou er
niet van. Die naam doet denken aan bloedspuwende ogen, en afgebeten strotten.
Dank u, liever lees ik m'n krantje, drink een glas, en heb zo m'n wisselende
contacten. [Wijst op VERONIEK] Zij bijvoorbeeld. Wacht maar, ik zal het laten
zien. Daar komt ze.
[VERONIEK komt naar voren om de
vertrektijden van de bus te bestuderen.]
Let u goed op. Een onderzoek naar de
prijs van Geluk... Hee Veroniek...
VERONIEK
Ken je mij
MEF
[Tegen publiek] Je begint met een
complimentje.
VERONIEK
Waarvan?
MEF
Mooie muziek.
VERONIEK
Vind je. Dit is onze
herkenningsmelodie, zal ik maar zeggen. Dat is mijn vriend... William, van
welke opera is dat ook weer?
WILLIAM
Orfeus
VERONIEK
O ja. Orfeus en...
MEF
Orfeus en Eurydice. Orfeus weet zijn
gestorven geliefde Eurydice, dankzij het liefdesgodje Amor, te redden uit het
dodenrijk. Mooi verhaal.
VERONIEK
O ja, Eurydice... [Ze fluit opnieuw.
WILLIAM komt, pakt fluit af, en gaat weer zitten]
MEF
En jij bent?
VERONIEK
Veroniek.
MEF
En die muziek? Waarom?
VERONIEK
Dat is een lang verhaal. Mijn ouders
zijn gescheiden. Dat is niet erg. Soms is het erg. Zoals ik ze samen herinner
zitten ze zwijgend aan tafel, met altijd een schoon tafelkleed. Ze geven
beleefd de aardappelen door. En de jus. Ruzie maken deden ze als ze dachten dat
ik er niet was. Ik vroeg me af wat ik fout had gedaan. Ik was elf. Waarom
vertel ik dit?
MEF
Die muziek
VERONIEK
O ja... De laatste keer dat ik m'n
vader zag, was hij net verhuisd. Een kale plankenvloer. De dozen nog niet uitgepakt.
Mijn vader stond bij het raam, rookte een sigaret, en luisterde. Opera. 'Pa,
dit is William', zei ik, ik wilde hem voorstellen aan mijn vriend. We gingen 4
maanden met elkaar. 'Sst', zei hij. Rook en muziek vulden de kamer. 'J'ai perdu mon
Eurydice'. 'Ik ben mijn Eurydice kwijt', zei hij. ' Jouw moeder was mijn Eurydice. Na
zoveel jaren ben ik nog steeds verliefd op hoe ze was toen alles nog goed
ging.'
MEF
Twee mensen in een huis die proberen
elkaar niet te raken, omdat ieder contact pijn doet of zinloos is, dat is de
hel.
VERONIEK
Ik stelde William aan m'n vader voor.
Die zei: 'gefeliciteerd', en andere aardige dingen. Maar ik zag hem denken.
We hielpen uitpakken, hingen lampen op,
staken kaarsen aan, kletsten honderuit, en misten de laatste bus. We vielen in
slaap op de klanken van 'J'ai perdu mon Eurydice'
MEF
En dat is je vriend?
VERONIEK
Dat is mijn vriend. William.
WILLIAM
[Vanaf het
muurtje] Shakespeare. William Shakespeare.
VERONIEK
Shakespeare. Hij houdt niet van lezen.
En niet van toneel, en niet van poezie. Maar wel van mij. Ik ken hem al vanaf
mijn tweede. We waren vrienden toen. Ik was eerder zindelijk dan hij. [tegen
WILLIAM die heftig nee schudt] Wel! Later hadden we niks meer met elkaar. Maar
opeens, afgelopen zomer... Wauw. Wat ik ook denk, altijd kom ik uit bij hem.
Soms word ik er gek van. [Kijkt om] Nee hoor... En ik, dat klinkt misschien
overdreven, ik zou zonder hem niet weten wat er verder de moeite waard is. Ik
heb alles voor hem over. William is aardig, en lief, maar ook doortastend, als
het moet.
[Ondertussen wordt WILLIAM aangesproken
en afgevoerd door de MEFMEDEWERKERS. Enige tijd later, voegt een van de
MEFMEDEWERKERS zich bij MEF en overhandigt hem, onzichtbaar voor VERONIEK, maar
zichtbaar voor het publiek, de fluit.]
Ik had laatst schoolonderzoek Economie.
Het ging voor geen meter, ik zat daar te stressen, en die docent voor me zit in
z'n neus te pulken, dat doet ie altijd als hij denkt dat niemand hem ziet, maar
iedereen ziet het, en alles lijkt zo debiel, en dom.., en toen ging de deur
open, en William stond daar, en zegt tegen mij: 'je kunt het wel'. 'Het komt
wel goed,' zegt ie tegen mij. Hij was gewoon z'n eigen les uitgelopen. Had niet
eens gezegd waarom. Ik had een 5,8. [Ze ontdekt dat WILLIAM verdwenen is. Gaat
zoeken. Komt terug]
MEF
[Tegen publiek. Rustig] U ziet, ik stel
een vrouw op haar gemak. Zeg vriendelijke dingen, ben beleefd, ik luister
aandachtig, ik val haar niet in de rede.
VERONIEK
Heb je gezien waar m'n vriend naar toe
is.
