Op een afgelegen plek in een donker woud waar honden blaffen en geweerschoten klinken komen 21 mensen bij elkaar op uitnodiging van Jimmy, een vriend uit voorbije dagen . De een komt om af te rekenen, de tweede zoekt een laatste restje liefde, de derde komt om herrie te schoppen, de vierde om een vriendje te scoren, de vijfde heeft voldoende aan flink wat flessen bier - en dat in een nachtelijk bos waar minstens 1 onvoorspelbare idioot in rond loopt….
1.INTRODUCTIE
1.1
[Het decor is nog
een rommeltje. Kast. Stapelbedden. Bomen. Niets staat nog op zijn plek.Tussen
publiek en speelvlak, loopt de beek.
Rechts, langs de beek, staan 20 bloemen, op dunne wiegende stelen. Links hangt
vanaf het plafond een rol papier omlaag. MARION komt bij papier staan, droogt
tranen, rolt de rol verder af. Ondertussen klinkt ‘White Rabbit’.]
[Einde muziek:
ALICE komt op, tussen de gordijnen door, bekijkt het tafereel met Marion, plukt
bloem, zegt de Naam van een van de Anderen, rijgt de bloem aan een ketting.
Degene van wie de naam is verschijn met brief in de hand, opent de brief, en
leest. De laatste die opkomt is de MAN.]
ALICE
Man.
MAN:
Met geweer. [Schiet]
PROJECTIE:
‘HOOFDSTUK !’
[SPELERS af]
1.2
[KENNETH,
RALPH en ROSE komen naar voren. RALPH
blijft toekijken.]
KENNETH
Jimmy is een lul
ROSE
Jimmy is dood. Dat zeg je niet.
KENNETH
Oké. Jimmy is een dooie lul.
ROSE
Heb je het gelezen.
KENNETH
Alles waar Jimmy in staat, sla ik over, skip ik, versnipper
ik, wil ik nooit meer zien. [Gooit prop
weg, ROSE vangt]
ROSE
Lees
PROJECTIE:
KENNETH, ROSE, RALPH
KENNETH
Sneeuwwitje is dood, zeg je.
ROSE
Jimmy
KENNETH
Sneeuwwitje
ROSE
Hou op.
KENNETH
Niet leuk voor de dwergen. ‘Joho joho’
ROSE
[Geeft hem een klap, loopt weg]
KENNETH
Auw.
1.3
MUZIEK:STARWARS
THEME
[WALTER komtop
met pc, staat, werkt op het apparaat. VIVIAN komt op, kijkt naar haar broertje
.]
PROJECTIE
WALTER
WALTER
E-mail. Van Jimmy.
VIVIAN
Kan niet. Jimmy is dood.
Lees. [Overhandigt
WALTER de brief, begint nogal hardhandig met lange nagels aan haar polsen te
krabben. Dan verbaasd] Hoezo ken jij Jimmy?
PROJECTIE
VIVIAN
VIVIAN
[Tegen
publiek] Jimmy is mijn. Jimmy
en ik, een bijzonder duo. Niemand zo intiem, een op een, nooit niet, niemand
niet, ik en Jimmy, niet lief, niet
leuk, anders, oja, gaat je geen flikker aan, Jimmy en ik, issie weg. Weg. Dood,
zit ik met een broertje, zit ik met een vader, zit ik met een moeder, zit ik
met niks
WALTER
Tuurlijk ken ik Jimmy. Dat wist je toch. Ik weet toch ook
dat jij Jimmy kent. We wonen in het
zelfde huis.
VIVIAN
Dat is ook het enige. Ach broertje van me, we wonen in
hetzelfde huis maar in zulke verschillende lichamen.
WALTER
God zij dank. Mijn polsen zijn nog heel. [Tegen publiek] Dat is mijn zusje, ze
stinkt naar rook. Normaal praat ze minder, nog minder dan ik, tenminste met
mij. Ze rookt om niet te praten. De rook waar ze naar ruikt zie je glazig wazig
zweven in haar ogen. Dat soort rook. Normaal komt ze mijn kamer niet binnen,
normaal komt zij haar kamer niet uit. Liever ga ik dood, zegt zij.
VIVIAN
Je keek achter deuren. Je gluurde door gordijnen. Je hebt
mijn bed horen kraken. Mijn kleine voyeur. En wat zag je voor opwindends tussen
mij en mijn grote bleke minnaar.
WALTER
Niks. Ik weet alleen wat hij mij vertelde, en dat leek mij
woord voor woord gelogen.
VIVIAN
E-mail?
WALTER
Hier staat hetzelfde. Jimmy is dood. Jimmy wil begraven
worden… Wacht…
[Bekijkt
intensief zijn scherm, er gaat iets mis] Afzender:
God.
VIVIAN
En God is
Jimmy.
WALTER
God is Jimmy. Zeker weten. Daar gaat iets fout…
Nieuw spelletje. Dit keer met slaapzak.
[Kijkt naar
z’n scherm] Shit.
VIVIAN
Er gaat iets mis. Er gaat iets mis. Ik weet niet wat het is
maar er gaat iets
WALTER
Virus. Twee rode ogen. Wit konijn. Dank je wel Jimmy.
VIVIAN
Dank je wel God. [Komt
kijken] Grappig. Hop hop hop… [Volgt de bewegingen van een
springend konijntje op het scherm]
WALTER
Alles weg. [Ramt op
z’n toetsen. ]
VIVIAN
Sneeuw. Een wit konijntje in de sneeuw. Twee bloederige oogjes. Tijd voor een goed gesprek broertje. Leg
uit wat je bedoelt… God is Jimmy.
WALTER
[terwijl hij
ondertussen op z’n toetsen ramt] Wou
je het echt weten?. Weet je wat een MUD is. Een spel. Een interactief spel. Op
de server van de TU draait bijvoorbeeld een MUD, gebaseerd op Starwars…
iedereen is er mee bezig.
VIVIAN
Interesseert me niet. Vertel over Jimmy.
WALTER
Zo zijn er meer spelen.
VIVIAN
Spelen? [Ondertussen
haalt ze het snoer omhoog, en haar mes tevoorschijn]
WALTER
Multi User Dungeon.. Kijk niet zo debiel. Als je wat wilt
snappen moet je niet bij voorbaat zo’n debiele kop trekken.
VIVIAN
dat is mijn lieve meisjeshoofd, lieve ogen, lieve lipjes… Ga
door. Ga door, alsjeblieft.
WALTER
Spelers uit alle delen van de wereld, loggen in. Je legt je
gewone identiteit af. Je verplaatst je in een andere wereld, fantasy, gothic, starwars, andere goden,
andere normen.
…Wat ben je spraakzaam. Ah! Je bent blij dat je wat gehoord
hebt van Jimmy. Je bent blij. Jij bent blij.
VIVIAN
[Pissig] Ga door, broertje.
WALTER
Je neemt een nieuwe naam aan, een nieuwe rol. Dan ben je
God, of een demon, of een Jeti,… Alles kan.
VIVIAN
God?
WALTER
Niet echt God, maar het karakter God, het spelkarakter
God… Gewoon een soort toneelstukje,
maar dan maak je zelf het verhaal, in het decor van een ander. - Zoiets als jij je leven leidt.
VIVIAN
Wat heeft dat te maken met Jimmy?
WALTER
Ik leerde Jimmy zo’n spel
VIVIAN
Zo’n Multi User Dungeon. En toen wou Jimmy God zijn. Ik
begrijp het.
WALTER
[terwijl hij
op z’n toetsen ramt]
Het probleem was dat Jimmy en God en Satan wilde zijn in
hetzelfde spel. En een van de regels was dat je geen twee karakters tegelijk
mocht zijn. Voor straf werden zijn karakters gedelete. Verwijderd.
VIVIAN
Dat snap ik
WALTER
Vond ie prachtig, zei die. Oplossen, wegwezen, plus en min,
leeg, blanco, niks, yin en yang, dat soort gelul. Maar volgens mij vond ie het
verschrikkelijk. Ik heb hem sindsdien nooit meer terug gezien.
VIVIAN
Wanneer was dat.
WALTER
Anderhalf jaar, denk ik.
VIVIAN
En nu komt ie terug, gereïncarneerd als een klein wit
gif-konijntje. Hop hop hop in de monitor.
[Trekt snoer
los] Zo. Dood.
WALTER
Hee!
VIVIAN
Je had je niet met hem mogen bemoeien. Jimmy was van mij.
WALTER
Doe niet zo achterlijk.
VIVIAN
Inderdaad, ik doe achterlijk… Wat denk je, moet ik in het
zwart.
PROJECTIE:
Wat denk je
moet ik in het zwart?
1.4
[Terug naar
KENNETH]
KENNETH
[Leest] Die begrafenis van Jimmy. Beetje raar.
ROSE
Dan ga je niet
KENNETH
Wie heeft dit bedacht.
RALPH
Als dit niet echt is, dan is het spotten.
ROSE
Je hoeft niet.
KENNETH
Ik ga wel. Ik heb nog wat te verrekenen met die ijdele
albino, met die zak vol stank waarvan de lucht nog altijd hangt in kamers,
kroegen en krankzinnige verhalen. Wie dacht ie wel dat ie was.
ROSE
Wie dacht jij dat hij was.
RALPH
En ik dan, ik heb niet zo’n ding gekregen?
KENNETH
Omdat ik ‘s nachts vaker droom van hem dan dat ik zou willen
slapen met jou. Jimmy de nachtmerrie.
ROSE
Waarom
KENNETH
Ik ga hem begraven.
ROSE
Waarom
KENNETH
Ik ga hem zo ontzettend
goed begraven dat gehakt vers uit de gehaktmolen nog eerder weer tot leven komt
dan hij.
ROSE
Boos?
KENNETH
[Tegen RALPH] Jij bent waar ik ben. Dat is het antwoord op jouw vraag.
RALPH
Ik weet niks van Jimmy. Ik had niks met Jimmy, ik heb niet
eens een uitnodiging.
KENNETH
Fuck Jimmy. Jij gaat omdat ik ga
ROSE
Ik ga niet als jij zo opgefokt doet.
KENNETH
Ik doe niet opgefokt. Okee? Slaapzak mee. Drie dagen love peace en jimmy…
PROJECTIE
Drie dagen
1.4.b
[Drums,
trommels. RALH af. Achter het witte gordijn komt HEIN op]
PROJECTIE
HEIN
[HEIN danst
stoned hippiedansje, onder slaken van ‘oeh oeh’, andere spelers doen mee.]
1.5
[GRACE
passeert met kinderwagen. De kinderwagen is beladen met pamperdozen. Ze roept
om een hoek]
PROJECTIE
GRACE
GRACE
Mam! Ik ga weg, een paar dagen. Mam. Mamma!
[Begint
kinderwagen leeg te pakken] Ik
heb nieuws van Jimmy. Mama. Pas jij een paar dagen op de kleine.
KIND
Mama
GRACE
Blijf daar! Ik kom zo.
[Tegen
publiek] Okee, ik ben 17, en
ik heb een kind. D'r valt van alles uit te leggen, maar dat doe ik niet. Dat
heb ik gehad, daar ben ik doorheen. Ja, er is een vader. Maar de vader weet
niet dat hij de vader is. En dat wil ik zo houden. Het is nog zo’n knulletje.
Nee, ik ben niet zielig. Als ik zak voor m’n havo dit jaar dan ben ik zielig.
Dan zit ik nog een jaar langer bij dat soort knulletjes in de klas.
Mam! Ze is lief maar doof… Doof, dat lijkt mij wel makkelijk
als je lief wil zijn. Dat je niet alles horen kunt.
Die jongen die de vader zou moeten zijn die had zo’n leuke
stem, die zei van die grappige dingen.
Was ik maar doof geweest. Wat had ie eigenlijk voor ogen?
Lelijke handen had ie, en vervelend.
Zeg ik nu. Hee, mam. [Gaat]
1.6b
PROJECTIE
ANTHONY
[ANTHONY op,
opgefokt.]
ANTHONY
Je moet er geen spelletje van maken. Je moet met mij niet
fokken. Als je met mij fokt weet je niet met wàt je fokt. Ja, met mij. Maar je
weet niet met wàt je fokt? Begrijp je. Nee dat begrijp je niet. Helderheid.
Essentie. Je moet geen fikkie stoken in het bos, weet je. Nee, dat weet je
niet. Ja, je kunt wel fikkie stoken in het bos, als het drie weken heeft
gezeken. Als het drie weken heeft gezeken, kun je wel fikkie stoken in het bos.
Maar niet als het dor is, en droog. Dan kùn je wel fikkie stoken, maar je weet
niet wat, begrijp je. Nee, dat begrijp je niet. Je moet gewoon niet fokken met
mij. Niet nu… [Laat brief zien] Dit.
Dit moet je niet doen, weet je. Nee, dat weet je niet.
1.6
[De 6 van de 7
dwergen komen bij MARION staan, die huilt rustig verder.]
STELLA
Ga jij?
LUCIE
Weet ik niet. Ga jij?
STELLA
Hangt er van af. Ga jij?
ROSALINE
Wie gaat er nog meer? Jij?
EMIL
Hij misschien. Hee! Ga jij.
RALPH
Denk het wel. Wie gaan er nog meer.
LUCIE
Weet ik niet.
