S N A C K P A L A C E 

P A R A D I S E   L O S T

P A R A D I S E   R E G A I N E D

 

 

tekst Marinus van der Werf

muziek Eugčne Ceulemans

 

 

 

 

Stel je voor: je bent 17 jaar, en je leeft nog maar net. Dan heb je een boel gemist. Wat is liefde? Wat is dood? Wat is seks? Het zijn woorden, zonder betekenis. De gevoelens die er bij horen brengen je niet in de war, omdat je ze stomweg niet kent. Dat lijkt handig. Je kent geen haat, geen vooroordeel, alles is nieuw.          

Zo handig is het niet. Op hardhandige wijze komt Engel daar achter wanneer ze Wolff ontmoet…

 

 

 

 

1.1

 

 Elders staan mensen, roerloos. ENGEL’s moeder staat hoger, kijkt naar niets. Ze draagt een wijde, opbollende  trouwjurk. Ze is zichtbaar zwanger. DE KRITIZI nemen plaats

 

            HAYA

Daar kan ik dus niet tegen, mensen die niks zeggen, niet reageren.

            JACKY

En toch pal voor je neus gaan staan.

            AUGUSTA    

Mensen met zo’n probleem,

            JACKY

het zit hier, en het zit daar, en het zit hier,

            HAYA

Daar kan ik dus niet tegen

                        AUGUSTA

zo de buik vol van een probleem, 

            FREDERIKE

Maak je niet druk

            JACKY

en dat ze dan lijden,

zo verschrikkelijk lijden,

            AUGUSTA

met van die ondoorgrondelijke ogen,

            FREDERIKE

Nou en?

            AUGUSTA

en dat je dan zegt: liefje, wat is er, en dan zeggen ze:

niks.

            JACKY

Zeiden ze maar niks

            AUGUSTA

En hoe gaat het er mee?

            SAMEN

Goed.

            AUGUSTA

Dat soort mensen

            HAYA

Stiekem stilletjes lijden.

            JACKY

Maar dan wel zo dat jij het zien moet.

            FREDERIKE

Nou en?

            JACKY

Je hebt een probleem met z’n allen, of je hebt het niet. Je gaat niet in je eentje een probleem staan hebben.

            WENDY

Dat is of je jeuk aan je kruis hebt en je mag niet krabben.

            JACKY

Dat is of je jeuk aan je kruis hebt en je mag niet krabben, en als ik jeuk in mijn kruis heb en ik mag niet krabben vanwege hen, dan is haar probleem, mijn probleem, en niet ons probleem, en als ik ergens geen behoefte aan heb dan is het dat haar probleem mijn probleem begint te worden

            FREDERIKE

[Steeds luider] Nou en? Nou en? Nou en!

            ALLEN + KOOR

Nou en?

 

[ENZ, Moeder beweegt. Stilte]

 

            JACKY

Ho,wacht, sst.

            ALLEN + KOOR

Sstsst

 

            [MOEDER kreunt, dan weer stil]

 

            WENDY

Alsof ze zwanger is van een olifant.

            HAYA

Alsof ze een dagelijks uitdijend heelal is

 

 

           

1.2

 

Villa. Zolderkamer. WOLFF zit op schaars verlichte zolderkamer. Hij  heeft het eeuwige leven en verveelt zich te pletter. DOKTER FUST komt binnen, opent gordijn. Licht valt binnen.

 

            WOLFF

[Knippert met z’n ogen] Laat dat. Ik ben op zoek naar de winterslaap, die eeuwig duurt, maar niet wil komen.

            DOKTER FUST

Er staat een vrouw op springen. Binnenkort bevalt ze.

            WOLFF

Elke seconde bevalt er ergens wel iemand, elke seconde gaat er ergens wel iemand dood. Even strontvervelend als de dagelijkse stoelgang. Soms dik, soms dun, maar alles trekken we door en weg is het.

            DOKTER FUST

Deze bevalling is bijzonder

            WOLFF

Niets is bijzonder. Voor jou, ja, voor mij niet meer. Ik heb de eeuwen zien komen en gaan. Er is geen einde voor mij.

            DOKTER FUST

Waarom

            WOLFF

Omdat ik niet sterven kan

            DOKTER FUST

Dat weet ik. Maar waarom niet.

            WOLFF

Weet je wat dat is, niet sterven? Ik probeer het al niet eens meer. Ik heb geprobeerd op tijd in Hiroshima te zijn. Maar zelfs al was ik op tijd… Alles, herhaalt zich. Lucht en leegte. Als je de pest hebt meegemaakt, wat kan de aids je dan nog schelen? Geen pest.

            DOKTER FUST

Deze vrouw is 17 jaar zwanger… Wat betekent dat. [WOLFF kijkt op, staat op, stilte] Ik wist dat je geďnteresseerd zou zijn.

 

 

1.3

 

[Gitaar kreunt, moeder zichtbaar krijgt weeën. Spelers snellen toe. Loos alarm.l]

 

            JACKY

Als dat van een olifant is, moet er flink zijn gerotzooid met DNA.

 

Jup steekt z’n vinger op

 

            JACKY

Ja jup?

            JUP

Misschien eerder van een Rino

            HAYA

Welke Rino Jup.

            JUP

Rino de Rinoceros

            HAYA

Een Rinoceros, Jup, zeg toch gewoon neushoorn, trut.

            JUP

Dat vind ik gewoon leuk, zo’n Rinoceros. Ze lijken zo lomp, maar ze zijn zo lenig. Ik zag in de dierentuin in Emmen

            JACKY

Ho, wacht, sst,

            [Als voorafgaand. Muziek zet in, over kreunen heen.. Opnieuw loos alarm]

 

            KOOR

 

            B I N N E N K O R T

 

Binnenkort in dit theater

het zal eindelijk gebeuren

de vliezen zullen breken

de schoot zal openscheuren

de moeder zij zal spreken

de vrouw zal openbaren

na zoveel jaren zwijgen

na zoveel stille jaren

zullen wij het antwoord krijgen

op de vraag wie is de vader

 

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de dader

- van het kind

 

Binnenkort in dit theater

- Zolang heeft zij gezwegen

het zal eindelijk gebeuren

- Zolang heeft zij gedragen

de vliezen zullen breken

- Zolang heeft zij verdragen

- De roddels en de weeën

de schoot zal openscheuren

de vrouw zal openbaren

 

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de dader

- van het kind [2x]]

 

Spelers lopen teleurgesteld weg, moeder kreunt zachtjes, muziek gaat er over heen, zwelt aan tot climax dan stilte, waarna ‘PARADIJSJE’: ENGEL komt onder de jurk vandaan: ze is geboren, MOEDER kust haar, knuffelt, geeft haar een glaasje melk: KRANTEN berichten

 

            VOORPAGINA, GROOT:

Moeder baart 17-jarig meisje

Wat ging er door u heen

Moeder zei niks

 

            BINNENPAGINA, KLEIN

Gekte rond mysterieverhaal.

Vrouw zou 17-jarig kind hebben gebaard.

