[Uit: Alice]
Een
avontuurlijk jong meisje
Zij had
haar rugzak gepakt
Voor een
trektocht ver weg door de wereld
Zo is zij
de rivier afgezakt
Zij zette
haar tent in een bos op
Toen kwam
er een jager langszij
Die liet
haar zijn jachtgeweer zien
En siste:
Nu ben je van mij
Zij
schreeuwde, toen hij naar haar strot greep
Geen mens
heeft haar angstkreet gehoord
De
vogeltjes zongen hun wijsjes
En de
eekhoorntjes huppelde voort
Ach meisje
kijkt uit voor de wereld
De jagers,
zij loeren er rond
Voor je 't
weet snoeren zij je de mond
Dus kind
zoek je weg door dit leven
Bescheiden,
verwacht niet te veel
't Is de
jagers als jachtveld gegeven
Voor je 't
weet snoeren zij je de keel
Zij fietste
terug van een feestje
Het zong
in haar hoofd vrolijk na
Twee
jongens zij sprongen tevoorschijn
Uit de
struiken en grinnikten: Sta!
Waar gaat
dit heerlijke lijfje
Zo laat in
de nacht nog naar toe?
Ze namen
haar vreeslijk te pakken
Ik zeg je
maar liever niet hoe
Ze heeft
toen ze bij was gekomen
Zich bij
de politie beklaagd
Die zei
haar: zeg eerlijk mevrouwtje
Heeft u er
niet zelf om gevraagd?
Ach meisje
kijkt uit voor de wereld
De jagers,
zij loeren er rond
Voor je 't
weet snoeren zij je de mond
Dus kind
zoek je weg door dit leven
Bescheiden,
verwacht niet te veel
't Is de
jagers als jachtveld gegeven
Voor je 't
weet snoeren zij je de keel
De straat
is er niet voor het meisje
De straat
is voor jager en wild
De jager
hij moet zich bewijzen
Zijn
honger is zelden gestild