RALPH
Wie wel
LUCIE
Wie weet wie wel
EMIL
Okee, wie gaat er wel?
STELLA:
Wie heeft die
uitnodigingen verstuurd?
LUCIE
Weet ik niet.
ROSALINE
Weet ik niet.
LUCIE
Gaan we, met z’n allen?
AGNES
Hoe was het ook alweer?
Heiho, heiho
STELLA
En als Kenneth gaat?
LUCIE
Kenneth gaat niet.
EMIL
Kenneth gaat wel
STELLA
Als Kenneth gaat ga ik niet
ROSALINE
Als Kenneth gaat ga ik wel. Ik blijf niet thuis omdat
Kenneth gaat.
LUCIE
Kenneth gaat niet. Kenneth had de schurft aan Jimmy.
STELLA
Als Kenneth ergens de schurft aan heeft gaat ie juist wel.
ROSE
Kenneth gaat wel. Kenneth gaat stennis maken.
STELLA
En jij. Jij bent zijn vriendin.
ROSE
Het is zijn leven.
LUCIE
Ik vind dat we moeten gaan.
RALPH
Kenneth denkt dat Jimmy een mietje is. Een flikker.
ROSE
Zou jij moeten weten.
LUCIE
Straks zegt ie nog dat Jimmy een nikker is. Kenneth zegt
zoveel.
KENNETH
[Verschijnt] Ja, dat zeg ik.
Heeft iemand van de meiden ooit met hem geneukt? [Stilte]
LUCIE
Nee, jij wel dan?
1.7
[MUZIEK: Tori
Amos, ‘Winter’ Het is koud
[Voordoek
gedeeltelijk dicht. VIOLA vanachter komt met rugzak op, rugzak af, legt
slaapzak neer. Donker. Alleen projectie: Van Mont Blanc naar berghut. Licht
achter een raam. JIMMY komt binnen, niet meer dan een vaag silhouet, gebaren
van Viola, JIMMYblijft staan. Donker.]
PROJECTIE:
All the white horses are still in bed
I tell you that I'll always want you near
You say that things change my dear
[Licht.]
VIOLA
[ontwaakt, ziet naast zich de slaapzak van JIMMY leeg, staat op, zet muziek
uit] Jimmy? Als je thee zet, maak voor mij dan een
eitje. De koelkast zal wel leeg zijn. Jimmy ? Tot zover zijn we in elk geval
gekomen. Jimmy? Doe de kachel aan. Alsjeblieft. De koelkast is niet nodig hier.
Zie je sneeuw. Durf je niet te kijken. Jimmy… [Ordent haar haar, doet iets warms aan. Komt uit de slaapzak, kijkt
rond. Vindt envelop. Leest. ]
Zeg dat het niet waar is.
1.8
MUZIEK: EVIL
ED, DARK JUSTICE1
PROJECTIE:
EDGE
[Op voorrand
podium staan EDWIN en GEORGE.]
EDWIN
Op een dag kregen wij een brief. George en ik.
GEORGE
Edwin is mijn vriend
EDWIN
De tekst was eenvoudig: ‘Jimmy is dood. Jij als beste vriend
van Jimmy wordt hierbij uitgenodigd
om afscheid te nemen van hem en wie hij voor jou was.’
GEORGE
Jimmy was onze vriend. En dat we slaapzakken mee moesten
nemen als we zouden komen.
EDWIN
Het zou drie dagen duren. Vrijdag, zaterdag en zondag. Het
leek op een grap, eigenlijk wel..
GEORGE
Jimmy hield van grappen die ik niet altijd begreep.
EDWIN
Het waren geen grappen zei hij.
GEORGE
Volgens mij wel hoor. Want wat was het anders als het geen
grappen waren
EDWIN
We lachten erom als we dronken waren.
GEORGE
Jimmy werd elke avond dronken. Hij maakte een zootje van
zichzelf. Je zag het aan z’n huid
EDWIN
Je zag het aan z’n huid. Dan hingen de vellen er bij.
GEORGE
En bloed. Of ie aids had.
EDWIN
Nee, niet of ie aids had. Dat zie je niet
GEORGE
Op sommige plaatjes wel
EDWIN
Dat is geen aids, dat zijn de gevolgen van aids
GEORGE
Dat bedoel ik: Zoals je denkt dat aids er uitziet als je zou
kunnen zien hoe het er uitzag.
EDWIN
Het ziet er niet uit, aids. Het is er
GEORGE
Dat bedoel ik.
EDWIN
En het heeft gevolgen
GEORGE
Ja. Ik heb een oom , die heeft ook de gevolgen. Gewoon in de
familie.
EDWIN
Eng.
GEORGE
Dat je het niet ziet, dat is eng. Ja dat is eng, dat je het
niet ziet.
EDWIN
Dat bedoel ik niet. Die oom. En dat het in je familie zit.
GEORGE
Als ik lief ben voor mezelf gaat het goed, zei Jimmy. Ben ik
stout voor mezelf dan wil geen meid mij nog hebben… Hij zei dat hij heel wat
meiden had gehad.
EDWIN
Meer dan wij.
GEORGE
2 Jaar geleden zei hij dat. In Brussel.
EDWIN
Wauw. Brussel. [Stilte]
Trouwens, je ziet nooit meer van die leuke spotjes over aids. Of van die
enge foto’s… van de gevolgen.
GEORGE
Daarna heb ik hem nooit meer gezien.
EDWIN
Misschien dood.
GEORGE
Misschien ook niet.
EDWIN
Maar waarschijnlijk wel.
GEORGE
Ja, waarschijnlijk wel. Jimmy was iemand om vroeg dood te
gaan.
EDWIN
Jimmy was
albino
GEORGE
De juiste kleur heb ik al, zei hij.
EDWIN
Net als Andy warhol.
GEORGE
Was dat die oom.
EDWIN
Nee, dat was oom Gerald.
GEORGE
Ah, dat was die kunstenaar
EDWIN
Nee, die was verpleegkundige
GEORGE
Ik bedoel Andy Warhol.
GEORGE
Dit soort grapjes, daar oefenen wij op. Wij deden wel eens
een grapje voor Jimmy. Jimmy hield niet van onze grapjes.
EDWIN
Nou, wij hielden ook niet van zijn grapjes.
SAMEN
Lekker puh.
GEORGE
[Willen
afgaan, blijven staan] Ik hoop wel
dat het een beetje leuk is. Die begrafenis. We moeten misschien wat muziek
meenemen. [Zet walkman op]
EDWIN
O ja. Die begrafenis. [Zet
walkman op]
2.0
INTERMEZZO
[RITME,
TROMSLAGEN. De blokken worden gesleept, gesjouwd, gestapeld, verschoven. De
opbouwers zingen ‘heiho heiho, etc’ De Blokhut ontstaat. Links en rechts voor
op het podium verrijzen de bomen]
AGNES
[Helemaal op
de voorrand, wijst op de activiteiten achter haar] Zie je dat? Kisten. Moet iets voorstellen. [Naar anderen] Wat moet dat voorstellen
jongens?
ANDEREN
Blokhut
AGNES
Blokhut. Ik had zelf ook liever een realistisch decor. Mooie
projecties op de achterwand. Torens die uit de grond schieten. Trappen. Een
helikopter die vanuit de nok komt aanzetten boven de twee geliefden.Miss
Saigon, dat zou ik wel willen zijn.
Maar nee. Kisten. Wat was het ook alweer?
ANDEREN
Blokhut.
AGNES
Zoals bij eh
ANDEREN
Klein Duimpje.
AGNES
Klein Duimpje. En eh
ANDEREN
Sneeuwwitje.
AGNES
Dat bedoel ik nou. Fake. Niet dat ik echt ben, ik bedoel, ik
ben evengoed fake, het is maar een rolletje, het staat gewoon in het script. Ik
bedoel, was het geen rol, dan stond ik hier niet. Veel te verlegen. Zomaar
zeggen wat ik denk. Krijg ik meteen rooie vlekken in mijn nek. Maar als het een
rol is.
Wat was het ook alweer?
ANDEREN
Kom je nog helpen of niet.
AGNES
Blokhut. Soms weet ik zelf niet wat er nou wel of wat er nou
niet in mijn tekst staat. [Wijst op
bomen] En dat?
ANDEREN
Bomen
EEN
Bomen. Fake. Plastic. Maar toch wel leuk zo’n rolletje. Sta
ik hier lekker in mijn eentje. Als er toevallig net nu iemand een foto maakt -
voor de krant ofzo - sta ik er toch mooi in m’n eentje
[Kijkt rond -
ziet dat alle anderen inmiddels naast haar staan] Okee, ik moet weer. [Wijst]
Ik ga nu door het bos, op weg naar de blokhut. Zo meteen ziet u mij
binnenkomen, en dan weet u het. Wat was het ook alweer? [ANDEREN gebaren haar dat ze mee moet komen, dat doet ze, maar komt nog
even terug.] Blokhut.
2.1
[Bosgeluiden.
ALICE loopt op blote voeten, ze telt de bedden, doet warrig - en zo ziet ze er
ook uit]
2.2
[Bosgeluiden.
VIOLA, met rugzak, staat alleen bij boom.]
VIOLA
Ik ken Jimmy uit de trein. Ik kwam terug van een klimtocht
in de Pyreneeën met vrienden. Prachtig. Doodmoe. De laatste kilometers. Ergens
bij Breda. Ik sliep. Naast me lag mijn rugzak. Jimmy maakte me wakker. Ik
schrok. Die witte kop met die bril. ‘Dat wil ik ook,’ zei hij. ‘Klimmen.
Eenmaal in m’n leven wil ik een top beklimmen. En jij moet het me leren.’… Zo
begon het. De gek. We zagen elkaar vaker, en vaker. Ik moest hem leren klimmen.
Maar hij wilde niet echt leren. Hij wilde het meteen al kunnen. Hij wou de Mont
Blanc op, een albino in de sneeuw, zei hij. Onzichtbaar worden. Ik zei hem te
trainen. Als je niet traint, ga ik niet met je mee, zei ik. Maar zoiets zeggen tegen Jimmy heeft geen zin.
Hij trainde niet, maar hij ging wel, en ik ging met hem mee. Ik had voor hem
gekocht wat hij nodig had, maar wat hij er mee moest wist hij niet. Wegingen
naar Chamonix, voor een paar nachten in de jeugdherberg. Ik zou hem de bergen
leren kennen. Als hij de toppen zou zien, zou hij weten dat bergbeklimmen
menens is. Hij zou er vanzelf vanaf zien, dacht ik. ‘s Morgens werd ik wakker.
Jimmy was weg. Z’n spullen lagen er nog. En een brief. [Laat brief zien.]
Of hij is
begonnen - wat godsonmogelijk is - de berg te beklimmen. Dan had ik bij hem moeten
zijn. Of hij is hier - de klootzak - waar ik wèl ben.
Als hij
hìer is…
Sta ik
tegen een boom te praten. Ik wil hier niet zijn.
Als hij
hìer is…
Ik sleur
hem aan z’n piekhaar de piek van de Mont-Blanc op. Ik spiets hem met z’n reet
op de bergtop.
Als ik hem
hier tegenkom, Jimmy… was het maar zo.
2.3
[Als STELLA,
LUCIE, ROSALINE, EMILY, AGNES en LOUISE de blokhut binnen komen, net zaklampen,
schiet ALICE weg onder 1 van de bedden.]
LOUISE
Hai. Hallo. Is er iemand. Hee.
STELLA
Is er licht?
LOUISE
Leeg. Wat een hok. Niemand
STELLA
7 Bedden. Zitten we goed hier?
EMIL
14
AGNES
Mooi zo. En als er nu meer dan 14 komen?
EMIL
En als er nu irritante jongens komen
LUCIE
En als er nu niet-irritante jongens komen
ROSALINE
Wie wil waar.
STELLA
Gooi eerst je spullen maar neer.
LOUISE
Is er een wc.
ROSALINE
Is dit alles.
LOUISE
Als er een bus terug was, ging ik nu terug
EMIL
Er is geen bus terug. Morgenvroeg weer.
STELLA
Die keet van het hockeykamp was erger
Waar is Marion?
LUCIE
Marion? [Lachen,
herhalen de naam] Zielig.
Die is echt van streek. Bang dat ze moet huilen, enzo.
LOUISE
Ik zie er niet uit. En dan moet ik nog huilen.
STELLA
Ik dan.
LOUISE
We hadden moeten komen in het zwart. Kant.
STELLA
Kant. Van die mooie zwarte weduwen.
LUCIE
Met mascara die langs je wangen druipt vanwege de tranen,
prachtige tranen, als parels zilver langs je wangen glinsterend glijden langs
je hals tot diep in je geurende decolleté
AGNES
Als de lijken geen lijken waren kwamen ze recht overeind als
de kruisen op hun graven.
AGNES
Wat doen we hier eigenlijk
STELLA
De laatste eer brengen aan Sneeuwwitje
ALLEN
‘Hai Sneeuwwitje, Wij zijn de 7 dwergen.’
EMIL
Ik zie het als een grap
ROSALIE
Ik zie er de grap niet van in
AGNES
Waarom ben je dan hier?
ROSALIE
Jullie zijn toch ook hier
AGNES
Als ik terugdenk: Er stond: ‘jongen zoekt…’ Maar: Welke
jongen zoekt klasgenoten om samen een voorstelling over Sneeuwwitje te maken.