Moeder zwijgt, doktoren niet aanwezig.

 

            VOORPAGINA KLEIN

Dochter 17 jaar lang door moeder verborgen gehouden.

 

            MOEDER

[Zingt] Ik was jouw paradijs

Ik was de kom jij was de vis die in mij zwom

zonder te weten van het water

van de kater en de kou

geen keuze tussen kwaad en goed

wij waren van het zelfde bloed

geen scheiding tussen mij en jou

 

            KOORTJE

en nu ben je geboren

de engel is gevallen

de vleugels afgenomen

het paradijs verloren

de vis moet leren lopen

uit water naar het droge

het paradijs gesloten

de sleutel is gebroken

er is geen ene timmerman

die de sleutel maken kan

 

KOOR

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de vader

- Zeg ons wie is de dader

- van het kind

 

 

1.4

 

 

            DOKTER FUST

Dag mevrouw, ik ben uw dokter

            MOEDER

Gaat u weg dokter, ik heb u niet binnengelaten. Ik heb u niet nodig. Gaat u buiten staan kletsen met de kletsers.

            DOKTER FUST

Ik ben hier voor uw bestwil mevrouw, u hebt zojuist een zware lichamelijke  handeling verricht, die nogal wat gevergd zal hebben van

            MOEDER

Niet van u. Gaat u weg

            DOKTER FUST

Het is niet gebruikelijk dat een vrouw helemaal in haar eentje bevalt van haar kind

            MOEDER

Had ik op de middenstip van het Gelredome moeten bevallen, voorafgaand aan Feyenoord Vitesse. Gaat u weg.

            DOKTER FUST

En dat is de kleine. Zij heet

            MOEDER

U bent 17 jaar te laat, en 17 jaar geleden was u al niet nodig.

            DOKTER FUST

Staat u mij toe, de kleine te onderzoeken,

            MOEDER

Gaat u weg

            DOKTER FUST

het is niet gebruikelijk dat een kleine al zo groot is [Begint de ‘kleine’ te onderzoeken.]

            MOEDER

Maar makkelijk is het wel. Gaat u weg.

            DOKTER FUST

U hoort nog van ons… trouwens, hebt u aangifte gedaan? Heeft u gedacht aan de leerplicht. Kinderen horen vanaf hun 6de jaar de school te bezoeken. Want als het waar is dat die van u…  Menstrueert ze al. Kan ze lezen? Kent ze de kaart van Nederland.

            MOEDER

[Werkt hem de deur uit. Tegen ENGEL, die verwonderd toekijkt] Je moet niet op ze letten. Die zijn niet zoals wij, die hebben zo hun eigen wetten. Die willen navelklemmen, koptangen, kinderwagens, beugelbekkies, bromfietshelmen, die willen dingen waar wat mee te doen valt, jij bent niet zo, jij bent niet om te doen, jij bent er om te zijn…

 

                        KOOR

[In haast hemelse meerstemmigheid] Jij bent niet zo

 

 

1.5

 

Villa. Zolderkamer. FUST ontmoet WOLFF, zelfde plek als voorheen. WOLFF staat, leest in een losbladig script

 

            WOLFF

En?

            DOKTER FUST

17, 16, lekker ding.

            WOLFF

Geloof je me nu?

            DOKTER FUST

… Nee.

            WOLFF

Dat kind is de perfecte onschuld. Als ze is wie ik denk dat ze is, is het zo’n kind dat pure goedheid is. Pure Goedheid, weet je wat dat is?

            DOKTER FUST

Nee. Puur verstand, dat begrijp ik. Goedheid bestaat niet.

            WOLFF

Puur licht gaat door glas, gaat zelfs door steen. Wist je dat. Onder de stoeptegels begint de plant te groeien. Er zijn planten die rotsen hebben doen splijten. Licht, zo hartverscheurend licht. Er is geen eind aan pure goedheid. Maar dat terzijde. Dit wordt een probleemkind.

            DOKTER FUST

Voor ons.

            WOLFF

Voor zichzelf… het zal geen fouten maken,  het zal niet schreeuwen,  het zal niet van zich afbijten,  en erger: het zal niet sterven… Weet jij wat dat is, niet sterven?

            DOKTER FUST

En als ze de straat oversteekt, zonder uit te kijken?

            WOLFF

Dan zal ze ongelukken veroorzaken, waarbij anderen sterven, terwijl zij zal blijven leven. En in haar goedheid zal zij helpen het lijden te verlichten. Maar zij steekt niet over zonder uitkijken. Hoe meer lijden zij ziet, hoe groter haar goedheid, en hoe groter haar goedheid, hoe onbeweeglijker zij wordt, want wie beweegt maakt brokken.

            DOKTER FUST

Je bedoelt: ze is een engel

            WOLFF

Goedheid is zo stomvervelend… Ik ben van plan onze engel te laten vallen.

            DOKTER FUST

Als ze is wat jij beweert kan ze niet vallen

            WOLFF

O nee? We zullen zien. Zolang de winterslaap uitblijft rest mij niets dan een beetje leedvermaak. Ik wil met je wedden, dokter, dat ik die onkwetsbare goedheid van haar definitief ten val breng.

 

 

1.6

 

           

                        S O F I

 

 

DE DOODGRAVERS

 

Geef mij het bewijs dat ik recht heb te bestaan

Sofi geef mij je nummer, dan geef ik jou mijn naam

Ik wil met jou in een dossier of in een databestand

want: ik ben zonder jouw data

persona non grata, dus neem mij

in jouw dossier dan tel ik mee

 

Dan tel ik voor de centen (neem mij)

Voor de kinderbijslag (neem mij)

Voor de studiefinanciering

En voor de oude dag

(neem mij in je dossier dan tel ik mee)

 

Dan tel ik voor examens (neem mij)

en voor mijn rijbewijs (neem mij)

voor wettelijke bescherming

op een buitenlandse reis

(neem mij in je dossier dan tel ik mee)

 

ik wil jou alfabetisch (neem mij)

ik wil jou digitaal (neem mij)

ik wil de burgerlijke stand, met jou, sofie

dan leef ik pas legaal

 

Geef mij het bewijs etc

 

 

Voor loketten staan mensen in rijen te wachten

 

            AMBTENAAR

Gefeliciteerd mevrouwtje

            MOEDER

Ik ben niet van Madurodam.

            AMBTENAAR

Gefeliciteerd, mevrouw… Mag ik uw naam weten

            MOEDER

Waarom

            AMBTENAAR

U komt aangifte doen?

            MOEDER

Ik ben hier omdat u mij hier wil. Mijn dochter is geboren en het gaat goed met haar. Dank u wel.

            AMBTENAAR

Om aangifte te doen moet ik uw naam weten.

            MOEDER

Ik weet de uwe toch ook niet.

            AMBTENAAR

[Steekt hand uit]

            MOEDER

bespaar mij uw hand, alleen al de gedachten wat u vanaf het ontwaken tot aan nu met die hand gedaan zou kunnen hebben beneemt mij de lust u de hand te schudden, en dan denk ik nog niet eens aan die dingen waar u waarschijnlijk wel aan denkt. Doe wat u doen moet.

