Ik volg de snelweg als een naald
de groeven van een plaat
Voorbije dagen
De langspeelplaten met daarop
het mooist wat ik bezat staan opgeslagen
in dozen van de supermarkt
om ooit weer eens te horen
voorbije dagen
De wolken lossen op
in de voorruit, links en rechts
de vlaktes met stuivende tractoren
Je zit niet naast me om te zeggen
Dat ik beter op moet letten
Je draaide eindeloos cassettes
Met irritante jazzmuziek
Maar dan keek ik, van opzij
En als je meezong was het heerlijk
om te horen
Dan siste je: kijk voor je
Ik zie sporen in het asfalt
Naar de vangrail die niet ving
Er is zoveel dat ooit
Voorgoed verloren ging
Ik volg de snelweg als een naald
de groeven van een plaat
Voorbije dagen
De langspeelplaten met daarop
het mooist wat ik bezat staan opgeslagen
in dozen van de supermarkt
om ooit weer eens te horen
voorbije dagen
De zon zakt rozerood
In de voorruit, links en rechts
De vlaktes met vlekken van wat
dorpen
De telefoon gaat in mijn jaszak
Maar ik laat me niet storen
De radio laat horen
Muziek die ik vergeten was
Ik was zestien, lag op bed,
Ik moest leren wat de school had
voorgeschreven
Maar niet wat ik wou weten
Het echte leven deed zich voor
In dromen die ik komen liet
Op de pompende muziek
Die in mijn kamer hing
Het straatlantarenlicht
In de ruiten links en rechts
Kamers met steeds dezelfde beelden
Ik zet mijn wagen voor de deur
Ik steek de sleutel in het slot
Ik hang mijn jas op, en de kat
komt bij me klagen:
waar of ik nu weer was gebleven
voorbije dagen