MEF
Ja.
VERONIEK
Waar dan?
MEF
Jij kunt het uitstekend vinden met je
vriend, is het niet.
VERONIEK
Waar issie?
MEF
Is dat wat je denkt, of is het ook zo.
VERONIEK
Waar issie.
MEF
Is het zo dat hij bij je blijft omdat
hij om je geeft, of wil ie wat van je?
VERONIEK
Hij houd van mij. [Loopt kwaad weg]
MEF
[Fluit op de fluit van VERONIEK. Ze
kijkt om. De muziek gaat door, ook als MEf stopt met fluiten] Dit stelt de
liefde voor. Je blaast er in, je hoort muziek, en dat is liefde, denk je.
VERONIEK
Geef hier. Hoe kom je dr aan.
MEF
Maar als je niet blaast, is het een
stuk hout, een stom stuk hout met gaten. Op een dag denk je: Stom stuk hout.
Dan knapt er iets. [Breekt de fluit, muziek houdt op] Het stelt geen fluit meer
voor.
VERONIEK
Dat zeg jij?
MEF
Jij ook. Alleen, nu nog niet.
VERONIEK
Ik wil niet met je praten.
MEF
Praat eens met je vader. Wat was hij
verliefd op je moeder. Totdat jij geboren werd, toen begon het langzaam mis te
gaan.
[VERONIEK, in de war, wil weglopen,
wordt tegengehouden]
MEF
Als ik nu een oogverblinde verschijning
was. Zoiets als jij, een eenvoudig meisje, dat vol overgave verliefd is, maar
dan mooi als een plaatje,
VERONIEK
Wat bedoel je?
MEF
zo mooi dat hij, die vriend van je,
naar me omkijkt als ik langs kom, en ik lach vriendelijk, niet opdringerig,
niet afkeurend,
VERONIEK
Waarom zeg je dit?
MEF
en ik zeg 'Hai', en ga naast hem
zitten, met lange benen, waar hij zo gek op is, en kijk hem recht in z'n ogen,
en zeg wat hij graag horen wil... Wat denk je, denkt ie dan nog aan jou.
VERONIEK
Wat is dit voor smeerlapperij.
MEF
Of ben je inwisselbaar voor wat beters.
VERONIEK
[Roept rond, wil weg] William
MEF
Ben je gelukkig met hem - of doe je
hopeloos je best gelukkig te zijn, met hem, omdat je niks anders hebt.
VERONIEK
Nee
[Als ze wegloopt wordt ze tegengehouden
door het MEFTEAM. Ze wordt op iets hoogs - vuilnisbak? - geplaatst. Het geheel
begint op een spelshow te lijken. Voorbijgangers merken niets.]
MEFMEDEWERKERS
[Zingen] De prijs voor het geluk (3x)
Show!
MEF
Stel je voor, die vriend van jou krijgt
MEFTEAM
1000 gulden
MEf
1100 gulden om jou te vergeten. [Haalt
het geld uit z'n binnenzak] 1100. Wat zou hij doen.
VERONIEK
Nee.
MEFTEAM
100.000 gulden.
MEF
200.000
VERONIEK
Nee.
MEFTEAM
10 Miljoen
MEF
10 Miljoen en een auto. Wedden dat hij
opeens een schoonheidsfoutje aan je ontdekt. Dat ie opeens struikelt over een
vervelende karaktertrek. Dat ie opeens in de gaten krijgt dat jullie toch wel
erg vaak een video moeten huren om je samen niet te vervelen.
VERONIEK
Wie zijn jullie. Waar is hij. Wat heb
je met hem gedaan?
MEF
Dood.
VERONIEK
Dood?
MEF
Dood zoals dood kan zijn. Dood voor
jou. [VERONIEK wil weg, het MEFTEAM houdt haar tegen] Ik hoorde je zeggen:
[Citeert van aangereikt briefje] 'En ik, dat klinkt misschien overdreven, ik
zou zonder hem niet meer weten wat er verder de moeite waard is. Ik heb alles
voor hem over.' Alles?
VERONIEK
Dood voor mij? Wat bedoel je?
MEF
Alles?
VERONIEK
Wat bedoel je
[Ze ziet de rij wachtende vrouwen bij
de bushalte, die haar niet zien]
MIES
Dus die groene is een paprika?
MOP
Nee. Ja. Je hebt ook groene paprika's,
maar ik bedoel een courgette. Zo'n lange smalle.
MIES
Dat is een komkommer.
MOP
Nee, ik bedoel een courgette. Een
komkommer is groen, en een courgette is
MIES
Paars
MOP
Nee, die paarse beetje peervormige, is
een aubergine.
MEF
Als je wilt, zul je hem vinden. Maar je
zult er veel voor moeten verliezen. De vraag is:
MEFMEDEWERKERS
Hoeveel!
MEF
Hoeveel heb je voor hem over? Als ik
zeg dat het je je hand gaat kosten, om hem te redden...
VERONIEK
[Schreeuwt naar vrouwen] Hee, help!
MEF
Of dat je voet zal worden afgehakt, om
hem te redden...
VERONIEK
Hee, help!
MEF
Dat je oog zal worden uitgerukt, om hem
te redden van de verstikkende stilte, van knagende schuld, van zinloze pijn,
deprimerende verveling, bla bla bla, van het onuitblusbare vuur, waar de worm
niet sterft en het vuur niet wordt gedoofd
VERONIEK
[rukt zich los, rent verwilderd naar de
VROUWEN bij de bushalte.]