            AMBTENAAR

Dat doe ik.

            MOEDER

Dat lijkt er anders niet op. Pak een papier, schrijf een nummer, zet een stempel. Doe wat u doen moet, dan doe ik de rest

            AMBTENAAR

Welke rest

            MOEDER

Ja wat denkt u. Vertelt u mijn dochter voor het slapen gaan over het leven en de dood. Geeft u haar te eten, stelt u haar de vragen die gesteld moeten worden, omdat er al teveel antwoorden zijn waar geen vraag meer aan vooraf gaat. Wilt u haar ‘s morgens wakker kussen, omdat de dag moet beginnen met een zoen en niet met mechanisch gerinkel. Oja, als u haar ziet, zou u haar willen kussen, maar zoals u haar zou willen kussen, wordt mijn dochter niet gekust- zolang ik leef.

            AMBTENAAR

waarom doet u zo doet moeilijk

            MOEDER

U doet moeilijk

            AMBTENAAR

niet

            MOEDER

wel

            AMBTENAAR

… U komt aangifte doen van de geboorte van uw dochter.

            MOEDER

Moet ik alles herhalen?

            AMBTENAAR

Om u in te kunnen schrijven heb ik uw naam nodig,

die van de vader en die van de kind. Zo gaat dat nu eenmaal. [Stilte] Zegt u alstublieft wat. Dus wie bent u, wie is uw kind, en wie is de vader

            MOEDER

Er is geen vader, alleen een kind

            AMBTENAAR

Er zijn toch dingen dacht ik die ik u niet hoef te vertellen?.., Wie is haar vader

            MOEDER

Dat heb ik al gezegd

            AMBTENAAR

Dat hebt u niet gezegd

            MOEDER

Niet

            AMBTENAAR

Wel. Mevrouw ik heb niet alle tijd

            MOEDER

U doet anders alsof van wel

            AMBTENAAR

… wie heeft haar biologisch verwekt?

            MOEDER

Verwekt? Verwekt?

 

            AMBTENAREN

[Zingen] Zeg ons wie is de vader

Zeg ons wie is de vader

Zeg ons wie is de dader

van dit kind

 

            MOEDER

De vader doet niet ter zake, zij is op een dag vanzelf uit mij gekropen. Als er een vlinder tevoorschijn kruipt uit de cocon, wie vraagt er dan nog naar de vader.

            ENGEL

[Terwijl onder haar woorden zoete harmonische muziek een prettig matrasje legt…] Mam, je moet niet zo schreeuwen tegen die meneer. Die meneer doet gewoon zijn werk. Hij is vanmorgen vroeg opgestaan, heeft z’n boterhammetjes gesmeerd, de hond uitgelaten. Toen hij op de fiets zat begon het te regenen. [MUZIEK zet in, de MEISJES zingen:’ jij bent niet zo’ ENGEL baadt in hemels licht. De AMBTENAAR nadert haar in opperste verbazing]  Hij zat wat te schelden omdat hij voor de derde keer voor zijn rijexamen gezakt was. Bij het stoplicht moest hij toch stoppen, dus trok hij meteen zijn regenpak  aan, hoewel hij ‘s morgens net gedoucht had, en als je ‘s morgens net gedoucht hebt is een regenpak niet prettig, En toen kwam jij, en je bedoelt het goed, mam, maar hij begrijpt je slecht,  en dat kan hij niet helpen, hij is niet zoals wij. Zijn vader was onderwijzer, die gaf cijfers voor sommen die al af waren, want de antwoorden lagen al vast voordat iemand er aan begon, en z’n moeder heeft hem vooral geleerd  om netjes te zijn, maar zijn gedachten zijn niet netjes, daarom houdt hij van formulieren. Maar hij is lief, en alleen maar een beetje hulpeloos. [MUZIEK stopt abrubt]

            AMBTENAAR

Hoe weet jij dat

            MOEDER

[Trots] Dat is mijn dochter… Wat staat u daar te zwijgen?

            AMBTENAAR

… Wat is haar naam

            MOEDER

Ik noem haar Engel, want dat is wie ze is. [Spelt:] E.N.G.E.L

 

            Ambtenaar schrijft

 

            KOOR

[Zegt] E.N.G.E.L

[Zingt] E.N.G.E.L

Engel is haar naam

[Showeinde]

 

 

1.7

 

DE KRITIZI 2

 

            ZUS

Nou, ik ben dus haar buurmeisje, en als haar buurmeisje zijnde heb ik haar nooit gezien

            BEA

voordat zij zeg maar werd geboren.

            ZUS

Toen ze 17 was zeg maar. En toen ik haar zag,

            BEA

was het dus wel over de schutting

            ZUS

want de buurvrouw heeft een schutting, en dat moet ze zelf weten,

            BEA

maar wij moeten dus wel op een trapje staan om iets te zien,

            ZUS

en toen was Engel al 17, 

            BEA

dat kon je zo wel zien.

            ZUS

De buurvrouw was altijd wel dik, maar niet zoals mijn vader, dat het over de broek hangt.

            ZUS

Misschien dat Engel al die tijd bij haar vader geweest kan zijn

            HAYA

Engel heeft geen vader idioot

            ZUS & BEA

Dat kan toch. Wij hebben toch ook een vader, ergens.

            PHIL

Dat dingen die niet kunnen kunnen dat kan gewoon niet

            JUP

dat dingen die niet kunnen wel kunnen, dat kan ook niet.

            WENDY

En op school kwam ze opeens in de vijfde klas, alsof dat kan, als je net bent geboren.

                        JUP

Ik vind het al hartstikke moeilijk, en ik ben wel op tijd geboren, al was ik drie weken te vroeg. Ik was heel klein.

 

 

 

1.8

 

School. Leerlingen staan bijeen. Engel komt op. Leerlingen ontwijken haar. JONAS staat kwaad en gespannen opzij.
             

 

 

S H E   I S   S O   G O O D

 

            KOOR

She is so - good /

            ENGEL

Als jullie een probleem met mij hebben,

            KOOR

she is so - nice

            ENGEL

omdat ik ben zoals ik ben,

wil ik er best met jullie over praten.

 

            KOOR

she is a sweet little Engel

send from - paradise          

            ENGEL

We kunnen beter samen zoeken naar een oplossing,

dan dat ieder in stilte lijdt aan wrok en frustratie…

 

            KOOR

she is so - sweet / she’s so po - lite

she is the light that shines

every - single night

 

mamma’s little helper

everybody’s friend

she’s the dream of every teacher

and her love will never end

she is no human - she is so good

she is no woman - she is so good

 

She is so - good / She is so - fine

she is no human no woman

she is - divine

 

she is so - oeh / she is so - ah

she is so ugly duckly terrifying terribly good

she is so - oeh / she is so - ah

she is so - good gracious

she is so - good heavens

leidt ons niet in verzoeking

leidt ons niet in bekoring

she is so - boring

 

she is nobody nobody nobody

no no body

 

            ENGEL

Heb ik wat fout gedaan

            ANDEREN

Jij doet niets fout,

            JONAS

Wat is er goed aan goed, als je niet anders kunt

            ENGEL

Iedereen is goed… iedereen is ergens goed in

                        JONAS

Oja, als ik ergens goed in ben, dan ik goed in slecht.