STELLA
En welke jongen vindt 7 meiden zo gek
om dwergje voor hem te spelen
AGNES
Hoe was het ook alweer.
ALLEN
[Kleine act,
met beweginkjes, en pasjes,
resulterend in
een groepsopstelling van groot naar klein]
Er was eens een land met 7 bergen
De kleinste was om sleetje te rijden
De tweede was om je in te wijden
De derde was om je benen te spreiden
De vierde zou je ziel besnijden
De vijfde toonde je schaduwzijden
De zesde voor de vermaledijden
De hoogste top was er om te lijden
Heiho heiho etc
LOUISE
[ontdekt ALICE
onder het bed] Ssst. Daar zit
iemand.
ANDEREN
Jimmy. [Omsinglen gelijktijdig
het bed] Kom d'r maar onderuit. [Als
er beweging is onder het bed, gelijktijdig] Freeze!
[ALICE komt
tevoorschijn]
STELLA
O nee, het is echt Sneeuwwitje.
[Ze gaan
kijken, ALICE komt tevoorschijn, blozend, warrig, kinderlijk lachend.]
ALICE
Jullie komen voor Jimmy hè. Hij is er nog niet. Zal ik
zeggen dat jullie er zijn. Ik ben Alice.
2.4
[Vogelgeluiden.
Buiten staat MARION in de beek te staren. Vervolgens naar de hemel tussen de
boomtoppen. RALPH, KENNETH en ROSE komen opzij van de blokhut naar voren. Nemen
positie in, zeggen zogoed als niets.]
MARION
Zie je, de lucht is groen. Speciaal nu. Speciaal nu.
[Anderen
kijken ongeïnteresseerd.]
ROSE
[bukt zich,
hand in het water.] Koud.
MARION
[Blijft naar
de lucht kijken]
De beek graaft een weg door het dal. Spiegelt de lucht.
Water is moeilijk. Water is altijd anders. Alles stroomt, zei Jimmy. Zie je?
Als je water wilt schilderen moet je de indruk schilderen, die het water op je
maakt en niet het water, zegt Jimmy. Impressionisme. Voor een schilder bestaat
het water niet, alleen de verf.
ROSE
En als Jimmy zegt dat Willem Alexander een vriendin heeft
dan heeft Willem Alexander een vriendin.
RALPH
Ik ga niet naar binnen.
KENNETH
Rare plek voor en begrafenis. Ik heb het niet op bossen. Ik
heb begrafenissen het liefst in een weiland. Met schijtende koeien. Dat heeft
iets - back to earth - iets troostends. En een trein, die langs komt. En een
cola-automaat.
RALPH
Ik ga niet naar binnen. Veel te veel mensen.
ROSE
Dat heb je bij begrafenissen. Veel mensen
KENNETH
min een.
RALPH
Jimmy is dood. Daar moet je geen grappen over maken. Als
Jimmy dood is, okee, dan is ie dood, mij kan het niet schelen, ik ken hem niet,
maar als ie dood is is het menens en
moet je d'r geen grappen over maken.
KENNETH
Diepe gedachte Ralph... De boslucht doet je goed…
RALPH
en als ie niet dood is, dan is het fake, en dan drijf je de
spot met wat voor een ander echt is
ROSE
Alles is fake.
RALPH
O ja? O ja? Mijn vader die dood is, is geen fake, die is echt
dood. Zo lang ik leef al.
KENNETH
Dat heb je gezien
RALPH
Zijn naam staat op de steen. Ralph heet ie, net als ik.
KENNETH
Maar wat ligt er onder.
ROSE
Wie.
RALPH
Ik ga terug. Dit is fout.
[Komt naast
MARION staan]
ROSE:
Jimmy is niet dood, Ralph. Niet echt dood. Jimmy is weg.
Hartstikke weg. Dat noemen we dood.
[ANTHONY op, blijft ergens zijdelings staan]
MARION
Zie je, de lucht is groen. De enige die kon zeggen de lucht
is groen is Jimmy. Monet, dat was een schilder. Die schilderde bijvoorbeeld
sneeuw, met oranje, en groen, en paars. En toch leek het precies op sneeuw.
RALPH
[Zonder kijken] Gras is groen. Lucht is blauw. Dood is
dood.
MARION
Jimmy zei: de lucht is groen.
KENNETH
Dat kwam door zijn adem.
MARION
Ik keek: en ja, de lucht was groen. Dat
je dat niet eerder zag. Nu zie ik het ook.
.
ROOS
[Tegen ANTHONY] Wat sta je daar.
ANTHONY
Ik denk, daarom sta ik hier.
ROOS
Mijn God, een intellectueel… Wat denk
je?
ANTHONY
Ik wist dat ik geen zin had om hier te
zijn.
ROOS
Waarom ben je dan hier.
ANTHONY
Omdat ik wilde weten of ik gelijk had.
ROOS
En?
ANTHONY
Ik heb gelijk. Daarom is het goed dat
ik hier ben.
[GEORGE en
EDWIN komen op]
GEORGE
Moeten we hier zijn voor Jimmy?
EDWIN
Jimmy’s begrafenis. [Anderen
knikken] Van harte gecondoleerd.
MARION
Jouw gezicht vraagt om licht, zei Jimmy, het is anders dan
dat jij denkt dat de anderen naar je kijken, zoiets zei hij
ROSE
Bij mij zei hij nooit wat
MARION
wat deed hij dan
ROSE
ja wat denk je… zwijgen
ANTHONY
Dat is een paradox, dat wat ik net zei. Een paradox.
2.5
MUZIEK: begin
RIVERDANCE.
[De groep is
uitgebreid. Met VIVIAN, VIOLA, WALTER, GRACE, HEIN. Het is stil. MARION staat
bij de deur. Het is zichtbaar dat ze verlegen zijn met de situatie. Even later
komen RALPH, KENNETH, en ROSE op]
VIVIAN
[gebaart de
muziek tot stilte] Dus dit is een
begrafenis. Waar is de geliefde dode. Ooit verdwenen zonder reden. En nu
verklaart ie zichzelf overleden. En hop, daar komen zijn geliefden uit alle
hoeken en gaten als ratten die het lijk menen te ruiken. Waar is het lijk. [Stilte] Wie heeft dit georganiseerd.
Jimmy zelf. Of een van jullie.
HEIN
Ik begrijp het wel
VIVIAN
En jij bent
ALICE
Ik ben Alice. En jij bent?
VIVIAN
Vivian. [Tegen Hein]
En jij bent.
ALICE
ik heb voor iedereen een glaasje water
MARION
Ik heb wat foto’s meegenomen, die kunnen we misschien
ophangen, en andere dingen die met Jimmy te maken hebben. [Stilte. Ze vouwt een papier open] Ik heb een tekening, die heeft
Jimmy voor mij gemaakt.
AGNES
Waar was je. We zouden met z’n zevenen gaan.
ALICE
Het is water uit de beek, glashelder water, ‘s nachts
drinken de reeën er uit, en de wilde zwijnen, als het maanlicht door de takken
valt. Wil iemand een glaasje water.
HEIN
[Terwijl
iedereen uit beleefdheid een glas water aanneemt van ALICE] Zal ik dan maar zeggen wie ik ben? Ik ben Hein. Jimmy heeft mij geleerd anders te
kijken, hoe alles samenhangt met alles, niets is zomaar iets. [ALICE reikt hem een glas aan. Hij pakt het
niet aan] Dit is een keerpunt in mijn leven. [ALICE giet het water over zijn/haar voeten]
ALICE
je moet wel het water nemen.
HEIN
Een keerpunt in onze levens misschien wel. Merken jullie
niks. Dit is een bijzondere plek. Al onze levenslijnen komen hier bijeen
LOUISE
[Ontdekt iets
smerigs in haar glas water]
Gatver!
HEIN
[terwijl
iedereen reageert op LOUISE gaat ze gewoon door] Al onze levenslijnen dragen een klein stukje Jimmy Jij
draagt een stukje Jimmy. En jij draagt een stukje Jimmy. En op deze plaats, op
het kruispunt van al die lijnen wordt Jimmy als het ware weer getekend. Hij is
hier. Jimmy is dood, waar dan ook, maar zijn geest is hier. Jimmy? [Gebaart stilte] Sst. [Anderen nemen het over] Jimmy.
[Het wordt een
beetje gênant stil]
MAN
[Verschijnt in de deuropening. Geweer over de schouder.
Zeer kortaf.] Kan iemand mij
helpen.
STELLA
U bent?
MAN
Vraag ik wie jij bent De kist. Ik heb dragers nodig voor de
kist.
[Een aantal
spelers gaat af. Anderen verzamelen zich rond de deur. MUZIEK. VIVIAN stelt
zich afzijdig, afwezig op. Vooraan. Over de muziek heen beginnen de anderen te
praten, steeds luidruchtiger,
willekeurige teksten, etc. Als de kist wordt binnengedragen verstommen
de stemmen. De kist wordt op de schragen gezet.]
MUZIEK:
CHARLIE BIG POTATOES
[Het wordt
stil.]
MAN
Wanneer kan ik hem komen halen?
STELLA
Zit er iemand in. [Spelers
wijken uiteen]
MAN
Ja, wat denkt u?
3.
3.1.
[MUZIEK.
Buiten. VIVIAN zit afzijdig. ALICE staat aan de rand van de beek. ANTHONY komt
naast VIVIAN zitten. Praat tegen haar. VIVIAN luistert niet.]
ANTHONY
Wist ik wel. Die kist is leeg. Tel de feiten op, trek de
leugens af, laat de emotie achterwege. Jimmy is niet dood. Weet je waar Jimmy
wel is? Jimmy is gek. Gevaarlijke gek. Alleen als ie zich beheerste of als
iemand anders hem beheerste ging het goed.
GRACE
Hij beheerste zich altijd.
KENNETH
O ja?
GRACE
Ja.
Hij deed wat goed was om gedaan te hebben.
KENNETH
Wat dan?
GRACE
Wat nodig was. Nooit opdringerig. Hij had de tijd. Hij wat
er wel of niet gezegd moest worden Maar ik weet niet waar jij hem van kent.
KENNETH
Meiden, daar was ie anders mee.
GRACE
Dat heeft er niets mee te maken.
ANTHONY
Maar: wie heeft dat met die kist verzonnen. Kinderachtig.
Niks voor Jimmy.
VIVIAN
O jawel.
ANTHONY
Die uitnodigingen, dat zou kunnen. Maar die kist. Nee. Als
je aan de oppervlakte blijft, ja, maar als je dieper graaft.
EDWIN
Zo’n kist kan behoorlijk diepgaan.
ANTHONY
Ik ken Jimmy meer dan oppervlakkig. Nee. Nacht na nacht
gingen wij door het diepe dal van alles
wat mensen tot mensen maakt. Praten. Filosoferen. We zagen de naakte waarheid
ongenadig diep in de ogen. Life is shit, maar je kunt er iets moois van
boetseren, als je niet bang bent voor vieze handen. ‘s Nachts was Jimmy op z’n
best. Vlijmscherp, helder, tot ie plotseling opsprong. ‘Weet je wat dit werkelijk
betekent’, vroeg ie dan.
MARION
Neem me niet kwalijk,
ANTHONY
[laat haar
niet praten] Reed ie achter een
meisje, fietspad door het park, holst van de nacht, lief schuchter meisje. Zo’n meisje te pakken nemen, zei die, denk
je dat ik dat kan? Waarom niet? Naar voren scheuren, onderuit halen, en de
rest. De details zal ik je besparen.
MARION
over welke Jimmy heb jij het.
KENNETH
Zijn er nog meer Jimmy’s
die hier vandaag worden begraven? Is het Jimmy dag? Alle Jimmy’s vandaag
met korting de grond in.
ANTHONY
De meeste mensen zijn ongevaarlijk omdat ze niet gevaarlijk durven zijn, zei hij.
MARION
[Tegen
ANTHONY] Dat lieg je. Jij kent
Jimmy niet.
ROSE
Dat zei hij. Maar wat deed ie.
ANTHONY
Ander voorbeeld..
ROSE
Laat maar.
[VIOLA
verschijnt, met rugzak, blijft op afstand staan kijken]
ANTHONY
Zaten we in Brussel op een terras. Ik bier. Hij niet. Nooit.
Nooit bier. Ik wil helder zijn, zei Jimmy, als ik wat uitvreet wil ik ‘s
morgens weten wat ik ‘s nachts heb uitgevreten. Komt er zo’n Brussels vrouwtje
langs, mantelpakje, goud, kapsel van elke morgen bij de kapper. Hakkentikkend
over de keien. We pakken dat wijf d'r
tas af, zei Jimmy.
MARION
Niet
ANTHONY
Gewoon opstaan, tasje pakken, wegmieteren
MARION
Niet
ANTHONY
en wegwezen
ROSE
Je liegt.
ANTHONY
Inderdaad.
ROSE
kijk niet zo naar mij.
ANTHONY
Zo kijk ik altijd als iemand tegen mij zegt dat ik lieg. …
Jimmy kon dat. Maar zoals jij dat doet…
Het kostte moeite hem tegen te houden. Ik moet weten hoe het
is, zei hij. Hoe het echt is.