MIES
Dus die groene is een aubergine
MOP
Nee. Die groene is een courgette
MIES
En die paarse is een aubergine
MOP
Ja. En aubergine heb je nodig
VERONIEK
Help me alsjeblieft.
MIES
En een courgette is een soort
komkommerr?
MOP
Blijf van me af, engerd.
MILDRED
Wacht op je beurt, trut.
MOP
Ze was op je tas uit
MILDRED
[Slaat VERONIEK met tasje] Je zat met
je poten aan m'n tasje. Wat zoek je. Poen? Smerige junk.
MOLLIE
Vuile straathoer. Ga je moeder maar
beroven.
MOP
80% Van alle engelse jongeren is aan de
drugs. Tachtig. Kun je nagaan hoe dat in nederland is.
[VERONIEK ligt op de grond, de VROUWEN
staan rond haar.]
MIES
Zeggen ze dat we je zielig moeten
vinden, maar op het zelfde moment dat ik je zielig vind, zit jij met je lange
vingers in mijn portemonnee, om dat jij zo nodig moet met je pillen en je...
[kan niet op het woord komen]
MOLLIE
Die aziatische types komen onze
uitkeringen plukken, en onze mannen besmetten.
MOP
Kinderen zijn geen kinderen meer, het
zijn inhalige wezens van een andere planeet, waar je alleen nog denkt aan
jezelf
[Bus rijdt voorbij.]
VROUWEN
[rennen er achter aan] Hee. Hee. Stop,
stop.
MOLLIE
[Komt nog even terug om VERONIEK een
schop en scheldwoord toe te vertrouwen] Teringtrut. Bus gemist.
MEF
[Ontfermt zich over haar.] Niemand ziet
het zelfde lieverd. Dat is de hel: dat niemand ziet waar jij aan lijdt. Dat
iedereen met z'n allen is, maar als het er op aankomt is iedereen alleen. Dat
is de hel.
[VERONIEK krabbelt overeind. Gaat af.]
1b.
MEF
[Tegen publiek] En nu gaat ze op zoek
naar haar geliefde. Naar z'n huis. Daar issie niet. Naar de kroeg, waar hij
biljart speelt, daar issie niet, ze gaat naar het oosten en naar het het
westen... Hij is er niet. En niemand ziet dat ze in de war is, dat ze raar
doet, want o ze zit zo ingewikkeld in elkaar: ze houdt zich groot, Dat niemand
denkt: wat doet ze raar. En ze belt naar haar moeder: 'Is William bij jou?
'Nee... Heb je ruzie... Is het uit met William? Ik had het toch al niet op die
jongen. Ik dacht al, dat moet hopeloos fout gaan.'
1c.
[VERONIEK komt op]
MEF
Grappig.
VERONIEK
Wat is grappig
MEF
Dat gesprek met je moeder...
VERONIEK
Hoe weet je dat?
MEF
Sommige dingen zijn voorspelbaar... Ze
kan nog zoveel van je houden maar wat jij ziet ziet zij niet, wat jij voelt,
voelt zij niet.
[Koel] Morgen, bij het eerste daglicht,
wordt je vriend gevonden. Doodgevroren onder een brug, gewurgd en in een
vuilniszak naast een container gezet, zulke dingen gebeuren, overreden door een
vrachtwagen op weg naar de vuilverbranding. Tenzij...
[Hij neemt VERONIEKS hoofd in handen.
het licht verandert. Achter hen duikt de ingang naar de onderwereld op]
Ik zou je kunnen helpen.
VERONIEK
Wie ben je
MEF
Ik ben Mefisto, ik laat je de wereld
zien zoals hij is. Er is een wereld die je ziet, en een wereld daaronder. Die
zie je niet, die kruipt in je ziel, die kruipt in je bloed, en soms voel je de
ijzige kou. Ik kan je de weg wijzen. Ik heb toestemming om je binnen te laten,
in de wereld onder de wereld, het rijk van schaduwen en doden, het rijk van
zombies en gedoemden. [Geeft een kaartje] Probeer het hier eens...
2.
[VERONIEK staat voor een deur, waarop
geschreven staat: 'ENDORA, uw licht in het schaduwrijk.' De deur zwaait open.
Daar staat het medium ENDORA, in een vertrek vol occulte tekens. VERONIEK geeft
haar het kaartje.]
ENDORA
[Bestudeert het meisje en het kaartje]
Ah. Mefisto?.. Wat wil je van me, meisje?
VERONIEK
Ik zoek mijn vriend.
ENDORA
Probeer het waar hij is.
VERONIEK
Ik weet niet waar hij is.
ENDORA
Wacht dan tot hij komt.
VERONIEK
Misschien is hij dood.
ENDORA
Dan ben je goed bij mij. Hoeveel heb
je?
VERONIEK
Wat bedoel je?
ENDORA
Ja wat dacht je.
[VERONIEK pakt haar portemonnee, zoekt
geld]
ENDORA
Geld! Wat moet ik met geld. [Graait
naar VERONIEKs tas, begint die uit te pakken. leest met enige minachting de
titels] Economie, scheikunde, Binas, literatuur... is dat wat de school je
leert over het leven? [Graait dan naar het kettinkje dat VERONIEK omheeft.] Dit
wil ik, liefje.