            ENGEL

Waarom zo sikkeneurig… Jonas?

            ANDEREN

Sikkeneurig?!

            ENGEL

Waarom zo saggerijnig. Kan ik wat voor je doen? Wou je er met mij over praten?

            JONAS

Geef me je wiskundeschrift, dan schrijf ik de sommen van je over

            ENGEL

Overschrijven? Nee

            JONAS

Ik had rotzooi thuis. Denk je dat ik werken kan als ik rotzooi heb thuis. En dan niet dat mijn bureau een zootje is. Mijn bureau is ook een zootje. Maar dat met mijn vader bedoel ik… Ik mag er niet in als m’n werk niet af is.

            IEMAND

Weer niet af is

            ENGEL

Sst. Als je het zelf niet maakt, kun je het net zo goed niet maken. Daarom zeg ik nee, voor je eigen bestwil. Maak het dan nu.

            JONAS

Ach rot toch op!

            ENGEL

Laat me je helpen

            JONAS

Ja ‘t is goed 

            ENGEL

Als je een probleem hebt

            JONAS

Rot toch op. Ik word ziek van jou

            ENGEL

Als je een probleem hebt, met mij

            ANDER

Laat hem nou maar.

            ANDER

12 Dagen zit jij bij ons op school. En valt je niks op? Niemand wil nog naast je zitten.

            ENGEL

Dat hoeft toch ook niet. Als niemand dat wil. Ik vind het niet erg.

            ANDEREN

Houd je bek engel

            [Leerlingen keren zich af. JONAS blijft staan] Ik begrijp dat jullie recht hebben op je eigen gevoel, ook als het woede is..  Soms is dat nodig, al dan niet met reden. Als je in een te vroeg stadium al begint met overleg wordt een compromis niet anders dan een valse naam voor water bij de wijn.

            [Tegen JONAS] Het is niet erg om je te laten helpen

            JONAS

O nee… Ga naar de les, je komt te laat.

            ENGEL

Dan komen we samen te laat..… als je iets niet begrijpt wil ik je best wel helpen… als je

 

JONAS praat niet, pakt stoel, begint daar mee in het rond te slaan, de stoel gaat steeds verder in moten. Hij komt steeds dichter bij ENGEL, die blijft staan kijken naar de agressie van JONAS

 

            JONAS

 

N A C H T   V A N   H E T   B E E S T

 

Ja, ik was ontzettend zat

dronk een gat diep in de nacht

straalbezopen kwam ik thuis

sloeg mijn moeder toen ze vroeg

waar ik nu weer was geweest

en waarom, waarvoor, met wie

ongenadig sloeg ik toe

 

De nacht van het beest

de nacht van het beest

het beest uit de fles

de nacht van het beest

 

smeet de foto van mijn pa

kaarsrecht als een kruisraket

door de ruit heen richting maan

ik heb die vent alleen gekend

als een rondspokende geest

bij mij thuis, ja, als een schim

die de boel belazerd heeft

 

ik sleepte onze jonge kat

aan z'n staart de kamer in

douwde hem met grof geweld

binnen in de vogelkooi

de kanarie stierf meteen

door de shock, terwijl de kat

puur uit angst zich niet bewoog

 

En terwijl het langzaam aan

morgen werd bedacht ik mij

waar in dit gespierde vlees

huist in godsnaam nog zoiets

als een menselijke geest

meer dan water zijn we niet

enkel water en wat wind

 

Ze kijken elkaar in de ogen. JONAS zakt als een pudding in elkaar, opgevangen door de armen van ENGEL,

 

 

 

1.9

 

 

Villa. Zolderkamer.

 

 

            WOLFF

Dat is ze: Her Holy Goodness. Wat zei ik je? Niemand houdt van haar.

            DOKTER FUST

Iedereen houdt van haar. [Als WOLFF ‘nee’ blijft schudden] Haar moeder houdt van haar.

            WOLFF

Haar moeder houdt van haar, omdat zij haar moeder is, en omdat ze niet lang meer zal leven. Dus is het makkelijk. Liefde is makkelijker naarmate het korter duurt.

            DOKTER FUST

Hoe weet jij dat

            WOLFF

Ik heb meer liefdes gekend, dan jij luiers hebt vuil gemaakt, doktertje. Ik heb het voorgoed gehad, ik kijk er dwars door heen. Moet je zien hoe de geliefde wordt gedumpt als de liefde voorbij is, de puisteloze krijgt opeens z’n puisten terug

            DOKTER FUST

Dat bedoel ik niet. Dat zij dood gaat binnenkort. De moeder.

            WOLFF

… Ik heb het script..

 

            FUST grist stapel papieren van tafel, bladert.

 

            WOLFF

Dat wil niet zeggen dat jij het kan lezen…. Ik wil nog maar drie dingen wat betreft het meisje Engel: 1. Dat ze van mij houdt, of beter nog, dat ze met mij naar bed gaat. Of is dat minder. Dat soort dingen verleer je. 2. Dat ze een misdaad begaat, tegen haar eigen moraal. 3. Dat ze sterft. Of op z’n minst haar best doet. Dat wil ik. Ik wil haar driedubbel zien vallen.

            DOKTER FUST

Dat lukt je nooit.

            WOLFF

Wedden

            DOKTER FUST

Wat valt er te wedden?

            WOLFF

Laten we het spannend maken. Als ik verlies krijg je mij. Zo lang het duurt. Want laten we eerlijk zijn: ik duur het langst.

            DOKTER FUST

En dat betekent

            WOLFF

Als ik verlies, gehoorzaam ik jou. Zeg maar wat je wilt. Hoe je me wilt.

            DOKTER FUST

Als ik win, wil ik weten wat jij weet.

            WOLFF

[Laat script zien] Als je wint leer ik je lezen

                        DOKTER FUST

Alles. Ook waarom jij

            WOLFF

Ja, alles. Ook waarom ik.

            DOKTER FUST

En als ik niet win

            WOLFF

Dan krijg ik jou.

            DOKTER FUST

En dat betekent?

            WOLFF

Weinig, maar misschien iets. Ik wil dat jij al je kennis en kennissen gebruikt om mijn DNA-structuur zo te demonteren, steentje na steentje, dat het mij alsnog lukt om weg te rotten als een dooie kip op de composthoop…

            DOKTER FUST

Dat gaat tegen al onze principes in…. Okee

            WOLFF

Ik geef mezelf zes dagen, dokter.

            DOKTER FUST

Waarom zes dagen.

