Ik haal de borden van de tafel
kwak het eten uit de pan
je had gezegd dat je zou komen
maar het kwam er weer niet van
en ik weet het wel: zo ben je
dat is juist waar ik van hou
je bent geen hond die op z’n plek blijft
maar dit moment vervloek ik jou
jij zoekt niet naar het houvast
van huisnummer en straat
jij bent een wolk die overdrijft
maar ik waan mij in de hemel
als je laat merken dat je blijft
voordat je gaat
Ik gooi afwas in de wasbak
spoel het vaatwerk met geweld
ik sta met stukgevallen glas
je hebt me zelfs weer niet gebeld
ik wring de vaatdoek uit net woede
en opeens dan sta je daar
je zegt met handen op mijn heupen
zo, is de afwas alweer klaar
jij zoekt niet naar het houvast
van huisnummer en straat
jij bent een wolk die overdrijft
maar ik waan mij in de hemel
als je laat merken dat je blijft
voordat je gaat
Ik zeg wat wil je eten
de bio-bak is net gevuld
jij zegt: dat is voldoende
en als toetje neem ik jou
en ik neem je met geduld.