HET
TEKEN VAN DE VIS
[Een paaslied over Jona]
Ik
zal zeggen wat het is
het
is het teken van de vis
het
is de opgedoken vis
die
de hoop en redding is
van
degene die verzuipt
in
de kouwe duisternis
het
is het teken,
het
teken van de vis.
Een mens hoort op het droge
een vis hoort in de zee
maar soms bij windkracht negen
sleurt de onderstroom je mee
naar die uitzichtloze plek
waar geen licht en adem is
daar gaat men naar de haaien
en naar de verdommenis
Dan komt de grote vis
de vis die vangt een mens
de mens komt in de stilte
van die grote vissepens
drie dagen niets te zien
drie dagen geen geluid
en dan door God gekieteld
spuugt de vis de mens weer uit
Ik
zal zeggen wat het is
het
is het teken van de vis
het
is de opgedoken vis
die
de hoop en redding is
van
degene die verzuipt
in
de kouwe duisternis
het
is het teken,
het
teken van de vis.
De mens hoort op het droge
de vis zwemt in de zee
de vis behoed de mens
tot het behoud van Ninevé
hij spuugt hem op het droge
en met een vloek en met een zucht
wordt de mens geboren
Godzijdank! Weer frisse lucht!