VERONIEK
Nee. [Draait zich om, hoort de stem van
MEF, die nogmaals citeert]
MEF
[Van ver] 'En ik, dat is wat ik wil
zeggen, zou zonder hem niet weten wat er verder de moeite waard is. Ik heb
alles voor hem over.
[VERONIEK doet kettinkje af, geeft het
aan ENDORA]
ENDORA
Ga zitten.
[Ze nemen plaats aan tafel. Geven
elkaar de hand.]
ENDORA
Vreemd.
VERONIEK
Wat is vreemd?
ENDORA
Alles is vreemd. Ssst... Doden zijn
veeleisend. Als je de doden fout behandelt, beginnen ze te spoken. En doden die
spoken raak je nooit meer kwijt.
[De achterwand gaat open. JOHANNES
verschijnt, gehuld in ruige vodden, warrig haar, dikke stok]
JOHANNES
Dag Endora.
ENDORA
[Schrikt] Wat kom jij hier doen?
JOHANNES
Ik kom om jou te verzuipen. [Tegen
VERONIEK] Ik ben Johannes.
ENDORA
De Doper.
JOHANNES
Dopen is wat ik doe. Niet wie ik ben.
ENDORA
Dood ben je, als iedereen. Een dwalende
schim in het schimmenrijk.
JOHANNES
[Lacht] Rare gedachte, Endora. Je moet
je vakliteratuur beter bijhouden. Ik zou je met liefde willen dopen - al zou ik
de neiging je te verzuipen moeten onderdrukken. Maar nee, ik sleur je in het
water, en eenmaal op de bodem van de rivier, pak ik je bij je nekvel, en sleur
je weer het zonlicht in.
ENDORA
Ik hou niet van zonlicht.
VERONIEK
Waar is William?
ENDORA
Je vriend is op een plaats waar je
welkom bent, maar niet levend.
JOHANNES
[Gaat met haar op weg] Hij leeft als
was hij dood. En dat is geen leven. Ik wijs je de weg. Kijk niet om naar wie
hij was, kijk naar wie hij is en wat zijn kansen zijn. Kijk niet met de ogen
van de angst, maar met de ogen van de liefde, die zelfs in de grootste berg
varkenstront nog een parel ontdekt. En schrik niet als je schrikt, je gaat door
een hel... Daar ligt de rivier. Je zult door het water moeten, iedereen moet
door het water.
3.
[Ze komen bij de doodsrivier]
VERONIEK
Hoe kom ik hier over
JOHANNES
Je moet er niet over, je moet er door
VERONIEK
Is er geen boot? Geen brug?
JOHANNES
Er is geen boot, en er is geen brug
VERONIEK
[Ziet een GESTALTE in de verte.] Wie is
dat... [Roept] William? [DE GESTALTE wenkt]
JOHANNES
Ga naar hem toe.
VERONIEK
William?
JOHANNES
Ga... Als je terugkomt, ben je niet
meer de oude. Als je hem vindt is hij niet meer dezelfde. Kijk niet om naar wie
hij was, kijk om naar wie hij worden kan.
VERONIEK
[Angstig, om haar angst te bezweren] De
heer is mijn herder mij ontbreekt niets hij doet mij nederliggen in grazige
weiden hij voert mij aan rustige wateren zelfs al ga ik door een dal van diepe
duisternis ik vrees geen kwaad want gij....
[Ze gaat ze het water in. Ze valt.
Staat op.] William! [Struikelt. DE GESTALTE belet haar verder te gaan. Ze vecht
met hem.] Wie ben je. Ik wil dit niet. [Ze komen tot rust.] Je hebt me pijn
gedaan [Ze kijken elkaar aan, vallen elkaar in de armen, als ze wegloopt geeft
hij haar een nieuwe fluit.]
DE GESTALTE
Als je speelt zal ik dansen, als je
huilt zal ik huilen.
4a.
[Ze komt op een plek waar een grote
groep identiek uitgedoste mensen haar de weg verspert: De MUTZEN. Ze staan
onverschillig, ze dragen allemaal een muts.
VERONIEK
Mag ik er door?
[De MUTZEN vormen een doorgang.]
MONTZ
[Roept haar terug] Hee! Je hoofd. Je
loopt met bloot hoofd. Kan niet, meisje. 'Een mens zonder muts is een mens
zonder fatsoen'. En mensen zonder fatsoen, die wonen waar mensen zonder fatsoen
wonen, met een hek erom, maar wij wonen hier. En dan kun jij wel denken dat je
alles mag, omdat jij niet bent als wij, maar een kale kop, is geen vrijbrief
voor minachting.
VERONIEK
Sorry, ik wist niet
MONTZ
Je kunt je haar verven, je kunt een
pruik opzetten, een hoed...
MONTZ
Ik heb een muts voor je. Kom maar
halen.
[VERONIEK komt, bukt om zich de muts op
te laten zetten.]
MONTZ
[Opeens woedend] Je stond op m'n
schoen.
VERONIEK
Sorry
MONTZ
Sorry zegt ze. Dat blote hoofd zegt
sorry. Uit dat smalle rode spleetje in dat arrogante blote hoofd komt het
woordje sorry
VERONIEK
Sorry
MONTZ
[Kijkt] Er zit een vlek op mijn schoen
DEMMUK
Kun jij je legitimideren
MONTZ
Schoonmaken a.u.b.