ROSE
Echt? Echt bestaat niet. Zelfs de bomen zijn fake. Je maakt er van wat je er van maken kan. Wat is echt. [Tegen ANTHONY]
Kijk niet zo naar me.
[Anderen lopen
bij ANTHONY weg, naar VIOLA. ANTHONY kijkt hoe ALICE op haar knieën bij de beek
ligt om water in glazen te scheppen.]
GRACE
[tegenover VIOLA] Jimmy
VIOLA
Ja, Jimmy
GRACE
Ben je komen lopen
VIOLA
Ja
GRACE
Door het bos [VIOLA
knikt alleen nog] De hele weg. [Viola
lijkt te gaan huilen]
ANTHONY
[Komt achter
Alice staan]
Ik heb zo het gevoel dat ik je ergens van ken.
ALICE
Waar het vandaan komt kun je niet zien. Je ziet dat het
stroomt, maar waar het vandaan komt kun je niet zien. Voel eens hoe koud. [Legt handen op ANTHONY’s wangen, die blijft
even stil in haar ogen staan kijken, draait zich dan om loopt weg.]
ANTHONY
Ik had hier niet moeten komen. Damn it. Ik kan dit niet. [Drinkt] Zo moet je niet tegen me
praten. Geen gelul. Hee trut. Muts. Doos. Hee trutje. Ik ken je. [Drinkt, steeds opgefokter] Die kop van
mij, wil niet wat ik wil. Die kop is een kist. Die kop is en kist die te lang
op zolder heeft gestaan. Shit. Dikke shit. Ik
moet terug. Ik heb nog wat van je tegoed. [Houdt
hand voor de mond om z’n eigen adem te ruiken] Er gaat iets gebeuren. Ik
ruik het. Ik stink naar een ander, [Ruikt]
Ik stink naar mijn vader. Stink ik naar mijn vader. Shit. [Hij houdt zich afzijdig van de anderen]
3.2
[GEORGE en
EDWIN komen binnen, de ZES zijn er al, met chips.]
GEORGE
Jullie doen aan toneel?
LUCIE
Wij deden even aan toneel ja, vanwege Jimmy.
GEORGE
Wij doen ook aan toneel. Edwin en ik.
EDWIN
Ik ben Edwin.
GEORGE
Cabaret. Ik speel piano. En Edwin doet meer de grappige
stukjes.
EDWIN
De conferences.
GEORGE
Ik ben wat ernstiger. Daarom zijn wij een goed duo. Ik ben
de aangever, zeg maar. Maar we willen niet alleen maar grappig zijn. We hebben
ook wat te vertellen.
EDWIN
Maar wel grappig.
GEORGE
Doe maar ‘ns een stukje. [EDWIN
schudt] We zitten nog in de try out fase. Beetje Youp van het Hek-achtig.
EDWIN
Hans Teeuwen is goed.
GEORGE
Doe ‘ns een stukje. [Maakt
ritme, alsof hij begeleidt.
EDWIN
[zingt.] Ik hou van mij
ik ben zo blij dat eindelijk iemand houdt van mij
zoals de koe houdt van de wei
de slager van de slagerij
hou ik van mij, hou ik van mij
ik hou van mij
dat is voorwaar al eentje meer dan vorig jaar
toen niemand hield van mij
ik heb mijzelf zo diep gehaat
ik wou niet met mijzelf op straat
maar goed dat is nu uitgepraat
als ik nu voor de spiegel sta
ik en ik zij aan zij
ben ik zo blij dat eindelijk iemand
houdt van mij.
Er was een tijd dat ik de liefste was
van school en klas
dat zei mijn moeder tegen mij
mijn lieveling mijn lekker ding
dat zei ze mij voordat ze ging
die dag in mei
ze legde mij te vondeling
in de wasmand naast de wasmachine
ik heb het zelf gezien
ik was er bij ze dropte mij
ik was pas zeventien
kom houd van mij
kom kom er bij
kom schep de friet en schenk de wijn
en leeg het glas op wat er was
het is zo goed om mij te zijn.
[Houdt abrubt
op]
Met een microfoon gaat het beter.
GEORGE
En dan eerst gewoon in een klein cafeetje beginnen. Dan
Camaretten, beetje België misschien, België heeft meer oog voor Nederlands
talent dan Nederland, Youp van het Hek is ook in kleine theatertjes begonnen.
EDWIN
[Zoekt een van
de ZES op] Misschien kunnen wij
ooit wat samen.
AGNES
Houd je van chips
EDWIN
O zeker.
AGNES
Dan zul je ergens een winkeltje moeten zoeken, als je zo
zielig veel van jezelf houdt.
EDWIN
[is even
beledigd, lacht dan,alsof hij het een leuke grap vind, gaat weer bij EDWIN
zitten.] Moet ik onthouden… Het
was ironie
AGNES
het was zielig
EDWIN
het was ironische zieligheid
AGNES
het was zielige ironie
[EDWIN grist
zak uit haar handen, eet]
3.4
[HANNAH
arriveert, bijl over de schouder, tijdens haar woorden arriveren de anderen,op
ANTHONY na]
HANNAH
Hai. Mooie blokhut. Mooi bos, mooie bomen. Als dit Brazilië
was verdween elke minuut een stuk bos ter grootte van een voetbalveld. Luister.
De bulldozers rukken op. Hoor je de vogels zwijgen? [Stilte]
Allemaal armoe. Ik ben Hannah. De politieke partner van
Jimmy, zeg maar. Jimmy hield van de natuur. Zoals ik. Ik had Indiaan moeten
zijn. De grote dondervogel boven het hemeldak. De spiegelwereld onder water. De
vogels daartussen. Dat. Je hoeft er
niet op te lijken, je moet het zijn. Ik hoef geen veer op mijn kop, laat staan
in mijn kont. Wacht. Je wilt toch niet zeggen dat Jimmy in die kist ligt.
AGNES
Leeg
HANNAH
Stil. Waarom hoor ik ze niet. De vogels. Of ze slapen. Of
d'r gaat iets vreselijk fout. Is er hier iets dat vreselijk fout kan gaan.
Jimmy hield niet van vogels. Mensen, daar ging het om. Je weet hoe Jimmy was.
De felheid als er iets fout zat. Ik zei: Jimmy, vogels houden de moed er in.
Als de zon opkwam met het zingen van de vogels wees ik ze aan, noemde de namen.
Tot Jimmy de kleren weer aantrok, vanwege zijn huid. Ach. Zo mooi, zo’n
poedelnaakte nacht . Dan hadden we gedanst. Sterren gezien.
ROSALINE
Jullie hadden... geen kleren
HANNAH
Nee, nu je het zegt. et kon mij niet schelen hoe Jimmy er
uit zag. Dat kapotte witte albinolijf. Ik zalfde, ik verzorgde, ik masseerde.
Dat is die gore wereld, zei Jimmy, die vreet gaten in mijn lijf. Kortom: waar
issie? We moeten deze grote geest op z’n mooist begraven
EMIL
De kist is leeg.
ROSE
So what. 2 Eeuwen christendom dankt zijn succes aan een lege kist.
STELLA
Wie zegt dat ie dood is.
HANNAH
Wordt er gedanst voor de dode. Of wordt er alleen
geouwehoerd.
STELLA
Wie zegt dat ie dood is.
HANNAH
Ik. Iemand steekt een mes in zijn buik. Iemand schiet een
kogel door zijn kop. Jimmy is iemand om dood te zijn.
VIOLA
Dat denk je.Waarom?
HANNAH
Jimmy was een witte nikker, een witte Indiaan.
Die kritische blik, die venijnig bek. Mensen werden onrustig
van Jimmy.
KENNETH
Kortom: een witte Indiaanse nikker flikker.
HANNHA
Mooi gezegd.
LOUISE
laten we naar huis gaan.
[Stilte. HEIN
haalt pak waxinelichtjes tevoorschijn om die op de kist te zetten]
HANNAH
Goed, als niemand anders wat zegt. Eerst zullen we zwijgen.
Dan zullen we spreken. Dan zullen we dansen…. [Tegen HEIN] Wat doe je?
HEIN
Hannah, ik denk dat het goed is dat jij en ik spreek namens de anderen denk ik dat
jij nogal doortastend een beetje lijn brengt in deze mysterieuze situatie maar
misschien kunnen we eerst elkaar afvragen wat we eigenlijk willen,
en weten jij hebt zo jouw visie, en ik heb de mijne,
en ik stel voor dat we wat kaarsen neerzetten, misschien een
stille periode inbouwen om beelden op te roepen, ik heb muziek die sereen is en
HANNAH
Niks geen mystieke shit.
VIVIAN
Laat haar.
STELLA
Ik wil kaarsen
EMIL
Ik wil ook kaarsen
AGNES
Als er begraven gaat worden wil ik kaarsen
ANTHONY
Begraven? Wat wil je begraven?
HANNAH
Als je vuur wilt, steek dan deze hele keet in de fik. Better to burn
out, than to fade away. Stil. [Staat opeens stil, luistert] Wat is er
met de vogels. [Verontrust] Ik hoor
ze. Hoor je? [Rent naar de ingang,
luistert. Abrupt] Goed. Wie wil het woord?
[Stilte. ]
VIVIAN
[Stat op,
vouwt een papiertje open] Mag ik. [Geeft het dan aan GRACE] Wil jij het
lezen?
GRACE
‘Hoe kan ik ademen
met je dood als een brok
in mijn keel
Hoe kan ik lachen
nu het onherroepelijke vonnis
mijn mond verzegeld heeft
In een houten kist
gaat de toekomst
tot ontbinding over
Ik voel hoe ik langzaam
maar zeker bevries
Toch blijf ik ademen
en lach ik, oudergewoonte
En dat is misschien
het ergste van alles’
[Stilte.]
VIVIAN
[begint te
lachen, verscheurt het gedicht tot sneeuw]
Weten jullie waarom we hier met z’n allen bij bijeen zijn Wat hebben wij
gemeenschappelijk?
IEMAND
Jimmy.
VIVIAN
Okee, en waarom kennen wij allemaal Jimmy.
ROOS
Omdat wij allemaal stuk voor stuk even geschift zijn als hij
VIVIAN
Juist. En dat is precies waar Jimmy voor viel. Gun hem z’n
lol, maar gun hem geen tranen.
HANNAH
[Komt met
wijdopen armen op VIVIAN toe, sluit haar in de armen, zoent haar. Slaat op
kist] De grote dondervogel
heeft gesproken [Ze begint met vlakke
handen een ritme op de kist te slaan stopt even,] maar wat ze gezegd heeft
zullen we nooit begrijpen [gaat verder
met trommelen, gebaart anderen mee te doen, trommels nemen het ritme over.
[Ritueel,
dansen, trommels. RALPH staat terzijde, kijkt toe, verdwijnt.]
3.5
[Buiten,
bosgeluiden. Terwijl binnen wordt gedanst. ALICE ligt op haar knieën bij de
beek moeizaam glazen te vullen. GRACE komt bij haar, RALPH kijkt toe]
ALICE
Je ziet niet waar het vandaan komt. Je ziet dat het stroom,
maar niet waar het vandaan komt. Het kruipt uit de modder en komt dan hierheen.
GRACE
Geef mij een hand. [GRACE
geeft een hand, RALPH is dichter bij gekomen.]
ALICE
[reikt dieper
de beek in], Je lijkt wel een
moeder.
GRACE
Je weet zelf niet wat je zegt.
ALICE
Jouw hand voelt als de hand van een moeder.
GRACE
Zal ik je wat zeggen. Ik ben moeder.
ALICE
En ik ben een kind. Ik wil oversteken, maar jij houdt me
tegen… Ik ben hem gewoon achterna gelopen, Jimmy.
GRACE
Wat bedoel je?
ALICE
Ik ben hem gewoon achterna gelopen, Jimmy.
Elke keer weer. Ga weg zei Jimmy, dat deed ik niet. Ik weet
wat niemand weet maar ik ben gek en daarom gelooft niemand mij en daarom houd
ik het voor me. Alles is hier gratis, ik heet alles, maar mijn moeder zegt
Alice.
GRACE
Wat weet jij wat niemand weet
ALICE
Hou me vast
[Ze gaat met
haar volle gewicht aan GRACE’s hand hangen. RALPH pakt GRACE’s andere hand]
GRACE
Wat doe je
RALPH
Ik had zin om iemand een hand te geven.
ALICE
[Komt overeind,
laat glas vol water zien] Kikkervisjes. [GRACE kijkt, ziet niets] Dus jij bent
moeder. Hoeveel kindjes heb je?
GRACE
Meer dan jij kikkervisjes hebt
ALICE
En hoeveel wil je d'r nog bij. [ALICE loopt weg]
GRACE
Geen kikkervisje te zien
RALPH
[Houdt ALICE
tegen] Kan ik je helpen?
ALICE
[Probeert hem
aan de hand mee te krijgen]
Ik weet niet wie je bent, maar je lijkt me aardig. Wil je
met me praten? Ze denken dat ik gek ben, ze weten niet dat ik het hier prettig
vind. Het is hier prettig, ik krijg alles gratis [RALPH biedt voorzicht weerstand] Heb ik je hier eerder gezien. Zal
ik je rondleiden. Je hebt een goeie dag uitgekozen. Ik ben jarig vandaag,
welkom op mijn feestje.
RALPH
Ik ben Ralph en jij?
