VERLOS ONS VAN DE MODDERPOEL
Ik wil water, stromend water
Dat de stoflaag van mijn lichaam
douchet
Dat teder rimpelt of dat woest
De stijve dijken ramt
Ik wil water, stromend water
Dat ruist en bruist en razend bralt
Dat juichend in de diepte valt
En stenen slijt tot zand
Die stinkend stilstaat in de goot
Die geurt en meurt
Naar een uitgestelde dood
Ik wil water, stromend water
Dat dorst bestrijdt in felle zon
Dat levenslustig uit de bron
Zichzelf tot leven danst
Ik wil water, stromend water
Transparant als zuiver glas
En mèt jou lig ik in het gras
Van de groene waterkant