VERONIEk
[Tegen DEM] Ik ben Veroniek
DEMMUK
Fout. 'Ik ben, ik ben' [De MUTZEN
barsten in hoongelach uit] Bij wie hóór je. Bij de mutsen, bij de hoeden, bij
de blote koppen... Heb jij een pasje. En bij wie wil je horen en wat heb je
daar voor over.
MONTZ
Likken, lieverd. Schoonlikken. Sommige
dingen zijn niet goed te praten, sommige dingen kunnen slechts met pijn en
moeite worden hersteld.
DE GESTALTE
[Met muts op, maar wel een zeer
afwijkende] Laat mij maar. [Vertelt een parabel:] Er was eens een mens die met
zijn leven op de rand van de dood stond. Het zat hem tegen. Het duurde te lang.
Wat hem het liefst was, was hem afgenomen. Maar Godzijdank, hoe dan ook, werd
hij als het ware opnieuw geboren. Zo voelde dat. Dat was reden genoeg om een
fantastisch feest te vieren. Zoiets als Pasen. Hij ging naar een oude vriend en
zei; 'Oude vriend, ik was dood, maar nu leef ik weer, alsof de liefste moeder mij heeft wakker gekust, en
dat wil ik vieren met wijn, en muziek, en zo het een en ander te eten, want
gedeelde vreugd, duurt het langst'. Maar de vriend zei: 'Het spijt mij,
vanavond is er een voetbalwedstrijd die ik niet wil missen, en bovendien hou ik
niet zo van feestjes.' 'Dan niet,' zei de man, en hij ging naar een oude
vriendin. 'Oude vriendin.. etcetera' De oude vriendin die haar best deed zo
jong mogelijk te lijken zei: 'Het spijt mij, mijn nieuwe vriend de sportleraar,
komt zometeen z'n nieuwe ferrari demonstreren, I am so sorry.' 'Dan niet', zei
de man, en hij zocht z'n oude leraar op die hem in een moeilijke periode door
het examen had geholpen, maar de leraar was inmiddels rector geworden, en was
z'n verleden vergeten, omdat hij dag in dag uit aan de telefoon hing om te
vertellen welke fax hij had gekregen. 'Sorry', zei hij, 'tweede fase, druk druk
druk.' 'Dan niet', zei de man, en hij ging naar de hoeken van de straten, naar
de banken van het plein, naar de slaapzakken onder de brug. 'Ik was dood', zei
hij, 'maar nu ben ik levend, en dat wil ik vieren. Jullie zijn welkom. [Tegen
een van de MUTZEN] Petrus.
[PETRUS komt naar voren]
DE GESTALTE
Jakobus, Andreas,
Johannes, Levi, Judas
[Ze komen naar voren]
PETRUS
Hoe weet jíj hoe ík heet
DE GESTALTE
Omdat ik weet wie je bent, geef me je
hand
PETRUS
[Omkijkend] Ik ga niet voor schut staan
DE GESTALTE
Je staat niet voor schut. Geef me je
hand.
PETRUS
Ik ben geen mietje
DE GESTALTE
Als je Mietje bent, noem ik je Mietje,
maar jij bent Petrus, 'rots'. Geef me je hand.
[Petrus geeft z'n hand.]
En de gastheer zei tegen de muzikant:
Speel op je fluit, dan dansen wij.
[VERONIEK speelt fluit. Mensen dansen]
DEMMUK
Genoeg!
DE GESTALTE
Ga door. [Maar de muziek zwijgt] We
maken muziek en we dansen.
DEMMUK
Deze man tart het gezag. Pak hem.
[De MUTZEN storten zich op DE GESTALTE]
DE GESTALTE
[Tegen VERONIEK] Ga
4b.
[VERONIEK ziet hoe de MUTZEN zich in
twee kampen verdelen, DE GESTALTE staat in het midden, z'n armen aan een
dwarsbalk gebonden. Van alle kanten wordt naar hem gefloten, gescholden,
gegooid. VERONIEK kijkt toe.]
KAJ
ORDE! Orde in de zaal.
[Mensen stellen zich in keurige rijen
op. De ruimte wordt rechtzaal. RECHTER, in opvallende outfit, treedt binnen.
VERONIEK staat opzij. SOL, een MUTZ met wapen, spreekt haar aan]
SOL
[Tegen VERONIEK] Hoor je bij hem?
VERONIEK
Nee
SOL
Vriendje van je
VERONIEK
Nee
SOL
Zeker weten
VERONIEK
Ja
[Ze gaat]
Wie denk je dat je bent
Waar haal je het morele recht vandaan
je te bemoeien met onze groepscultuur.
Watje
Moeten wij worden als jij
Alsof jij beter bent dan wij.
Jij beroept je op God? God is je vader,
beweer je. Prettige gedachte. Ken je mijn vader. [Spuugt] Ik ben altijd weer
blij als ik hem niet zie, en hij mij niet.
Koninkrijk der hemelen
Jij vlindert door het leven. Je drinkt
teveel met maffe types.
Wou jij zo graag koning zijn? Hier!
Koning van de mooie woorden. De koning van papier.
[DE GESTALTE krijgt een kroon van
goudpapier op]
MUTZEN
Een twee drie vier
Koning van, koning van
Een twee drie vier
Koning van papier
KAJ
Neem hem mee. Zet hem in een gesticht,
of timmer hem aan een kruis.