ALICE
waar ik ga, of wat ik zal worden weet ik niet, of wie ik ben
of wie ik zal zijn, het zaad weet niet dat het een bloem zal worden, en de
bloem weet niets van het zaad. Ik ben niet verdrietig of droevig hoor. [Als een kat die kopjes geeft knuffelt ze
een beetje met RALPH, gaat dan.] Daag. Ik ben toe aan mijn bed, het was een
lange dag voordat ze de lichten uitdoen - Je hebt een goeie dag
uitgekozen… ze denken dat ik gek ben.
[Ze loopt weg,
bijna in de armen van ANTHONY, die houdt haar staande, ze staan enige tijd
tegenover elkaar, als ALICE weg wil houdt ANTHONY haar tegen, RALPH ziet alles
gebeuren, WALTER is bij hem komen staan, ondertussen klinkt de muziek van uit
de blokhut harder]
KENNETH
[komt naar
buiten] Ralph
[Op het moment
dat RALPH reageert rukt ALICE zich los, ANTHONY achterlatend met haar
losgeschoten ketting. ANTHONY af, ALICE achterna. WALTER blijft ze na kijken]
3.6
KENNETH
Moet je niet dansen
RALPH
Het is een begrafenis.
KENNETH
Het is geen
begrafenis. Het is een feestje. Jimmy is weg. De grote dondervogel heeft al het
gedonder tot zich genomen.
RALPH
Ik kan niet dansen. Eerst bier dan dansen. Maar ik wil geen
bier, niet nu.
KENNETH
Eerst dansen dan bier, zo doen ze dat. Oud Indiaans gebruik.
Of wil je alvast. [Biedt bierflesje aan,
RALPH weigert], Ik zag je kijken. Binnen. Al die meiden. Wil je d'r een? Ja
je wil een meisje. Toch niet… [Wijst waar
ALICE verdween] De meiden zijn week nu. Sentiment. Moeheid.
WALTER
Adrenaline. Dansen is net als hardlopen.
KENNETh
Ik zal je zeggen wie je nemen moet. Stella. Stella is goed.
RALPH
Wat weet jij er van?
KENNETH
Of Agnes. Moet je wel wat intelligenter kijken.
Agnes houdt van intelligentie. Of iets wat er op lijkt.
RALPH
Als ze jou ziet loopt ze 3 kilometer om. Dat is
intelligentie.
KENNETH
Mooi zo. Hoef ik het niet te doen. Agnes houdt van karakter,
zegt ze. Wat je zelf niet hebt moet je van een ander zien te krijgen.
RALPH
Er is iets met die ene. Met die arm. En die nagels. Die dat
gedicht had en toen verscheurde.
KENNETH
Die zwarte. Vivian. Niet doen. Niks voor jou. Waarom haar.
RALPH
Ik vind haar lief.
KENNETH
Ho. Je vindt haar leuk. Je vindt haar lekker.
Zeg nooit: ik vind haar lief.
RALPH
Ik vindt haar lief. Ze kijkt zo bang.
KENNETH
En bang vind jij lief?
RALPH
Ze praat zo mooi, dat het bijna zeer doet.
KENNETH
Ze liegt, ze stelt zich aan. [VIVIAN passeert] Vergeet het.
RALPH
Hai.
VIVIAN
Hai.
WALTER
Dat is mijn zus.
3.7
[De
begrafenisvierders komen massaal naar buiten, gaan in rij bij de beek staan]
STEMMEN
De maan
de maan is rond, de maan is rond
twee ogen een neus en een mond, nu jij
[Herhalen, tot
iemand begint te zingen, geleidelijk doet iedereen mee, moe, beetje
aangeschoten, ze zetten hun bierflesjes/blikjes op de rand van de beek.]
Should auld
acquaintance be forgot
And never
brought to mind?
Should auld
acquaintance be forgot
And days of
auld lang syne?
Chorus
For auld lang
syne, my dear,
For auld land
syne
We'll tak' a
cup o' kindness yet
For auld lang
syne.
[Ondertussen
zie je, in silhouet, hoe in de blokhut iemand binnenkomt, het deksel van de
kist haalt, er naar binnen klimt, en het deksel weer sluit.
EMIL
Waar is hoe heet ze dat meisje met dat water
GRACE
Alice
WALTER
Ik heb Alice zien praten met die ene jongen. Hoe heet ie.
RALPH
Ik ben niet goed in namen.
WALTER
Die met die enge verhalen
DE ZES
Wat voor enge verhalen.
GRACE
Ja. Waar is die gek met die enge verhalen, en die ernstige
blik
MARION
Anthony
ROSE
Die creep die wat met me wilde.
MARION
Anthony. Walter zag hem, met Alice. Ik zag hoe die keek naar
Alice.
KENNETH
Ah, die. De filosoof. Die met die verhalen over dat meisje.
ROSE
En die Belgische dame.
KENNETH
Nu je het zegt: De filosoof is ook weg.
WALTER
Ze hadden ruzie.
KENNETH
Wie?
WALTER
Alice, en die filosfoof. Ik denk dat hij haar
KENNETH
Who the fuck is
Alice
ROSE
Ruzie?
WALTER
Zij wou weg, en hij hield haar tegen
KENNETH
Is dat ruzie.
WALTER
Dat kan ruzie zijn.
AGNES
Hadden die twee wat met elkaar
KENNETH
die komen uit dezlfde inrichting
ROOS
Als het ruzie is, zal het wel liefde zijn.
WALTER
Zal ik gaan kijken.
KENNETH
Viezerik.
GEORGE
Zullen wij meegaan Edwin
EDWIN
‘s Goed.
HANNAH
En ik.
KENNETH
Dat wordt hakken.
EDWIN
Ik hou wel van hakken… Mooie vrouw d'r boven.
[Klein
gezelschapje vertrekt met zaklantarens]
3.8
[Bosgeluiden.
De anderen vallen vermoeid op de grond, er wordt gewacht. Af en toe kijkt iemand of er al iemand terugkomt van de
zoektocht.Uit het donkere bos komen geluiden. Een enkele keer de knal van een
geweer. Hondengeblaf. Na een tijdje.]
KENNETH
Grace. Mag ik je wat vragen.
RALPH
Niet doen.
KENNETH
Jij hebt een kind, heb ik gehoord. Is het een kind van
Jimmy.
GRACE
[Koel]. Ja. Ik heb een kind.
Nee, het was niet van Jimmy. Ik was 15, drie jaar geleden. Havo 4. Net Havo 4.
Ik was het stille meisje op de achterbank dat altijd haar huiswerk af had. Ik
weet wat jullie denken. Had het weg laten maken. … Ik wist pas dat ik zwanger
was toen de bevalling al begon.
KENNETH
… Jij wist pas dat je zwanger was toen de bevalling al
begon.
GRACE
Ja… Ik wist pas dat ik zwanger was toen de bevalling al
begon. [Fel] Zeg niet dat dat niet
kan, want het kan. Goed. Stel de vragen die je niet kunt laten
[Iedereen
zwijgt. KENNETH maakt aanstalten om te vragen. Doet het uiteindelijk]
KENNETH
Mag ik?
GRACE
Wat je maar wilt. Daarna mag ik. Wat ik maar wil.
KENNETH
Hoezo? Nieuwsgierig naar mij?
GRACE
Er zijn wat geruchten.
[Er gebeurt
elders iets. Iedereen kijkt op, stilte. Een hond blaft. Stilte.]
GRACE
Ik ben eerlijk. En jij bent eerlijk.
KENNETH
Goed. Jij was zwanger en je bent niet de maagd Maria. Er was
dus een jongen. Wie?
GRACE
Wees niet bang, jij was het niet
KENNETH
Volgens mij was het Jimmy? Heeft ie je geneukt.
LOUIS
Dat vraag je niet.
KENNETH
Wel als ik gedronken heb.… En je wist niet
GRACE
Ik wist alles.
KENNETH
Maar niet dat je zwanger was. Kan niet. Had je geen dikke
buik. En je…
GRACE
Ongesteldheid?… Geloof je me niet. Jimmy was de enige die
mij meteen geloofde toen ik zei dat ik zwanger was zonder het te weten. Hij
zei: dat kan. Je kunt zo graag willen dat iets niet waar is dat het zo lang het
duurt niet waar is. Ik was echt niet zwanger. 9 Maanden was ik niet zwanger.
Onder de douche begon het. Paniek. 14 uur later was met mij gebeurd waar een
ander 9 maanden overdoet.
… Was ik maar zwanger, 9 maanden lang, met alles wat er bij
hoort, dan had ik mij er op voor kunnen bereiden, dan had ik er misschien zelfs
van kunnen genieten.
KENNETH
Kan niet.
GRACE
Ik heb geen zin in uitleg die zich herhaalt omdat jij niet
begrijpen wil.
KENNETH
Zoals Jimmy.
GRACE
Ja zoals Jimmy. … Nu jij. Wat heb jij met Jimmy.
KENNETH
Eerlijk? Alles?
ANDEREN
Alles.
KENNETH
[Aarzelt,
stelt uit, hakt de knoop door]
‘Eenmaal moet de berg van de schande worden beklommen om opgelucht het ravijn
in te storten.’… Okee. We hadden gedronken, Jimmy en ik. Klein feestje. Hij wil een toneelstukje doen, zegt hij,
over Sneeuwwitje nota bene, en of ik meedoe.
STELLA
Heeft ie jou gevraagd? Voor..
KENNETH
De prins. [Draagt
voor]
‘er was eens een land met 7 bergen
de kleinste was om sleetje te rijden
de tweede was om je in te wijden
de derde was om je benen te spreiden
de vierde
STELLA
om je ziel te besnijden
DE ZEVEN
de vijfde voor de schaduwzijden
de zesde voor de vermaledijden
en de hoogste was er voor het lijden’
KENNETH
en wie zou er Sneeuwwitje zijn? Hè wie zou er Sneeuwwitje
zijn? Ons albinokeesje himself! Leuk. Zo laat in de nacht. En jij moet me
zoenen, zegt hij, jij bent de prins,
Dat was 1. Nu komt 2. Voordat ik
kan lachen buigt ie zich over de tafel naar me toe en doet wat ik zou moeten doen
als prins bij Sneeuwwitje.
STELLA
Hij bij jou?
KENNETH
Wat denk je. Baf. Aan mijn lijf geen flikkers. Ik terug naar
huis, okee, things happen, alcohol, eigen schuld dikke bult, einde Jimmy. Dat
was 2, nu komt 3.
… ‘s Nachts word ik wakker, met een smerige bek, gatverdamme
wat een ranzige bek. Weet je wat ik gedroomd had, lach niet, ik droomde dat
Jimmy met van die Mick Jagger achtige nijlpaardenlippen, mij begon te kussen.
Jimmy met zo’n paardentong - wil je de details, of wil je niet de details - bijt
in m’n bek, ramt die tong in m’n strot, nou dan word je wel wakker - geen
bleekwater is sterk genoeg om dat gevoel uit je strot te branden - o het was maar een droom, zult u zeggen,
alleen maar een droom, ja ja, keer op
keer komt die klotedroom nacht na nacht terug…
dat ie me dat geflikt heeft, daar haat ik hem om.
ROSE
Je liegt.
KENNETH
Ik hoor niet wat je zegt, en als ik het hoor begrijp ik het
niet.
ROSE
Je liegt. Dat was het niet. Niet de inhoud van die droom, maar het
gevolg. Daar schrok je van.
KENNETH
wat bedoel je.
ROSE
Ik weet waar je bang voor bent, voor dat onberekenbare
monster in je broek dat steigert als jij wilt dat het slaapt. Je werd wakker in
kennelijke staat van opwinding, vanwege Jimmy. Dat maakte je bang. Dat mietje
Jimmy had je ongewild ongewenst opgewonden opgegeild. [KENNETH vliegt haar aan, wordt tegengehouden]
KENNETH
Dat verzin je.
ROSE
Ja dat verzin ik. Maar niet alles wat wordt verzonnen is
gelogen.
KENNETH
Wij waren vrienden. Nu niet meer.
WALTER
[Komt terug
gerend] Ik denk dat ik het
snap.
ROOS
Wij waren vrienden. Weet je waarom. Ik had geen zin om weer
een mooie vriendschap te zien mislukken, daarom koos ik zoiets als vriendschap
met jou. Dat het geen zeer zou doen als het niks zou worden.
WALTER
Ik snap het.
VIVIAN
Moet jij niet zoeken?
WALTER
Het heeft met Jimmy te maken. Iedereen die praat over Jimmy
zegt wat anders. Iedereen die wat zegt over Jimmy, zegt wat over zichzelf. En
nu komt het: Wat vertelde die filosoof
die Alice achterna is, over Jimmy? Een meisje op de fiets aanranden.
Een Belgische vrouw beroven. Hij had het niet over Jimmy.
Hij had het over zichzelf.
VIOLA
Zullen we met z’n allen gaan zoeken?
VIVIAN
Geloof hem niet. Hij houdt van puzzeltjes en spelletjes, en
detectifjes en filmpsychiaters die alles uiteindelijk verklaren.
VIOLA
Dan nog.
VIVIAN
Ga je gang.