            WOLFF

Doe ik voor jou… Ik heb alle tijd, Jij niet.  Maar laten we eerst de Moeder zien sterven. Blz. 8

           

 

 

 

 

 

 

2.1

 

Huis van Engel. Alles is er wit, en keurig. Kleren aan een haakje, knuffel op het kussen, stoel. De achterwand is vitrage. Ze opent de vitrage, snuift de morgenlucht

 

            MOEDER:

Heb je goed geslapen Engel

            ENGEL:

Ik heb niet geslapen, ik hoef niet te slapen, ik heb de sterren gezien. Ik probeer de sterren te voelen met m’n vingertoppen. Om ze te lezen, als braille. De wereld is zo mooi geschapen. Weet je wat nog mooier is, mam, de lichten achter de ramen ‘s nachts, die aan gaan en uitgaan, als  morsetekens die ik probeer te begrijpen. Maar ik begrijp ze niet. Soms staat er iemand in een kamer, klaarwakker opeens, met trek  in iets, met vragen, met een droom die verkeerd viel, even later dooft het licht opnieuw. [Ziet hoe haar moeder neerzakt op een stoel]  Wat doe je mam?

            MOEDER

Sterven.

            ENGEL:

Sterven… Wat is dat sterven?

            MOEDER:

Weggaan

            ENGEL:

waarheen

            MOEDER:

Dood

            ENGEL:

Waarheen ga je dood?… Mama?

            MOEDER:

Stel niet van die stomme vragen

            ENGEL:

Zomaar ineens, kan dat?

            MOEDER:

dat kan? Tenminste, ik kan dat. Of jij dat kan is wat anders? Ik kan het je voordoen, maar ik kan het je niet leren. Waarom zou je het willen leren, lieverd. Dag engel, je was goed voor mij.

            ENGEL:

Waarheen ga je dood?… Mam? Waarheen ga je dood? [Geen reactie meer, ze schudt haar moeder heen en weer, neemt er de tijd voor om er iets van te begrijpen]

 

            N U   B E N   J E  D O O D

 

En nu ben je dood. Het lijkt nog of ze kijken

die ogen van jou waar mee je sprak

als je woorden mij niet meer wisten te bereiken

Nu kijken ze net zo als de beelden die we zagen

bij Madam Tussaud, waarvan je zei:

ze lijken wel maar lijken zijn bedrog

als de vorm het van je wint

heeft de dood je al verslagen

want woorden had je zat

maar vaak zo verwarrend dat ik er niets aan had

 

Ik keek liever naar je ogen

draaide krullen in je haar

zat graag bij jou aan tafel

tegen over elkaar, toen dat nog kon

met tussenons de kat

en op het tafelblad de zon

of een pizza zoals jij alleen kon maken

 

Ik keek liever naar je handen

het handschrift en geduld

waarmee jij de cryptogrammen

dagelijks hebt gevuld, toen dat nog kon

en die spin door jou geplet

met je schoen op het plafond

hoe je mikte, en de lachbui even later

 

Ik deed liever in de keuken

de afwas met z’n twee

wij zongen bij de radio

elke smartlap mee, toen dat nog kon

 

En nu ben je dood.

 

Ik had je liever op m’n kamer

in zo’n kabbelend gesprek

of ik gelukkig was, etcetera

jij bij mij op bed, toen dat nog kon

en dat je dan in vage taal

weer zo’n verward verhaal begon

dat kon niet schelen,

er was zoveel meer dan woorden

 

De dood heeft je verslagen

nu lig je daar net zo als de beelden die we zagen

bij Madam Tussaud, toen dat nog kon

 

 

2.2

 

WOLFF komt de kamer binnen, legt achteloos bos bloemen bij Moeder

 

            WOLFF

Laat haar sterven en gestorven zijn. Gecondoleerd.

            ENGEL:

Wie ben jij

            WOLFF:

Ik ben je vader

            ENGEL:

…Je liegt, ik heb geen vader

            WOLFF

Jij weet niet wat je niet weet, omdat je moeder heeft gelogen.

            ENGEL

Mijn moeder loog niet.

            WOLFF

Er waren dingen die ze niet kon zeggen, en toch wilde ze het. Anderen gaan schreeuwen. Of slaan. Zij niet. Zij sprak  wartaal.

            ENGEL

Mijn moeder sprak geen wartaal.

            WOLFF

Ze zei dat jij een engel bent.

            ENGEL

Is dat een leugen?

            WOLFF

Je moeder zei dat je een engel was, dat is laat ik zeggen een vorm van waarheid. Maar ze zei niet wat dat betekende, en dat is een manier van liegen.

 

GERRITS komt op, karikaturale verschijning van begrafenisondernemer

 

            GERRITS

Met innige deelneming… Hebt u nagedacht over de kist?

                        WOLFF:

Engelen sterven niet. Mensen wel. Weet je wat dat betekent? Al je vrienden gaan dood, en jij blijft zeventien.

            Mensen zijn er voor de korte trek, klein reisje onder de sterren. Er is nog maar één plek waar ze in de eeuwigheid geloven als iets moois. Dat is het klooster.

            ENGEL:

Dan ga ik in het klooster

            WOLFF:

Ze geloven dr in, maar sterven doen ze wel…

            ENGEL

[Tegen WOLFF] Ga weg. Ik voel gewoon dat je fout bent.

            GERRITS

U begrijpt toch wel dat het tamelijk urgent is dat wij binnen niet al te lange tijd komen tot duidelijke afspraken wat betreft de afhandeling van uw moeders verscheiden. Haar stoffelijk overschot wordt er niet beter op als wij ons verliezen in discussies als deze

            WOLFF

[Negeert GERRITS] Kijk in mijn ogen, ik weet al zoveel meer dan jij. Als je alles zou weten wat ik je zou kunnen leren, zou je pas echt een engel kunnen zijn.

            ENGEL

Met vleugels

            WOLFF

Vleugels is gelul. Vogels hebben vleugels. Binnen de dampkring en de biologieboeken zijn vleugels wel prettig. Daarbuiten stellen ze niks voor. Ik heb een bloedhekel aan engelen met vleugels. Vleugels is voor maandverband.

            ENGEL

Ga weg. Ik ga mijn moeder begraven.

            WOLFF

En dan.

            GERRITS

Misschien zou u in de keuken een kopje koffie kunnen maken, terwijl ik alvast de catalogi op tafel uitleg, zodat u een keuze kunt maken..

            WOLFF

[Tegen ENGEL] Heb jij gehuild toen je werd geboren?.. Of toen je moeder stierf…

            GERRITS

Want als u geen keuze kunt maken, voel ik mij genoodzaakt voor u een desalniettemin respectabele keuze te maken uit de beschikbare middelen. Van uitstel komt dan wel geen afstel, maar wel narigheid.

            WOLFF

[Tegen ENGEL] Jij kent geen passie, geen emotie. Jij kent alleen maar goedheid. Jij bent de rimpelloze vijver, waarin de hemel wordt weerspiegeld. Ik ben de steen. Ik zal je laten bewegen. Ik doe je een aanbod. [Houdt haar een sleutel voor] Deze sleutel is voor jou. Bij deze sleutel hoort een huis.