MENIGTE
Kruis. Kruis.
KAJ
Orde! Orde!
5a.
[VERONIEK arriveert bij CHEZ ELYSEE, de
salon van de 'zalige geesten', de droomhemel van chemisch genot en electronica.
MISS BABYLON spreekt haar aan. Ze ontvangt VERONIEK in de 'salon', die bekleed
is met veel scharlakenrood. Ze installeert haar op tandartsachtige stoel, een
ober serveert lekkernijen en pillen. Uit de lucht dalen snoeren en slangen
omlaag. Dromerige muziek omringt haar. Haar nagels worden gevijld, haar gezicht
gewassen, haar nek gemasseerd, haar ogen vallen dicht.]
MISS BABYLON
[Tegen publiek] Ze noemen mij de Hoer
van Babylon. Ik heb niks tegen die beroepsgroep, maar ik hou niet van dat
woord. Alsof ik vergeleken wordt met zo'n deprimerend derdewereld-mokkeltje in
zo'n roze aquarium.
Mijn naam is: Miss Babylon. Ik maak het
mensen graag naar de zin, in ruil voor wat ik nodig heb. Ik houd ervan dat ze
hun meest kleinzielige liefhebberijtjes inruilen [Laat afgepakte fluit zien]
voor volledige overgave. Aan mij. Want ik houd van hun energie, hun wil, hun
bloed [drinkt uit haar gouden beker]. Mijn leefstijl is een dure. Alles heeft
zijn prijs - maar zolang ik de prijs bepaal, lijd ik er zelf niet onder.
[tegen VERONIEK] Wees welkom tussen de
helden van onze dromen.
[WILLIAM wordt de ruimte binnengereden.
Ook hij zit met gesloten ogen, aangesloten op de diverse elektronica. Ze zetten
hem naast VERONIEK.]
Helden bestaan niet, helden worden
verzonnen.
Vergeet hem, die vriend waar je naar
zoekt, je zult hem niet vinden, niet zoals hij was. Maar blijf van hem dromen.
In je meest stoute dromen. In dromen zijn onze vrienden de helden waar we van
houden, maar bij het wakker worden zijn het schriele mannetjes, die aandacht
vragen, die geld verkwisten, die buikjes krijgen, die laf en zielig doen.
[tegen Publiek] Zie ze zitten, de twee,
ze hebben elkaar gevonden, als een echtpaar dat na 20 jaar huwelijk, alle
televisie-zenders afzapt op zoek naar wat geluk. Zijn ze niet schattig.
[Tegen VERONIEK] Bij mijn je dromen
veilig. Ik zal zorgen dat je nooit meer wakker word om te zien wie hij
werkelijk is.
5b.
[Muziek. Herrie. Een stoet mensen
passeert, temidden van hen loopt DE GESTALTE, hij gaat gebukt onder een zware
lange balk. Vanuit de salon van MISS BABYLON wordt toegekeken. MISS BABYLON
trekt VERONIEK uit de stoel, neemt haar mee om de kruisdragende DE GESTALTE te
zien. Als een slaapwandelaar staat ze tussen het SALONpersoneel in. Ondertussen
kletst het personeel als de vrouwen bij de bushalte]
LIES
Dus die groene is een paprika?
TOP
Nee. Ik bedoel een courgette. Je hebt
ook groene paprika's, maar ik bedoel een courgette.
LIES
Zo'n lange smalle.
TOP
Nee, dat is een komkommer.
LIES
Een komkommer is groen, en een
courgette is groen.
MISS BABYLON
[Als DE GESTALTE passeert.] Daar heb je
zo'n trieste man die de held uit wilde hangen.
LIES
Wat is dan het verschil?
MISS BABYLON
Zo'n man die denkt dat mensen hun brood
willen delen om honger de wereld uit te helpen. Nog voor het morgen wordt,
wordt hij in een zak geknoopt en bij het vuil gedumpt. Ze hangen hem voor paal
op de Schedelplaats, tot de dood er op volgt. Dat soort dingen gebeuren.
[DE GESTALTE valt vóór de SALON van
MISS BABYLON. Omstanders dringen er omheen, kijken toe.]
LIES
Dus die groene is een aubergine
TOP
Nee. Die groene is een courgette
DE GESTALTE
[Ziet VERONIEK] Veroniek. [Ze willen
hem het roepen belemmeren, hij rukt z'n hoofd vrij, roept opnieuw] Veroniek!
[VERONIEK herkent hem, ze ontwaakt, en
komt op hem toe. Ze staan zwijgend bij elkaar. Met een zakdoek veegt ze het
zweet van z'n voorhoofd.]
VERONIEK
Ik ga met je mee
DE GESTALTE
Als je wat doen wil voor mij
[VERONIEK wordt bij hem weggetrokken,
de stoet trekt verder.]
DE GESTALTE
[Roept naar haar] Ga dan op zoek naar
je vriend.
5c.
MISS BABYLON
[Ontfermt zich over haar.] Stil maar
liefje, de dingen gaan zoals ze gaan.
VERONIEK
Waarom hebben ze hem
MISS BABYLON
Daarom. Wie de held uithangt is een geboren loser. Maar ik begrijp dat jij houdt van
verliezers.