Tuurlijk is het een grap van Jimmy. Mensen
belazeren omdat ze zo graag belazerd willen worden. [Kijkt hoog in de bomen] Ergens zit ie toe te kijken - de grote
witte dondervogel - hoe wij er een zootje van maken.
[Iedereen komt
moeizaam overeind, met tegenzin]
[Zaklamplicht.
De groep komt terug. SCHREEUWEN.]
HANNAH
[laat
de doorweekte jurk van ALICE zien.] Die vonden wij in de beek. Ik wist het. Er was
iets met de vogels.
ROSE
In het gunstigste geval loopt ze naakt door het bos elfje te
spelen voor de filosoof. In het ergste geval In het ernstigste geval, ligt ze
verzopen in het water. Maar waar? En
waarom?
VIOLA
Ken je Ophelia. De vriendin van Hamlet. Daar doet ze aan
denken.
KENNETH
En hoe liep dat af.
VIOLA.
Slecht. Ze werd gek, begon te zingen, strooide met bloemen,
en verzoop.
[Iedereen af,
op Vivian en Viola na]
VIOLA
[Laat brief
zien, aan VIVIAN] Deze brief:
Jimmy is dood. We gaan hem begraven. Dat klopt niet. Ik las de brief, en meteen
nam ik de trein terug om hier te zijn. Waarom.
VIVIAN
Waarom?
VIOLA
Waarom gaf hij me daar een brief. Waarom eerst die afstand.
VIVIAN
Waarom? Niks waarom. Ik heb geen zin in waarom. [Loopt weg]
VIOLA
Ik had alles voor hem betaald. De reis. De uitrusting.
In zie hem
de bergen in trekken.
Ik zie hem beginnen aan wat hij
nooit zal kunnen af maken. Bergbeklimmen gaat om risico, niet om veiligheid.
Beweerde hij.
Hij had z’n
jack meegenomen.
De kleine
rugzak.
Wat eten.
De schoenen
waarin hij nog nauwelijks gelopen had. Hij vond ze te zwaar. [Laat brief zien] Waar slaat dit op?
PAUZE
4.1
[DONKER, de
grote groep spelers maakt zich klaar om te gaan zoeken. Overal zaklamplicht. Op
de voorgrond staan WALTER en LUCIE]
LUCIE
Dat je dat allemaal doorhad.
WALTER
Starwars. [Wijst naar
de sterren] Iedereen heeft zo z’n geschiedenis, z’n achtergrond, z’n
uiterlijk, maar allemaal zijn we bezig aan dezelfde strijd. Eeuw na eeuw,
generatie na generatie. Onze plek onder de sterren. [Wijst] Daar komen we vandaan.
Eigenlijk zouden we de kist met Jimmy de ruimte in moeten
sturen. Dat is mooier dan de grond in.
Ieder z’n eigen ruimteschip, richting oneindigheid.
Piloten noemen hun vliegtuig kist.
LUCIE
Dat je dat allemaal weet. Internet?.. Stripverhalen.
Je leert het meeste buiten de school, weet je dat.
Het leven is sterker dan de boeken. [Ze vleit zich tegen WALTER aan, die laat het begaan, vindt het
leuk,recht zich, steeds manlijker,slaat behoedzaam zijn arm om haar heen.]
WALTER
Ik ga studeren aan de TU.
LUCIE
Delft?
WALTER
Twente.
LUCIE
Typisch jij. Iedereen doet Utrecht, of Amsterdam,
en jij kiest helemaal onafhankelijk van wat anderen doen
Twente. Jij gaat echt je eigen gang in dit heelal.
WALTER
Ik weet precies wat ik wil.
LUCIE
Dat lijkt mij ook.
WALTER
Als het kon zou ik mijzelf dematerialiseren en ergens ver
weg in het universum, op zoek gaan naar wat nog niemand eerder gezien of
gehoord heeft.
LUCIE
Wauw. Jij wil nog al wat.
ANDEREN
[roepen] Komen jullie nog.
[Ze gaan]
4.2
[Binnen.
MARION voelt zich betrapt als
VIVIAN binnen komt]
MARION
Mijn lenzen… Zou jij daar onder willen kijken
VIVIAN
Bang?
MARION
Eng
VIVIAN
D'r ligt niemand in. Kijken? Zou iets voor Jimmy zijn. Dood
liggen. In een kist.
MARION
Denk het niet.
VIVIAN
Plat?… Rond?… Doorzichtig? Ai. Een platgetrapte made.
MARION
Waar ken jij Jimmy van?
VIVIAN
Rare spelletjes. Hele rare spelletjes.
MARION
Rare spelletjes?.. Seks.
VIVIAN
Ganzenbord.
MARION
Ganzenbord?
VIVIAN
In de put zitten.
MARION
In de put zitten?
VIVIAN
Doodgaan.
MARION
Doodgaan?
VIVIAN
Waarom herhaal je alles
MARION
Waarom ik alles herhaal?
VIVIAN
Of op z’n ergst: overnieuw beginnen. Doodgaan en opnieuw
doodgaan. Kortom. Gevaarlijke spelletjes.
MARION
Gevaarlijke spelletjes… Sorry.
VIVIAN
Ik was opgelaten als ie er was. Zo wit als ie er uitzag, zo
zwart was ie van binnen. Als ie weg was voelde ik me goed. Opgeladen. Fit. Dat
ik het weer zag.
MARION
Wat.
VIVIAN.
Zitten. Het.
MARION
O.
VIVIAN
Hij hield van de rand, Jimmy.
MARION
Van de rand?
VIVIAN
We stonden bij de snelweg. Hij bond zijn sjaal voor z’n
ogen. Denk je dat iemand geblinddoekt de snelweg over kan steken, vroeg hij.
Schreeuwde hij. Pokkeherrie, dat verkeer.
MARION
Die Feyenoord sjaal.
VIVIAN
Feyenoord sjaal. Ben je gek. Jimmy een Feyenoord sjaal?
Voetbal, bedoel je.
MARION
Ja Feyenoord sjaal. Ik ging met hem naar Feyenoord.
VIVIAN
Feyenoord. Ah, Beverwijk zeker. Bij wijze van gevaarlijk
spelletje.. Jimmy met z’n stiletto in de trein
MARION
In de auto van zijn moeder. Jimmy had geen stiletto.
VIVIAN
Jimmy had geen moeder.
MARION
Maar z’n moeder had wel een auto.
VIVIAN
[Geeft grootte
aan] Zo’n stiletto had ie.
Om te opereren zei hij. To cut or not to cut, thats the
question. Van kastanjebladen
sneed ie heel precies al het bladgroen weg zodat de nerven overbleven. Als je
van het blad het bladgroen wegsnijdt wordt het weer een boom. [Stilte]
MARION
En toen.. Bij die snelweg.
VIVIAN
Toen stak hij over. Stinkende voorbij scheurende wagens. En
hij: Armen wijd als een koorddanser.
Soms kwam er even niks aan. Als je mazzel had moest het
kunnen. Ik hield hem tegen. Wanneer was dat. Dat Feyenoordgedoe.
MARION
Anderhalf jaar geleden.
VIVIAN
Kan niet. Anderhalf jaar geleden was ik met Jimmy. Had je
wat met Jimmy. Hou je van Jimmy. Je kijkt zo glazig. Of mis je je lens… Er
lagen drie dooie egels op de plek waar Jimmy probeerde dood te lopen. Je had
wat met Jimmy. De vuilak. Ach wie niet… Hartjes in je dagboek.
Fotootje in je portemonneetje… Dat ene speciale gevoel.
MARION
Nee niks, geen verkering of zo. Ik vond hem wel lief, en zo.
VIVIAN
Ik vond hem wel lief, en zo
MARION
Nou doe je het zelf. Herhalen… Denk jij dat de verdwijning
van Alice iets te maken heeft met Jimmy.
VIVIAN
Zei je dat tegen hem. ‘Ik vind jou wel lief en zo. Kreeg ie
zeker meteen uitslag.
MARION
Wat jij zei: Als ie geweest was dan zag ik het weer. Dan zei
hij: de lucht is groen, en dan zag ik het ook wat hij bedoelde
VIVIAN
Het kan hem geen zak schelen, dacht ik eerst.
Leven of dood. Dat gedoe bij die snelweg. Geen zak. Maar dat
was het niet. Ik denk dat hij wilde weten of ik hem tegen hield.
[HEIN komt
binnen]
HEIN
Het is niet goed he? Ik wist dat het niet goed is. Vivian,
je bent zo donker. Kijk. [Laat steen
zien] wat op mijn pad kwam.
VIVIAN
Jij was op zoek naar Alice?
HEIN
Ik zocht naar Alice en dit is wat ik vond. Steeds meer
stenen worden wakker om te genezen.
[Lacht vriendelijk] Stenen kiezen zelf of ze met me meegaan. Zij kiezen mij uit.
Als je een steen met aandacht en liefde behandelt, wordt die wakker. De energie
stroomt uit en heeft een genezende werking. Iedere wakkere steen heeft een
eigen karakter. Een bergkristal maakt het licht in de mensen wakker. De ruwe
vorm staat voor oerkracht, rond voor heelheid en de eivorm voor een nieuw
begin. Het is de eeuw die komt, de nieuwe eeuw. Alles wordt anders Vivian. Weet
je, alles valt op z’n plek. Jimmy is het einde van deze eeuw. Met Jimmy’s dood
begint de nieuwe eeuw. De eeuw van Aquarius. De waterdrager. Zie je het nu. Weet
je wie de waterdrager is? Alice! Water, ja toch. Water.
VIVIAN
De nieuwe eeuw is Alice. Dat belooft wat. Alice is gestoord.
HEIN
Nou en. Jezus leek gestoord. Boeddha leek gestoord. Jimmy
moest altijd een speciale bril opzetten
VIVIAN
Voor zijn extra gevoelige ogen
HEIN
daarom zag hij wat wij niet zagen. Jimmy was een kristal.
Eenmaal in de zoveel tijd kristalliseert de goddelijke energie zich in een
steen, in een plant
en heel soms in een mens. Daarom kwam ik Jimmy tegen in mijn
leven. Dit moest ik leren.
VIVIAN
Ga terug naar Tiel.
HEIN
Jij bent donker. Alice is licht. Heb
je gezien hoe licht ze is? Hoe licht ze beweegt. Zo watervlug. Zo transparant.
VIVIAN
Anorexia
HEIN
Zo licht dat op een dag het water haar zal dragen. De
waterdrager draagt het water dat haar draagt. Daarom kwam ze altijd met water
aanzetten. Daarom verdween ze in het water. Nu ik dit alles weet, ben ik niet
bang meer. Ze zal weer opstaan uit het water, het water is haar doop, de doop
is haar begin. De kring is rond. Het beeld van de zon verduisterd door de maan.
Alles klopt vannacht. De filosoof is het kille verstand, en Alice is het warme
weten, die twee zoeken elkaar,
vinden elkaar, en dat botst.
VIVIAN
En dan trekken ze hun kleren uit. Ja, ik begrijp het. Dat
botst behoorlijk. En vervolgens tippelt Alice naakt door een donker bos met de
filosoof op haar hielen.
HEIN
Deze steen heeft mij uitgekozen om jou te bereiken. Ik dacht
dat hij naar Jimmy wilde,
maar hij wil naar jou Vivian. Neem… neem de steen. In iedere steen zit een
engeltje. Soms kan ik zo’n engeltje ‘zien’. Zonet zag ik het engeltje in de
steen, een lichtje, een lichtwezen.
VIVIAN
Palestijnen zijn goed in stenen [Pakt steen, ziet niets] Ik zie geen engel.
HEIN
Net zag ik hem nog. Weet je wat dat betekent, Vivian? Dan
zit die engel nu in jou.
VIVIAN
Ik vermoord je Hein. [Raapt
grote steen op van de vloer]
HEIN
Zeg maar wat je op je ziel hebt Vivian
VIVIAN
[Duwt de
zware steen in HEIN handen] Zeg straks tegen iedereen dat je verschrikkelijk geluk hebt
gehad. [Verdwijnt woedend naar buiten]
4.3
[VIVIAN zit
buiten. Kwaad, in een soort paniek, verstijfd].
RALPH
[Komt naar
buiten, ziet VIVIAN, wil wat zeggen,
doet het niet,
stuntelt.] Hai [VIVIAN
reageert nauwelijks. Stilte] Ik ben
niet zo goed in praten.
VIVIAN
Mooi zo [Het duurt een
tijdje] Je bent in ieder geval goed in niet praten. Moet ik de woorden uit
je mond rukken. Of moet ik ze er eerst in leggen. Je vind me leuk. Je bent
verliefd. Je zou wat met me willen. Etcetera
RALPH
Ik zat te poepen, toen ik klaar was waren ze weg.
VIVIAN
Bang?
RALPH
Mooie sterren. Hoeveel zouden dat er zijn.
VIVIAN
Is dat een serieuze vraag
RALPH
Nee
VIVIAN
Mooi zo. [Staat op,
wil weglopen, ploft weer neer]
RALPH
Wat doe je.
VIVIAN
Ik ben leeg. Ik ga weg hier. Ik ben hier niet goed in. Een
op een, dat kan ik aan. Ik ga weg.
RALPH
Dan ga ik mee.
VIVIAN
Waarom. Als je de nacht veilig door wilt
raak mij dan niet aan.
[Vist pilletje uit broekzak]
RALPH
Om op je te passen.