            GERRITS

De dood van uw moeder, zal naar volle tevredenheid door ons worden afgehandeld, maar er is nog enige onzekerheid over de financiering. Hebt u geld.

            ENGEL

Ja ik heb geld [Haalt doosje geld]  Gekregen van mijn moeder, om van te leven

            GERRITS

Telt. Is dat alles?

            ENGEL

Is dat niet genoeg

            GERRITS

Voor een plastic zak ja. Maar misschien kan op de sociale werkplaats een kistje worden getimmerd dat recht doet aan wie uw moeder is en wat zij u heeft nagelaten. Alleen al mijn aanwezigheid hier overtreft financieel de inhoud van dit kistje.

 

WOLFF overhandigt geld. MOEDER wordt weggedragen. ENGEL wil er achteraan, WOLFF verspert haar de weg

 

            WOLFF

De sleutel

            ENGEL

De sleutel waarvan

            WOLFF

Een prachtig villa, op een prachtige plek. Je krijgt wat je toekomt: alle goeds. Niets zal je ontbreken. Schitterende tuin. Geen kwaad komt binnen de muren. Neem het. De prijs ervoor is een prijs van niks…

            ENGEL

En die is?

            WOLFF

Ik wil dat je met mij naar bed gaat. Eenmalig, 1 lange nacht met de maan door de ruiten. Ik de jouwe jij de mijne, dat soort romantische bullshit.

            ENGEL

Ik ga nooit naar bed. Ik hoef niet te slapen. Ik kijk naar de huizen waar het licht uitgaat, en soms weer aan

            WOLFF

Ik bedoel seks, meisje. Seks. Net zo’n verschrikkelijk woord als God. Dat ze voor zoiets fenomenaals, zo’n klein plat woordje hebben verzonnen. Typisch iets voor haastige mensen, die bang zijn een woord per letter te moeten betalen.... Jij neemt mijn huis, en ik neem jou.  Neem de sleutel.

            ENGEL

Seks? Hoe bedoel je.

            WOLFF

Dat is de ellende met engelen: Mooie woorden, maar geen body. Neem de sleutel en je weet het.

            [ENGEL weigert. WOLFF met klem]

Morgen sta je op straat. Je krijgt een voogd. Je krijgt een uitkering. Neem. Neem.

            [ENGEL neemt de sleutel aan]

Zodra je de sleutel gebruikt, zal ik er zijn. Tot die tijd heb je gelegenheid, om van mij te gaan houden, of zoiets. En ik zal je leren wat seks is.

Je hebt zes dagen. Daarna vervalt mijn aanbod.

            [WOLFF af]

 

 

2.3

 

De begrafenis vindt plaats.

 

En nu ben je dood. Het lijkt nog of ze kijken

die ogen van jou waar mee je sprak

als je woorden mij niet meer wisten te bereiken

Nu kijken ze net zo als de beelden die we zagen

bij Madam Tussaud, waarvan je zei:

ze lijken wel maar lijken zijn bedrog

als de vorm het van je wint

heeft de dood je al verslagen

want woorden had je zat

maar vaak zo verwarrend dat ik er niets aan had

 

[Aanwezige mensen lopen weg, JONAS en ENGEL zijn de enige die achterblijven.

 

            ENGEL

Wat kijk je?

            JONAS

Zomaar. [Wil wat zeggen, zegt niks]

            ENGEL

Ken je mijn moeder

            JONAS

Mooie kist

            GERRITS

[Geeft ENGEL een hand] Mevrouw, wij danken  u voor het door u in ons gestelde vertrouwen, u weet, wij staan altijd voor u klaar.

            ENGEL

Dank u wel

            JONAS

Doodgaan is shit. Als mijn moeder doodgaat, sla ik alles kort en klein wat er nog in huis is. Kan me niks schelen. Alles in huis is al kapot. Doodgaan is niks. Kan me niet schelen dat het niks is. Mijn moeder is al bijna dood. Ze moeten van haar afblijven

            ENGEL

Wie.

            JONAS

Het. Alles. Iedereen.

            ENGEL

Sta je te huilen?

            JONAS

Wat dacht je? Ik stel me niet aan.

            ENGEL

Mag ik zien hoe je huilt

 

ENGEL pakt zakdoek, sleutel valt uit haar zak

 

            JONAS

Je laat een sleutel vallen

 

Bukt zich om op te rapen. Op dat moment verschijnt WOLFF

 

            WOLFF

[Gooit handje zand in het graf] Je hebt nog 3 dagen.

            ENGEL

[Krijgt sleutel van JONAS. Pakt rugzak] Weet ik, en vergeet ik.

            WOLFF

[Zoent haar] Je bent mooi, en lief, en goed. De wereld ligt aan je voeten. [Af]

            JONAS

[Argwanend] Is dat je vader?..

            ENGEL

Ik heb geen vader

            JONAS

Is dat je vriend… [Ziet ENGEL verdwijnen] Hee, is dat je vriend? [Wordt onrustig]

            DR. FUST

[Klampt ENGEL aan] Er zijn enge mannen. Enge mannen laten je dingen doen, die jij niet wil. Hun overredingskracht is groot. Het zijn schakers. Ze denken verder dan jij. Ze vissen. Ze slaan hun haakje door je lip en hijsen je langzaam op. De man die je net ontmoette, kijk uit voor die man.

            ENGEL

Wie is hij.

            DR FUST

Wolf, hij is zoals hij heet. Blijf uit zijn buurt, zo’n schaap als jij. Zeg nee als hij je dwingt om ja te zeggen: nee, nee, zeg me na: nee

 

 

 

 

 

 

3.1

 

Terras SNACKPALACE. Witte plastic tuinstoelen, tafeltjes,  en COLA parasol. 2 a 3 grote afvalbakken. Op de stoelen zitten en hangen jongeren met grote COLA bekers, zakjes friet etc. Benen op de tafel. Tot MRS. LOWLAND verschijnt, dan komen ze overeind]

 

            GIEL

Nee!

 

S N A C K S

 

            MRS. LOWLAND

[Gesproken] I am the queen of snackpalace / jouw trek bepaalt wat er niet en wat er wel is / maar ik bepaal de price / als koningin van de snackpaleis / ik maak oorlog van een frietje / ik steek m’n pinnen door de meat / ik leg de dellen achter de windows / en stook de olie voor de kroketten / mijn relatie met jou is een snelle en een vette

 

            [Zang]

Een beetje burger geeft zich het liefste bloot

tussen twee halve bollen - wittebrood

hij houdt van een uitje, de kleur van z’n bloed

wordt bij voorkeur uit de ketchup - fles gevoed

 

Een beetje burger gaat het liefste plat

op een bed van mayonaise, tussen de patat

hij bruist als z’n cola, schuimt als z’n bier

en makes the love als een mechanical stier

 

            ALLEN

Wij zijn de snacks - de snelle snack

voor uw trek van a naar b van op naar af

voor uw tijdelijke trek van wieg tot graf

zijn wij de snelle snack

voor al uw seks voor al uw fun voor al uw pret

zijn wij de snacks lekker snel en lekker vet

 

            MRS. LOWLAND

Giel, je bent nog niet klaar

            GIEL

Ik ga weg.