[VERONIEK draait zich om en ziet
WILLIAM]
VERONIEK
Je wist waar hij was.
MISS BABYLON
Tuurlijk wist ik waar hij was. En ik
wist wíe hij was. En ik wist dat jij hem niet wilde zien zoals hij is. Ik heb
je willen beschermen.
VERONIEK
[Tegen WILLIAM] William... William..
[Geen reactie. Ze wil hem loskoppelen
van de electronica.]
MISS BABYLON
Als je die lostrekt sterft hij.
VERONIEK
William... Ik ben het
[Geen reactie. Ze plukt de draden los
van zijn hoofd] William. William. Ik ben het, Veroniek. [Geen reactie]
[VERONIEK speelt op de fluit. WILLIAM
toont een minimale reactie, komt iets overeind, valt dan weer als dood terug]
MISS BABYLON
[Lacht vriendelijk, gebaart haar
personeel zich er niet mee te bemoeien.] Hij is liever de held van z'n dromen,
dan de mislukte vriend van zijn vriendin.
[WILLIAM probeert de draden te
herstellen, rommelt vreselijk omhandig. DR.ENDE en DR.MOL komen deskundig
helpen.]
MISS BABYLON
Hij lijkt zielig, maar de schijn
bedriegt. Binnen in zijn hoofd, leeft hij in vrede met zich zelf.
DR.ENDE
De virtual
reality van de geest. Op tijd z'n pilletjes, op tijd z'n infuus. Hij hoeft
niet te werken, z'n haar hoeft niet gekamd, z'n kleren niet gewassen, nooit
kijkt hij in de spiegel, hij kijkt alleen in zichzelf, in dat heerlijke warme
bad van z'n aangepaste geest.
DR.MOL
Dat was de grote fout van God, of de
evolutie, zeg maar waar je van houdt, dat de mens moest leven met wat er buiten
hem was. Met huiswerk, met rekeningen, met familie die je zelf niet hebt
gekozen, stoplichten, snelheidsbeperkingen.
MISS BABYLON
Deze wereld maak ik zelf.
DR.ENDE
Die grijze soep die hersens heet, kan
je net zo maken als je wilt.
DR.MOL
Keer alles binnenstebuiten.
DR.ENDE
De wereld zit niet buiten je, maar
binnen je.
DR.MOL
Kies de werkelijkheid die je lief is.
DR.ENDE
Surf op je eigen gedachtenspinsels,
laatje drijven.
DR.MOL
Laat je gaan.
MISS BABYLON
De wereld is mooier dan ie lijkt. Sluit
je ogen. Dat is de hemel, kijken met dichte ogen naar de dromen die ik je geef.
5d.
[In de verte klinken luide hamerslagen,
hoongelach, daar wordt een kruis rechtop gezet. VERONIEK schrikt wakker uit
haar aarzeling. Rent weg om te kijken, wordt tegengehouden door MEF, om haar
heen verandert alles.]
MEF
Hij is dood.
VERONIEK
Niet
MEF
Hij is dood voor jou. Ontbonden in factoren.
Versimpelt tot vlees en bloed, zonder gevoel, zonder herkenning, zonder
waardering, zonder smaak, zonder emotie, zonder geloof en hoop etc.
[Er passeert een groep VROUWEN. Ze
drommen samen. VERONIEK zondert zich af, ze huilt. Het is nacht.]
MARIA M.
Ze hingen hem als een misdadiger.
Spijkers door z'n handen.
MOEDER M.
Hij deed geen kwaad.
ESTHER
De lucht trok dicht, alsof de hemel
zich terug trok.
MIRJAM
Geen hemel, geen aarde, alleen maar
helse duisternis.
MOEDER M.
Hij had z'n dromen. Hij had z'n geloof
dat alles beter werd.
HANNA
Drie dagen
MOEDER M.
Ze hingen hem te kijk, op een
vuilstortplaats. Míjn zoon.
MARIA M.
Hangend aan z'n handen, machteloos als
een schaap bij de slager.
HANNA
Ik was blind
MIRJAM
De lucht trok dicht
HANNA
Ik was doof.
MIRJAM
Als die nacht in Egypte
ESTHER
Er is geen God, zolang mensen worden
geslacht als varkens in een abbatoir
HANNA
Ik dacht: was ik maar blind, ik wil
niet zien hoe hij lijdt
ESTHER
Er zijn er zoveel die lijden
MARIA M.
Niemand als hij.
ESTHER
O nee? [Tegen VERONIEK] Waarom huil je.
VERONIEK
Ik huil om mijn vriend die een vreemde
is geworden.
[De VROUWEN troosten haar. Het wordt
pikkedonker.]
6.
[Het wordt morgen. DE GESTALTE
verschijnt in het wit, droogt z'n gezicht met een handdoek, alsof hij uit het
water komt.]
DE GESTALTE
Waarom huil je.
VERONIEK
Ben jij het. Ze zeiden dat je dood was.
DE GESTALTE
Dat hangt ervan af of je je ogen
gelooft.
VERONIEK
Ik geloof mijzelf niet meer. Raak me
niet aan. [DE GESTALTE doet het wel] Ik dacht dat ik... Ik huil om mijn vriend,
ik huil om mijzelf, ik moet niet huilen. Ik moet zorgen dat ik mijn vriend
terugvindt, voor het morgen wordt en alles vergeefs is [Staat op] Ik wil hier
weg.