VIVIAN
Om op je te passen.
RALPH
Wat is dat?
VIVIAN
Ken je Alice
RALPH
Ik ben niet goed in namen
VIVIAN
And if you go,
ask Alice
RALPH
White Rabbit. Jefferson Airplane. Dat ken ik. Zo’n liedje dat wij niet
horen te kennen. Mijn moeder
VIVIAN
Niet nu.
RALPH
Alice volgt een wit konijn zijn donkere hol in en dan komt
ze in wonderland. Daar groeien de pilletjes aan de bomen. Daar swingen de
paddo’s uit de grond. Zo’n pilletje. Als je te groot bent, maakt het je klein.
Als je te klein bent
VIVIAN
maakt het je groot.
[Slikt. ]
MUZIEK: ‘WHITE RABBIT’ steeds luider.
VIVIAN
En hoe groter je wordt, hoe kleiner je je voelt. Al die
lange armen en benen zitten je alleen maar in de weg. Vraag het aan Alice als
ze weer ‘ns 3 meter groot is en overal
stoot ze die rotkop van haar. Ik kan dit niet.
Ik ben hier niet goed in. Sorry.
[VIVIAN
klapt dicht, misschien huilt ze, misschien slaapt ze, misschien droomt ze. De
muziek neemt toe in volume. RALPH zit naast haar, VIVIAN’s hoofd op zijn
schouder.]
4.4
[Elders.
KENNETH ontmoet HANNAH, KENNETH heeft een grote veer bij zich.]
KENNETH
[Ziet HANNAH] Hannah. Jij bent Hannah.
HANNAH.
Ja Kenneth. Jij heet Kenneth.
KENNETH
Ik was in het bos
HANNAH
Ik was ook in het bos. Heb je Alice gevonden?
KENNETH
[Laat grote
witte veer zien] Nee.
HANNAH
Ze is opgevlogen als een witte zwaan.
KENNETH
De bomen in het bos zijn net zuilen… Ik hou niet van het
bos. Ik ben van de stad. Op het grasveld in de wijk waar ik woon, hebben we
zo’n hangplek. Een officiële. Een officiële hangplek. Geopend door de
burgemeester, door een flesje Grolsch open te klikken. Ze hebben d'r een
container geplaatst. Mogen we zelf onderkalken. Gra-fi-ti, zei de burgemeester.
… Ik was met school in Rome.
HANNAH
Bier.
KENNETH
Het Pantheon. Die kolossale koele ruimte. Dat gat daar
bovenin. Dat gat is het mooiste. Dat dat wat er niet is het mooiste is… Ik keek
langs de boomstammen omhoog, door een gat in het bladerdak, recht naar de volle
maan. Snap je me… Toen viel deze veer omlaag. Wat betekent dat?…. Jij weet
alles van vogels. Van wat voor vogel is deze veer?
HANNAH
Een witte vogel.
KENNETH
En hoe heet ie?
HANNAH
De naam van de vogels verzonnen we zelf. Was hij wit en zong
hij vrolijk, dan noemde ik hem de vrolijke witte vogel.
KENNETH
Was de vogel wit en zong hij treurig, dan noemde je hem
Jimmy. Wat betekent dit Hannah.
HANNAH
Wij horen bij de aarde Kenneth. Wij kennen de bomen, tak na
tak, wat gaten in het bladerdak, maar we worden nooit vogels, en vogels worden
nooit mensen.
KENNETH
Ik wil ook Indiaan zijn. Ik wil een paard. Ik wil niet meer
terug.
HANNAH
Lucky Luck.
Poor lonesome
cowboy.
Indiaan.
KENNETH
[Wappert met
veer] Vogel.
[Beetje week] Vogeltje.
Dit is zo dom.
Dit is zo dom.
[Lacht en
huilt tegelijk, is op]
5.1
[Bosgeluiden,
plus het kraaien van een haan. Het is morgen, buiten de blokhut. ROSALINE en EMIEL . GEORGE
komt op.]
EMIEL
Elf uur
GEORGE
[Nerveus]
Nog niet? Alice. Ik
ga de politie halen. Het is bijna licht. Ik ga nu de politie halen. Iemand moet
de politie halen.
ROSALINE
Lopend?
GEORGE
Iemand moet het doen. [Verdwijnt]
EMIEL
Alice weg.
Anthony weg.
George weg.
Jimmy weg.
Kenneth weg.
ROSALINE
Kenneth heeft een nieuwe vriendin.
EMIEL
Lucie
ROSALINE
Lucie heeft Walter
EMIEL
O god, Lucie heeft Walter
ROSALINE
Ralph heeft wat met Vivian
EMIEL
Ralph heeft wat met Vivian. En Kenneth.
ROSALINE
Hannah
EMIEL
Lucie heeft Walter
Ralph heeft Vivian
Kenneth heeft
ROSALINE
Hannah
EMIEL
Hannah.
En Anthony heeft Alice.
ROSALINE
Moet je niet zeggen.
EMIEL
En Agnes?
ROSALINE
Agnes heeft niks… Weet je wie Stella heeft?
Edwin.
EMIEL
De zanger.
ROSALINE
De zanger.
EMIEL
[Doelt
op GEORGE] Daarom
loopt die jongen zo alleen… En wij.
[Enige
tijd stilte, ROSALINE bekijkt EMIEL, denkt, nogmaals, denkt]
EMIEL
Laten we de tassen maar buiten gaan zetten
ROSALINE
‘s Goed. [EMIEL
wil gaan.] Emil, ik bedoel, ‘s goed: jij en ik.
EMIEL
Goed. Laten we eerst onze tanden gaan poetsen.
5.2
[Iedereen
staat tanden te poetsen bij de beek, spuugt mond leeg in het water. EDWIN kotst
in de beek. DE MAN arriveert; in zijn kielzog GEORGE:]
MAN
D'r is een meisje verdwenen, begreep ik. Beetje
raar verhaal, hè. [Raapt bierflesje op]
Jong. Slordig. Gemakzuchtig. Kost wat! Het had niet mogen gebeuren.[Luistert, hoort vogel, grijpt geweer]
Daar zit ie. Ssst. [Gooit flesje in de
beek] Gooi maar in de beek. Kan het jullie schelen, hè, maak d'r maar een
zootje van. [Richting vogel] Pokkebeest.
Er zijn vogels die niet horen in dit bos. Vogels die niet horen in dit bos,
daar weet ik wel raad mee… Dat meisje,
dat verdwenen is, maak je geen zorgen, daar weet ik wel raad mee.
GEORGE
Ik wilde net naar de politie.
MAN
Ah. De politie… De politie rijdt in wagens, over
asfaltwegen, met mobilofoon. Dit is het bos. Wat weet de politie van het bos.
Als de politie de baas was van het bos, zat Roodkapje nu nog in de wolf. Laat
dat meisje maar aan mij over.
VIOLA
Hoe komt u aan die kist.
MAN
Op een dag komt iedereen vanzelf aan een kist. [Af, terug] De kist komt naar je toe.
VIOLA
Kunt u die kist niet meenemen?
MAN
Meenemen? Eerst brengen. Dan meenemen. Stop hem
in de grond. Daar hoort ie. Steek hem in de fik. [Af. Weer op] maar niet hier.
5.3
[In
de blokhut. HANNAH en KENNETH zijn afwezig. VIVIAN staat geïsoleerd aan de
kant.
GEORGE
aan de andere kant. GRACE zit hoog op een bed.]
ROSE
Einde. We gaan naar huis. We ruimen de rotzooi
op.
EMIEL
En die kist.
ROSE
We zetten die kist op het water.
EMIEL
En dan?
ROSE
Weg laten drijven op de stroom
EMIEL
Vroeger zetten ze albino’s op sterk water, als
kermisattractie.
ROSE
Help
eens even.
[DE
7 helpen de kist optillen. Die is te zwaar]
ROSE
Eerst de stenen er uit.
EMIEL
[Wijst]
Die zijn er al uit.
ROSE
Dat gewicht is niet van die kist alleen.
DE
7
[kijken
elkaar aan, sommigen wijken uiteen] Jimmy.
VIOLA
Zal ik [Wil
de kist openen.]
EMIEL
Waarom jij.
VIOLA
Omdat hij naast mij wakker had moeten worden.
Opeens was hij vertrokken. Weg. Ik heb recht op hem.
ROSE
Dood of levend?
[Voor
ze aanstalten kan maken, heeft VIVIAN zich omgedraaid en banjert op de kist
af.]
VIVIAN
[Pakt
grote spijker, en de bijl van HANNAH, ze gaat schrijlings op de kist zitten en
begint een spijker in het deksel van de kist te timmeren]
ROSE
Wacht! Hee. Wat doe.
VIVIAN
Spijkeren.
VIOLA
Wat doe je. Je weet niet of er iemand in zit.
VIVIAN
Ik weet dat er iemand in zit. Ik weet dat er
iemand in zit. En ik weet wie er inzit. [Gaat
door.Anderen houden haar tegen. Halen haar met moeite van de kist af.
Hysterisch] Ik wil hem niet zien. Ik wil hem niet zien, niet, nooit, weg
weg weg! [RALPH ontfermt zich over haar.
Als de spelers uiteen wijken, gaat het deksel langzaam open, valt op de grond.
ANTHONY komt overeind.]
ANTHONY
[gaat
rechtop zitten in de kist] Hai.
ROSE
Waarom zat jij in die kist.
GEORGE
Waar
is Alice
ANTHONY
Alice?
[Hij klimt kalm de kist uit]
ROSE
Zeg wat. Of wil je eerst je tanden poetsen.
ANTHONY
Ik heb geslapen.
GEORGE
Waar is dat meisje
EDWIN
Laat hem
ANTHONY
Dat meisje. Er was iets met dat meisje. Iets wat
ik weten moest. Er was iets met Jimmy
en dat meisje. Dit is te gek voor woorden. 4 maanden lang slaap ik onrustig,
lig ik wakker, met niks in m’n kop dan onrust of ik wel weer slapen kan. Ik
kruip in die kist en ik val als een blok in slaap.
ROSE
Je was bijna gestikt.
ANTHONY
Ik werd ergens wakker van
GEORGE
Je kletst er om heen. Waar is ze. Je hebt dat meisje
aangerand. Je hebt haar vermoord, verkracht, gemold, gewipt, gemolesteerd. Je
hebt haar vermoord, beest, je hebt haar [Vliegt
hem aan, EMIEL houdt hem tegen]
EDWIN
[Naast STELLA]
Denk aan je pianovingers.
VIOLA
Anthony, waar is dat meisje. Wat weet jij van dat meisje.
ANTHONY
Ik weet nog niet wie ze is, maar ik weet wel wat ik haar
vragen moet.[Richting GEORGE] Wat is
er met hem.
ROSE
Ah god, hij staat te janken.
GEORGE
[staat
luidruchtig en parmantig te janken]
Ik wil dit niet. Ik wil dit niet.,
ANDEREN
A gos.
ANTHONY
Ze heet geen Alice. Ze heet iets met een c… Doet er niet
toe. Ik heb er even gezien, weet ik nu. Ik zat met Jimmy.
GRACE
Jimmy heet geen Jimmy. Hij noemt zich Jimmy, maar hij heet
geen Jimmy. Dat zei hij.
ATNHONY
We zaten op een terras. Iemand roept een naam, Jimmy roept
een naam terug. Iets met een C of een K. Toen zag ik dat meisje, dat jullie
Alice noemen. Toen ik dat meisje zag, was Jimmy verdwenen. De kroeg in. De wc
in. Nooit meer terug gezien. Dat meisje ging achter hem aan naar binnen, kwam
even later terug, dronk het bier uit onze glazen en verdween luid vloekend. Dat
was zij.
ROSE
Dus Jimmy die geen Jimmy heet heeft iets met Alice die geen
Alice is. Duidelijk. Heel duidelijk allemaal…
GEORGE
[Valt opnieuw
uit:] Waar was jij toen wij
aan het zoeken waren, hè, waar was jij. Hoe lang lig je in die kist. Wie zegt
mij dat je niet eerst haar vermoord hebt, en toen in die kist bent gekropen.
ANTHONY
Dan had ik beter haar in die kist kunnen leggen
GEORGE
Je moet er geen grappen over maken
ANTHONY
Ik heb haar niet vermoord.
EDWIN
Je moet niet zo emotioneel doen
GEORGE
O nee, ik doe net zo emotioneel als ik emotioneel wil doen.
Rot toch op jij.
ROSE
[Schreeuwt] Feiten. Ik wil feiten.
5.4
[SPELERS staan
op rij voor de beek. Hun bagage staat al buiten. VIVIAN staat afzijdig,
vergezeld door RALPH. ANTHONY staat afzijdig, zijn hoofd wordt behandeld door
ROSALINE. Vanachter komen geluiden: het hakken van HANNA’s bijl. Het zingen van
een vrolijke KENNETH.]
VIOLA
Goed. Eerst de feiten. Hoe oud was Jimmy.
ROOS
16
MARION
25
STELLA
Iets ouder dan wij.
AGNES
20 misschien.
VIOLA
Wat deed hij. [Stilte]
Wat deed hij als hij niks met ons deed. Had hij een studie, had hij een baantje
[Stilte] Waar woonde hij?
AGNES
Bij zijn vader.
