Smash

op eeen maaandag200 jaar geleden ontstond opeens de aarde God was bezig de kat te kietelen

toen hij een knal hoorde

God nu al? verbaasde hij zich, want God mocht zich graag verbazen

Waarom heet ik God? verbazing vindik mooier, of verwondering. café mag ook, café het witte konijn bijvoorbeeld, misschien ben ik dat wel? een wit konijn, maar dan van een speciale orde.

De katwerd ongeduldig, hij snapte het niet, vooral die knal, en dan ook nog al die vragen

 wordt vervolgd

Smash

op een maaandag200 jaar geleden ontstond opeens de aarde

God was bezig de kat te kietelen

toen hij een knal hoorde

God nu al? verbaasde hij zich, want God mocht zich graag verbazen

Waarom heet ik God? verbazing vind ik mooier, of verwondering. café mag ook, café het witte konijn bijvoorbeeld, misschien ben ik dat wel? een wit konijn, maar dan van een speciale orde.

De kar werd ongeduldig

 wordt vervolgd

marinus

Op de achtste dag toe hij zich verveelde schiep God Marinus

hij ging op zijn stoeltje zitten keek toe of het goed was en twijfelde, het werd een zootje, maar leuk was het wel

God\zelf was daar niet zo goed in, die had dan altijd het gevoel dat er opgeruimd moest worden, en vergeven

Zonde noemde hij die troep, maar Marinus vond dat er nog wel wat bij kon, hij smeerde plakte, kwakte veegde, scheurde, ging af en toe in de luie stoel zitten, en zag dat het lekker, was, en lekker vies ook, net als zijn handen

En hij wist, dat er die dag iets heel nieuws op de wereld verschenen was

Geen zonde in elk geval. hij begon meteen opnieuw

Charlotte keek en zei dat het goed was

Ik zet hem nu weg anders ga je maar door, en plemp je de hele boel vol

Ze kent mij

Jeannet zegt Mooi

Arie zegt: Geel, Rood Blauw., en wijst daarbij waar wat is

Wouter vindt het een 'mooie tekening

Én Marinus zag dat het goed was, daar hoefde geen schoonmaker aan te pas komen, laat staan sterven

Wordt vervolgd

 

 

 

 

 

 

 

 

S m a s h

 

Ik heb geen handen voor grote dingen. Ik heb de

handen van mijn vader mijn moeder. Die hadden

een wereld zo klein dat alles

groot leek, met god als gids

 

                       die god zit ingesleten, binnen-

geknuffeld als poeslief konijn

in ruwhouten hok, dit witwonder konijn

dat alles kleiner en groter deed zijn, en alles

overvraagt, maar nu alleen nog niet dood wil,

en ik durf niet - geef mij te vreten

 

die wereld was de mijne, tot

mijn kop begon te zeiken. De grazige weiden

verzuurden. Mijn kop is de jakhals die aast

op wat hij zelf niet kan verschalken. Mijn handen

zijn korte stompe vingers met gouden ring. Mijn hoofd

is waterhoofd wachtend op de geest die zweeft.

Geef mij de vingers van een vrouw, tijdelijk

voor een weids orgasme. Of die van de

volleyballer, die het moment pakt voor

een explosie binnen de grenzen.

 

 

 

Dat gedachten ijl zijn

 

 

 

1.

Dat ik een boom zie. Hoe ik een boom zie,

bos, aderwerk met bladeren, weemoedigheid

en vislicht, en dat Mondriaan zijn hemel

grijstonig tussen de takken hangt. Dat gedachten

woorden zijn. Van de theeplant de theebladeren.

Dat ieder zijn thee kan zetten, potje voor

vrienden verenigd rond, en een winkeltje beginnen.

 

2.

Dat gedachten ijl zijn, en geen materie.

Dat gedachten stront zijn, en zich ophoopt

in de het prikkelbare darmsysteem van de schedelpan . Nooit

geleerd iemand in het gezicht te schijten.

De drol op tafel leggen. Kijk dan. Ik zit

mijn ziel te persen in de stilte van kleine

kamertjes die zich vullen met eigen geur. En zuchten

dit is genoeg voor vandaag.

 

 

 

 

 

Dwars

 

Korte rok, lange benen, 19 jaar. Liefde

geen woord dat zin heeft, maar zo

gevraagd is voor het werd gevuld. Niet aankomen, zeker,

weten wij, wachten. De jeuk die gekrabt wil

de krab die geneukt wil, scharrelt

verward, ruggelings verhard. Dwars.

 

 

 

 

 

Opa piet gezien

 

Opa Piet gezien, die al 20 jaar dood is.

Zelf gelooft hij daar niet zo in.

Wel in sterven, dat deed hij overtuigend toen het

zijn tijd was, maar niet in dood zijn,

dat is van voorbije tijden. Ik zag hem ,

oude man, grijze snor, zelfverzekerde

fiets, maar geloven doe ik dat niet.

Dit is wat ik zag. Hij is aan mij verschenen.

 

 

 

 

Dat iemands dood

 

dat iemands dood, Kennedy bijvoorbeeld,

een flitsfoto maakt van jezelf en wat je deed

op dat moment, dat is wat mij betreft gelul.

 

Wel is er de dood van Lennon. De radio

zond twee uur liedjes van Beatles en Lennon uit

die ik mij tape-gewijs heb toegeëigend.

 

Die tien jaar tape daarna herinner ik mij.

 

 

 

 

Postbode

 

Ik tegenover mijzelf. De postbode

levert zijn brief en blijft kijken

hoe de lezer verkeerd zal lezen.

De brief schrijft hij zelf

om te herschrijven. De postbode

ben ik niet. Die heb ik verzonnen

om deze inhoud te bezorgen.

 

De voyeur van eigen daden. Als

je mijzelf aftrekt, wat blijft over?

 

 

 

Geluid

 

Je moet het geluid van de tandartsboor

vervangen door die van de snelweg. Dat

klinkt een stuk vertrouwder.