DE GESTALTE
Ik zal hem voor je zoeken.
VEERONIEK
Laat maar. Ik hoef niet te weten waar
hij is. Ik weet het al. En ik weet niet of ik
DE GESTALTE
Je weet niet of je hem terug wilt zoals
hij nu is. Teleurgesteld.
VERONIEK
Ik dacht dat hij.
[DE GESTALTE roept de namen van zijn
dicipelen, ze komen. Hij fluistert met ze,]
PETRUS
Waarom wij? [Ziet de blik in de ogen
van de GESTALTE] Okee, we gaan al.
DE GESTALTE
Ze gaan op weg om hem te vinden, en
terug te brengen
VERONIEK
Als een herder op zoek naar het
verloren schaap, en als hij het vindt... Ik geloof er niet meer in
[DR.ENDE en DR.MOL brengen WILLIAM op.
MISS BABYLON loopt ernaast, in gezelschap van MEF. Even later komen de
dicipelen.]
PETRUS
Ze zijn dr al.
MISS BABYLON
[tegen VERONIEK] Je mag hem hebben.
Alles, alles wat er nog van over is. Zonder pillen, zonder draden
VERONIEK
[Wil hem niet zien] Ik zag hem liever
dood, dan dit.
MEF
Kijk dan
DE GESTALTE
Kijk niet.
MISS BABYLON
[tegen VERONIEK] Als hij moest kiezen
tussen meegaan met jou, zonder omkijken, of blijven waar hij is, dan zou hij
kiezen voor jou. Echt. Dat heet liefde. Dan gaat hij met je mee. Hij zegt lieve
doodgoeie dingen. Je loopt met hem naar een stralende toekomst. Happy end...
Halverwege kijkt hij om en hij zegt: Ik ben wat vergeten. Ik moet even terug.
Even maar... Zijn hart wordt kil, zijn blik wordt koud en onrustig, zijn hoofd
draait dol, om almaar weer hetzelfde. Zo gaat dat. Je bent hem kwijt, en dat
weet je.
DE GESTALTE
Je zegt het alsof je het leuk vindt
MISS
Moet ik zielig doen. Kan het mij
schelen. Ik geef de mensen waar voor hun geld, en geen vage beloftes.
MEF
[tegen DE GESTALTE] Je hebt verloren
DE GESTALTE
Ik hoef niet te winnen. Ik wil dat zij
wint. Zonodig verlies ik alles wat ik heb. Liever verliezen wat ik heb, dan
verliezen wie ik ben. Zoals jij.
MEF
Je bent te goed voor deze wereld.
DE GESTALTE
Deze wereld is te goed voor jou. Ga
weg. In Godsnaam ga weg! [MEF gaat een aantal stappen achteruit. Ttegen
VERONIEK] Kijk niet om naar de verschrikking achter je
[Ondertussen dragen zijn dicipelen
WILLIAM in hun armen en leggen hem voor VERONIEK neer. VERONIEK kijkt bewust
niet naar hem.]
DE GESTALTE
Kijk naar hem.
VERONIEK
[Draait zich om] Ik kijk niet naar hem.
Ik heb hem al gezien. Ik wil hier weg.
DE GESTALTE
Kijk naar hem.
VERONIEK
Doe het zelf. Jij bent toch goed in die
dingen. Mensen opwekken uit de dood.
DE GESTALTE
Roep hem. Noem hem bij zijn naam.
VERONIEK
Heb ik al gedaan. Ik heb me suf
geschreeuwd.
DE GESTALTE
Roep hem.
VERONIEK
[Schreeuwt zonder kijken] William! Zo
goed.
DE GESTALTE
Je roept niet, je schreeuwt.
VERONIEK
Hoe moet ik het dan doen.
DE GESTALTE
Roep hem.
VERONIEK
Waarom moet ík. Wat heb ik er mee te
maken dat hij - is het mijn schuld? Okee, alles is mijn schuld, maar laat me.
DE GESTALTE
Kijk hem aan.
VERONIEK
Wat valt er te zien.
DE GESTALTE
zeg zijn naam
VERONIEK
[Verliest haar geduld, balt al haar
woede samen, buigt zich over WILLIAM:] Hufter. Vuile vuile hufter... Zeg wat.
Heb ik iets verkeerd gedaan soms.
DE GESTALTE
Nee.
VERONIEK
Wat nee.
DE GESTALTE
Je hebt het goed gedaan. [Geeft haar
een zoen, loopt weg] Het is een lange weg. Kijk niet om naar hoe het was,
bedenk welke kansen je hebt. En geef hem op z'n donder, als ie weigert van je
te houden, want je bent het waard.
[VERONIEK kijkt naar haar vriend, die
overeind is gekomen, duf, schlemielig, houdt afstand, maar blijft kijken. Het
voordoek gaat dicht. Donker.]
7.
MEF
[Voor het voordoek. Heeft er de pest
in. Tegen publiek] U zou willen weten hoe dit afloopt... Ik weet het wel, maar
voel me niet geroepen u dat te laten weten. Beschouw het als een verhaaltje
voor het slapen gaan, als de fantasie van een gefrustreerde schrijver. Of
beter: vergeet het, en ga. Ga!
Tot ziens, op een andere plek, een
andere tijd... [Draait zich om, loopt weg, nog net hoorbaar:] Shit.