STELLA
Soms bij zijn moeder. Als hij een moeder had. De wereld van
Jimmy zit vol wonderen.
GRACE
Hij sliep wel eens in het park, denk ik. Hij heeft wel eens
bij mij geslapen.
VIOLA
Is iemand ooit bij hem geweest.?
ROSE
Jij?
VIOLA
[Tot eigen
verbazing] Nee.
ROSE
Dat kwam er nooit van.
VIOLA
Hoe zag hij er uit.
ALLEN
Wit.
VIOLA
Zo wit als een vel papier. Je kon d'r op schrijven, tekenen,
alles kon het worden. Of verscheuren. Een filmscherm, zei hij. Een filmscherm.
ROSE
Wie heeft hem het laatst gezien
VIOLA
Ik. Denk ik. 3 Dagen geleden.
ROSE
3 Dagen geleden. Dat zeg je nu pas…
Waarom zeg je dat nu pas?
VIOLA
Weet ik niet. Jullie wisten zoveel van hem wat ik niet wist.
Het kwam er niet van.
ROSE
Dus hij leeft. Waar.
VIOLA
Misschien… We waren net een nacht in Chamonix. We zouden de
Mont Blanc beklimmen. Dat had hij bedacht. Hij kon helemaal niet klimmen.
ROSE
Een berg beklimmen. Jimmy en een berg
beklimmen.
VIOLA
Hij zei dat hij ziek was. Ongeneeslijk ziek.
ROSE
De leugenaar
GRACE
Was hij ziek?
STELLA
Rooie ogen had ie.
AGNES
Niet altijd
STELLA
Met bril was ie best leuk.
AGNES
Als ie geen jeuk had…
VIOLA
Hij was niet ziek. Niet datik het aan hem kon merken.
LUCIE
Soms had ie zo’n smerige huid. Dan wil je wel vriendelijk
zijn, vriendelijk zoals je vriendelijk bent voor wie zielig is - en dat duurt
nooit zo lang,
LOUISE
wanneer je met jimmy een ijsje zat te eten
wist je dat iedereen keek.
LUCIE
Wanneer zat jij met Jimmy een ijsje te eten
LOUISE
Bij wijze van
ROSE
Juist. Niemand zat zomaar met Jimmy
een ijsje te eten. Dat was de ellende.
VIOLA
Hij was niet zielig. Hij zei dat ie dood zou gaan.
Een olifant die sterven gaat, verlaat de kudde, om in
eenzaamheid te sterven.
ROSE
Dat zéi hij.
VIOLA
Ik denk dat ie dat ooit gezegd heeft.
ROSE
Feiten, lieverd. Wat zijn de féiten.
MARION
En op een dag moest hij weg. Hij moest weg. Hij was iemand
die altijd weg moest maar als hij terugkwam zou hij blijven.
STELLA
Marion, schei daar mee uit.
MARION
Dat zei hij. Ik wist dat hij dat zou zeggen, als hij wat zou
zeggen maar Jimmy zei nooit wat, niet veel, Jimmy wees naar dingen, en dan zei
hij: kijk
STELLA
De lucht is groen. We weten het nu Marion,
MARION
Als de anderen er niet bij waren zei hij dat.
STELLA
Wij waren er altijd bij, Marion, wij waren altijd met z’n
zevenen.
MARION
En het klopte. Het klopte zo verschrikkelijk. Als Jimmy
terug komt.
EMIEL
Hij komt niet terug.
VIOLA
Jimmy ligt ergens in een ravijn.
EMIEL
Weet je hoeveel meiden hij had.
VIOL
We zagen een reportage op Discovery over de Mount Everest.
Zo moeilijk moet dat niet zijn, zei Jimmy. Ik had niet hier moeten zijn.
MARION
Je liegt. Jimmy is van mij. Jimmy ging niet vreemd. Jimmy
hield van mij.
ROSE
Dat is een leugen. Jimmy zei nooit wat, hij deed alsof hij
wat zei.
LUCIE
Je weet niet wat ie mij heeft gezegd. En beloofd. En Stella.
En Agnes. En Rosalinde. En Louise.
Alsof Jimmy jou apart heeft genomen. Hij heeft ons allemaal apart genomen. Hij
heeft ons allemaal apart genómen.
MARION
Hij nam mij apart als jullie zijn kunstjes deden. Kunstjes,
zo zei hij dat. De kudde doet z’n kunstje: Mij zou hij leren wat kunst is.
STELLA
Marion! Doe niet zo GTST, doe normaal.
MARION
Jimmy was een
impressionist. Hij kon alleen niet
tegen de zon. Hij zou met mij naar Parijs gaan. Naar de impressionisten. Als ie
naar Monet keek kon hij de zon zien zonder z’n huid te verknallen.
ROSE
Jij hebt met Jimmy gekust.
MARION
Ja
ROSE
Dat lieg je
MARION
Ja, ik heb met Jimmy gekust.
ROSE
Alles wat hij zei was gelogen. En alles wat hij deed is
nooit gedaan. Hij deed alsof hij wat deed, en wij wilden alles geloven.
GRACE
Laat haar geloven wat ze geloven wil.
MARION
Niet 1 Keer. Wel duizend keer. Lichamelijk en geestelijk.
ROSE
Geestelijk. Geestelijk gekust.
MARION
Hij hoefde maar naar mij te kijken.
ROSE
Jimmy heeft nooit gedaan wat wij zeggen dat hij gedaan
heeft. Goed. Zal ik zeggen wat ik met Jimmy deed. Of Jimmy met mij.
Ik las
altijd de Yes van mijn zusje. Ik was 16. En ik dacht: ik ben verdomme 16 en ik
heb de liefde nog nooit recht in het gezicht gekeken… ik heb hèt nog nooit gedaan, hèt. Onpersoonlijk voornaamwoord.
Ik was een
jongensvriend, ik deed alles met jongens, jongens waren oneindig veel leuker
dan dat type zeikerige meiden, sorry meisjes, dat jullie zijn. Ik moest het
doen met verhalen over bier in Barcelona.
Doe hèt als je d'r aan toe bent,
stond er dan, in dat blad, maar elke zestienjarige in dat blad had al drie exen
en een wildbloeiend seksleven met iedere vakantie minstens een bruine
zoetzwetende halfgod om in Spanje of Griekenland mee vreemd te gaan, met zand
in het badpak voorbij de geschoren bikinilijn. Ja toch. Jullie ook neem ik aan…
Nou. Hoe oud waren jullie?.
[Meiden
kijken: wij weten van niks, kijken dan massaal naar AGNES]
AGNES
Vijftien.
EMIEL
Jongens of leeftijd.
AGNES
Je moet niet naar mij kijken, je moet haar hebben. [Duwt LUCIE
naar voren]
LUCIE
Okee. Agnes heeft de reputatie die mij toekomt. Dertien.
GRACE
Dertien
AGNES
[Tegen GRACE] Jij hebt een kind, niet zo schijnheilig… Lucie versiert
overal voor even een vriendje om gratis een avondje te kunnen stappen. Moet je
d'r boekje zien? [Graait notitieboekje
uit LUCIES tas] Ze staan d'r allemaal in. Weet je wie de laatste is? Onder
de W. [Wijst naar Walter] En wie
staat er onder de J. kruisje d'r achter.
LUCIE
[Als WALTER
verontwaardigd kijkt] Goed, het
begint als een spelletje, nou en. Soms wordt het echt. Misschien wordt het
ditmaal wel echt. Ik kon kiezen uit Kenneth, Ralph, Anthony, George, Edwin,
maar ik kies jou.
ROSE
Ik had besloten dat hèt maar eens met mij moest gebeuren.
Vandaag ga ik verdomme de liefde bedrijven, dacht ik. En ik maakte me mooi, tot
op m’n huid, en wie kwam ik tegen: Jimmy, Jimmy de scheet, Jimmy de eerste,
Jimmy de weke, Jimmy de bleke, Jimmy de laatste, Jimmy de prins die witter was
dan z’n eigen paard. Niks was hij, niks. Niets gedaan, niets gebeurd, niks van
wat ik dacht te willen.. Zat ik voorzichtig mijn bloesje los te knopen, en hij
keek vriendelijk toe, en dat was het, dat was alles. Mooi, zei hij. Mooi. Ik
voelde me zo stom, ik voelde me zo verschrikkelijk stom. Niet vanwege hem.
Vanwege mezelf. Ik was zo bloot, zo niks, zo lucht.
Als de kabouters en de bomen in de Efteling. Alles is fake.
VIOLA
Wat deed Jimmy eigenlijk wel echt? Je liet je 1 keer in
palmen door Jimmy en je dacht dat er van alles gebeurde, even engel, even held,
even deelgenoot van een mysterie.
Maar wat was er echt aan de hand. Heeft ie ooit echt iets
gehad met iemand?
EMIEL
Jij was met Jimmy op weg naar de Mont Blanc
VIOLA
Ja
EMIEL
En jij betaalde de reis
VIOLA
ja
EMIEL
Hoeveel. Hoeveel sta je rood?
VIOLA
Ik werk… Voordat ie betalen kon was ie verdwenen.
EMIEL
Wie heeft er niet altijd voor Jimmy moeten betalen?
GEORGE
Gemiddeld 60 piek op een avond. Zo’n 700 piek.
EDWIN
Tot hij begon te zeuren dat ie z’n geld terugwilde.
GEORGE
Nou ja zeuren
EDWIN
Je wist dattie het niet terug zou betalen. Waarom betaalde
je dan toch elke keer weer.
[GEORGE haalt
schouders op]
GEORGE
Hij kon beter zingen dan jij. En als Jimmy een grap
vertelde, dan luisterde je. Dan moest je wel luisteren.
EDWIN
Oja? Begreep jij zijn grappen dan.
GEORGE
Nee. Maar ik luisterde tenminste. Wat ie ook zei. Ik heb hem
gevraagd of hij niet in plaats van jou.
EDWIN
In plaats van mij. Jij en hij.
GEORGE
Ik en hij. Ja, dat zou wat moois kunnen worden. Jimmy op een
podium. Ik aan de piano.
[Alle spelers
staan aan de rand van de beek. Voor zich uit te kijken.]
RALPH
Wacht even. Ik begrijp er helemaal niks van. Jullie kennen
stuk voor stuk Jimmy. Moet je zien. En ik weet niks van die Jimmy. Wat ik wel
weet is dat ik dat zo wil houden. Jimmy is over. Flikker toch op met die
jongen.
HEIN
Ik zal het je uitleggen. Ralph. Dit is het einde van de
eeuw. Het is de verwarring. Het is de overgang. Dit zijn de opvliegers. Jimmy
is het einde. Alice is het nieuwe begin. Alice, de waterdrager.
Alice. De waterman. De nieuwe eeuw. Aquarius.
RALPH
Bek houden Hein. Niet nu.
[Stilte. Van
opzij komt het geluid van een hakkende HANNAH. Op gegeven moment een
verschrikkelijke schreeuw. KENNETH staat klaar met de totempaal.]
HANNAH
[komt op.
Houdt bloedende duim omhoog.] Shit.
Dat is me nog nooit gebeurd. Dat komt door door door… [Roept] Kenneth!
[KENNETH komt
met totempaal, bovenop de witte veer]
HANNAH
[tegen
KENNETH] Zet die paal
overeind, daar ben je goed in.
5.5
[Terwijl ze de
paal aan het plaatsen zijn komt Alice door het water aanlopen, ze draagt kleren
die haar te wijd zijn? Ze baadt in het zonlicht. Vogels zingen, watergeluiden. Ze zingt: everything for free. ]
ROSALINE
Daar heb je Alice. Alice! Waar heb je die kleren vandaan
ALICE
Van Jimmy.
ROSALINE
Heb je Jimmy gesproken
ALICE
Hij gaat over het pad. Ik ga door het water. Hij wil me niet
naast zich hebben.
ROSALINE
Jimm,y komt over het pad?
ALICE
Door de deur. Hij is op weg. Ik wacht. Ik ben het bruidje,
als hij me komt halen ben ik het bruidje. Als hij een bruidje wil. Door de deur
komt hij. Hij komt eraan. Jimmy. Ik heb hem gezien. 3 Minuten geleden denk ik,
of een kwartier. 2 Kwartier misschien. Elk moment kan hij verschijnen.
[Spelers
draaien zich om, wachten. Roepen: ‘Jimmy!’ Deinzen achteruit, alsof hij er
werkelijk aankomt. ]
ALICE
Flauwekul. Hij komt niet. Tuurlijk komt ie niet. [De toneelgordijnen sluiten] Ik weet hoe
alles in elkaar zit… Ik gooide mijn rode shirt bij de witte volleyshirts van
mijn vriend in de was. De zijne zijn nu roze. Als je mijn vriend kent, weet je
hoe erg dat is… Ik weet alles over Jimmy. Dat Jimmy geen Jimmy heet. Maar ik
houd het voor me, want ik ben gek. Een gek geloven ze toch niet.
Bovendien is dat een ander verhaal , en moet een andere keer
maar eens worden verteld. Doe wat je wilt.
[SPELERS
krijgen de slappe lach, willen buigen, opnieuw slappe lach.]
[Het wordt
donker, de bomen beginnen de branden]
PROJECTIE
Het is de vraag of alle vragen
beantwoord kunnen worden.
- Zegt Jimmy.