TOILET
Mijn favoriete plek is het toilet
in die mij zo vertrouwde geur
tussen drie wanden en een deur
met mijn knieën in een knak
boven een groeiend hoopje kak’
al komt er wel eens niets hoe ik
ook pers
dan knutsel ik geduldig
ondertussen aan een vers
ik lees een boek ik strik de
veters van mijn schoen
op het toilet kun je van alles
laten
maar je kunt er ook zoveel dingen
doen
wanneer zwaarmoedigheid mij
overmand
als alles in mij huilen wil
zoek ik de koelte van de bril
en met de broek omlaag
zucht ik zo zielig en ik klaag
mijn lieve god ik wil alleen nog
dood
en ik leg mijn moeie hoofd
tussen m’n knieën op m’n schoot
ik pers een traan en die sijpelt
op m’n schoen
op het toilet kun je van alles
laten
maar je kunt er ook zoveel dingen
doen
wat het klooster voor de non is
voor de vlinder de cocon is
wat voor de zakenman het pak is
de VVD voor kouwe kak is
dat is voor mij die kleine plek
met zijn geur van wel en wee
zo baarmoederlijk privé
de wc
wanneer het logge lijf zich
langzaam leegt
bevrijdt het brein zich van een
last
en hoezeer ook ongepast
doe ik aan literaire lust
of mediteer, door God gekust,
mijn geest gaat aardediep en
hemelhoog
zo zalig met de ogen dicht, poepend uit mijn derde oog,
vind ik rust voor fantasie en
visioen
op het toilet kun je van alles
laten
maar je kunt er ook zoveel dingen
doen