            MRS. LOWLAND

Je kunt nog niet weg

            GIEL

O nee? [Gooit schort weg] Dat was het. Laatste dag, laatste uur. Laatste salaris. U bent een onvoorstelbare imperialistische tuthola. Dat is mijn laatste oordeel. Dat u branden mag in uw heetste frituurvet

            MRS. LOWLAND

De afwas moet nog. En de stoelen.

            GIEL

Ik krijg nog een maand salaris van je.

            MRS. LOWLAND

De afwas en de stoelen. Dan praten we verder.

            GIEL

[Gooit kwaad de stoelen om] Geld. Ik heb recht op geld

            MRS. LOWLAND

Okay, voor jou heb ik zo een ander…

            GIEL

Honderd anderen. De een komt, de ander gaat. Niemand blijft

            MRS. LOWLAND

So what.

 

ENGEL passeert

 

            MRS. LOWLAND

Hee, jij, zoek je werk….

            ENGEL

Ik kom voor een kamer

                        MRS. LOWLAND

Ik heb een kamer, en ik heb werk. Simple werk, everybody can do it, niet moeilijk,

            GIEL

Ga niet werken bij dat wijf. Ga niet wonen in dat wijf dr stinkende vetpaleis.

            MRS. LOWLAND

De nacht valt, de hotels zijn pricy, de tourists vallen je lastig. [Voelt aan Engels oortjes, tuttelt beetje] Jij bent van de zachte soort, lief en zacht, en nog zo groen. Ik heb een plekje voor jou in de bedrijf, en in de house. It’s a job. Job is money, en money is freedom to choose. Jij moet niet  go down under a bridge, jij moet onder een dekbed. Wacht. [Haalt jas, doet die om]  Kijk daar, de window. Tot jij je eigen geld verdient bied ik jou for free gratis woonruimte. Okay?

            ENGEL

Okee…         

            MRS. LOWLAND

Jij kunt begin now. Eerst de stoelen, oprapen, schoonmaken, dan de dishes. Afwassen. Ik show jou. Okay. Good girl.

 

Ze verdwijnen. WOLFF verschijnt, kijkt toe op afstand. Even later begint ENGEL aan de stoelen & tafels en ziet WOLFF

 

            WOLFF

Nog twee dagen.

 

ENGEL verdwijnt, WOLFF neemt uitgebreid plaats, MRS. LOWLAND komt om de hoek kijken.

 

            WOLFF

[Tegen mRS. LOWLAND] Hee, meisje

            MRS. LOWLAND

Jij weet wat een vrouw wil horen. Wat wil je.

            WOLFF

Jij weet wat een man wil eten… Wat heb je. Dat meisje… mooi meisje

            MRS. LOWLAND

Ja. En?

            WOLFF

Is ze te huur?

            MRS. LOWLAND

Voor wat? Ze heeft geen enkele experience.

            WOLFF

Weet ik. Voor hoeveel… Waarom zou je kroketten serveren, als je meisjes als zij in de aanbieding hebt. Hoeveel meisjes heb je?

            MRS. LOWLAND

Ken je haar?

            WOLFF

Ik heb een voorstel. Jouw Snackpalace doet het aardig. Maar meer dan een friettent is het niet. Met mijn geld en jouw pand, beginnen wij een lucratief pretimperium. Ik investeer, jij maakt de winst. Frikadellen, speelautomaten, roulettetafels…

            MRS. LOWLAND

en meisjes.

            WOLFF

Overal meisjes, zoals zij. Hoe hoger in het gebouw, hoe hoger het genot en hoe dieper in de kelder…

            MRS. LOWLAND

Waarom

            WOLFF

Bij ieder trap die je beklimt, moet je betalen.

            MRS. LOWLAND

Waarom? Moet ik jou ergens van kennen

            WOLFF

Jij kent mij al zo lang je leeft, alleen wist je het nog niet, tot de dag van vandaag

 

 

3.2

 

Helse herrie. Keuken, Raam met uitzicht op neonletters: SNACK-PALACE. Grote tafel. Grote koelkast. Naast de koelkast hangt een poster waarop CARLA’s  voorstelling aangekondigd wordt. ZOMBIE ligt plat, moe, uitgeteld. DIP komt kinnen, opent de koelkast, zoekt, luister of Zombie nog leeft. SIMONE, komt op, haren in een handdoek, badjas, zak chips. DIP jat de zak uit haar handen. ZWAAN komt binnen. Zet muziek uit.

 

            ZWAAN

Kan dat wat zachter [Af]

            JESSICA

[komt op]. Yes!

            DIP

Wat is er

            JESSICA

[Triomfantelijk] Hij ook op mij!

 

Ze vallen elkaar om de hals, maken indianenkreten, slaan elkaar op de handen.

 

            ZWAAN

[Komt weer op] Kan dat wat zachter

            DIP

Dan doe je toch gewoon geen tentamen. Dan wordt je toch gewoon geen econoom

            ZWAAN

Ik studeer geen economie. Ik studeer filosofie

            DIP

Oké, en wat is het verschil

            SIMONE

Het stinkt hier

            ZWAAN

Het verschil tussen liefde en betaalde liefde. Vraagt het aan Zombie.

            DIP

Zombo. Sinds ze haar leven heeft gebeterd  heet ze Zombo, en geen Zombie

            JESSICA

En dan nu even niet over Zombie of Zombo of Dombo. Altijd gaat het over Zamba, of Bimbo of Bambi. Dit keer gaat het over ‘ik’. Ik ben zo gigantisch verliefd.

            ZWAAN

O ja. En dit keer heet ie?

            SIMONE

Het stinkt hier echt. Ligt er wat te rotten in de koelkast?

            ZWAAN

Of zijn het je hersens, die heb je zo lang al niet gebruikt.

            JESSICA

Is er iemand die hoort wat ik zeg? Is er iemand die mij ziet staan

            ZWAAN

Wat is er dan liefje? He, wat is er dan, ben je zo verliefd?

 

I K   V E R L I E F    M I J

 

Ik verlief mij hij verlieft zich

wij verlieven hij en ik

vanaf de eerste ogenblik

ben ik op hem en hij op mij

dat klinkt zo ongelooflijk blij nou en…

gun mij die gekte alsjeblieft

ik ben van kop tot kont verliefd

 

Ik zie in hem wat jij niet ziet

een ander oordeel hoef ik niet

ik heb van harte subjectief

de liefde voor mijn liefste lief

want zoals hij mijn zinnen streelt

ik wil dat jij niet hem

maar wel mijn enthousiasme deelt

 

bespaar me dus je wijze raad

dat alle hartstocht overgaat

hoe kort ook zo’n moment in tijd

voor mij is het de eeuwigheid

die hier en nu de passie preekt

Ik vind in hem het vuur

dat mij maar al te vaak ontbreekt

 

geen antwoord op wat jij me vroeg

ik noem zijn naam dat is genoeg

om weer te voelen hoe explosief

‘t verlangen zijn kan naar mijn lief

die exclusief mijn ziel bespeelt

Dus wens mij het geluk

met hem die mijn verliefdheid deelt

 

            SIMONE

Toch stinkt het hier [Ruikt aan ZOMBIE, vind bevestigd wat ze al dacht]

            ZOMBIE

[Ontwaakt] Kan dat wat zachter. Hoe laat is het.

            JESSICA

[ruikt] Het mayonaisegehalte in de lucht begint z’n orgasme te bereiken, het zal tegen achten zijn,

 

            ENGEL

[komt binnen]  Hoi. Die vrouw zei dat ik hier moest zijn… voor een kamer

            JESSICA

Hier? De kamer van Zombie.

            ZOMBIE

Huh? [Komt overeind] Wil iedereen met z’n tengels van mijn muziek afblijven. Zo kan ik niet slapen. [Zet muziek snoeihard aan. JESSICA zet de muziek weer uit.]

            JESSICA

Dit is de nieuwe bewoner van jouw container, Zombie.  Geef het kind een hand. Ze zal ongetwijfeld zeer blij zijn dat zij vannacht niet jou is.

            ENGEL

Die vrouw zei: Er was voor mij een kamer hier.

            ANDEREN

Die vrouw zei

            ENGEL

Ik kom werken voor haar. En dan kon ik meteen hier komen wonen, zei ze. 

            MRS. LOWLAND

Zei ik. [Komt binnen] Nog niet weg jij

            ZOMBIE

Nee, nog niet weg

            MRS. LOWLAND

[Kijkt uit raam, wijst. Tegen ZOMBIE] Die jongen daar, is die van jou. Ik hoef dat soort jongens niet rond de house. Ik zei hem to leave. Fuck you, zei hij. Fuck you. Kreeg ik een grote bek. Neem that boy mee als je gaat. Zorg dattie wegblijft. Geef me de sleutel. Teringhoer, zei hij tegen mij. That’s de druppel. Sleutel. [Tegen de anderen] Zij is de nieuwe.[Tegen JESSICA die wat vragen wil]  No. [Tegen ENGEL] Ik wijs je de kamer. [Tegen ZOMBIE] Sleutel. [Krijgt sleutel, gaat af met ENGEL. ZOMBIE loopt naar raam, blijft daar staan]

            JESSICA

Toch komt hij hier wonen

            DIP

Wie? Die baviaan van buiten.

            JESSICA

Nee. Die jongen van mij. Guus.

            DIP

Guus?… Die onbekende jonge god. Tot wie jij je plotsklaps bekeerd hebt. Nooit

            JESSICA

Hij komt bij mij, want bij hem is het niet gezellig, zegt hij.

            DIP

Hier wel.

            JESSICA

Hij is gek op mij. Hij pakt z’n spullen. Hij staat zo op de stoep. Waar blijft ie.

            DIP

En waar moet ie slapen. Of slapen jullie niet

            JESSICA

Bij mij. Dat wijf hoeft er niks van te weten.

            ZWAAN

Dat wijf weet alles. Ik bedoel de grootte van de kamer.  Of slaapt ie staande.

            DIP

Gedeeltelijk

            ZWAAN

Dan zit ie dus ‘s morgens bij ons aan tafel… Nooit.      

            JESSICA

Jaloers… Lang geleden dat jij een vriendje had.

            ZWAAN

Ik hoef geen vriendje

            JESSICA

Jouw laatste vriendje was zo’n duplo-mannetje in de LEGO-kist

                        ZWAAN

Die jongen komt er niet in. Niet in de keuken, niet in de koelkast. Niet hier.

            DIP

Eens!

                        SIMONE

[Kijkt uit raam] Die vent van Zombie staat er echt. [Schreeuwt] Hee! Hoe heet ie ook alweer? Jimmy! Jimmy!

            ZOMBIE

Hou je bek, stomme trut! Moet ie je horen?

            SIMONE

Ja?

            ZOMBIE

Blij dat ik hier weg moet

 

[ENGEL komt op, met vuilniszakje]

 

            ZOMBIE

Waar is Carla?

            DIP

Apeldoorn

            ZOMBIE

Is dat erger dan Enschede? [Bij affiche van CARLA] Zij heeft tenminste lef. [Ze gaat de andere langs} Jij steekt je neus in dooie filosofen, jij in de koelkast, en jij… waar steek jij je neus in. [Over CARLA] Zij staat voor een zaaltje wildvreemde mensen en zegt stomweg wat ze denkt. Ik ga niet weg voor zij er is. [Neemt weer plaats bij het raam]

            SIMONE

[Tegen de anderen, n.a.v ZOMBIE’s Vriend] Komt ie rotzooi schoppen? Jimmy. Wat denk je. Of komt ie haar halen. Gaat ze terug?

            JESSICA

Denk het niet. Hoewel dat soort liefde… Die rammen mekaar de bek dicht, jatten elkaars centen, en vallen elkaar jankend in de armen, als het zo uitkomt. Soap. Melodrama.

            ZWAAN
Vind je leuk om te zeggen.

            JESSICA

Ja.

            ZWAAN

9 Keer heb jij een vriend gehad.

            JESSICA

Heb je ze geteld? Komt door de verveling. Wie zich verveelt gaat tellen.

            ZWAAN

9 keer heeft zo’n vriend van jou je laten zitten.

            JESSICA

Ik heb geen tijd om te tellen.

            ZWAAN

Jij hebt meer exen dan hersens. Je staat nog geen tien minuten in de fik van die nieuwe vlam, of hij heeft recht op bed & breakfast.

            DIP

Bed en broekvast. [Ziet haar grapje mislukken. Tegen ZOMBIE] Moet jij niet weg, Zombie. Was er niet sprake van een baantje ergens. Weet je nog. Baantje waarvoor je niet op de kouwe stoep hoeft te staan tippelen tot het kerels gaat regenen.

            ZOMBIE

[Bij het raam] Daar staat ie. Ik ga niet. Hij wil geld zegt ie. Ik heb geen cent. En als ik het heb geef ik het niet aan hem. Niet aan die gast die mij kapot wil hebben. Hier [Toont arm]

            DIP

Wat is er met die arm

            ZOMBIE

[Toont andere arm] Hier

            DIP

Je wist dat je niet blijven kon

            ZWAAN

Zombie moet blijven. Ik ben er voor dat Zombie blijven moet, op voorwaarde dat ze die abottoir-muziek van haar, niet harder zet dan een stervend varken gemiddeld gilt.

            [Ziet ENGEL, met vuilniszakje]  En?

 

            ENGEL

Kan ik dit ergens laten?

            SIMONE

Niet hier

            DIP

Zombie, je zou je maandverband tijdig opruimen.

            ZOMBIE

Zeik niet. Dat stond er al voordat ik er kwam. [Grist vuilniszakje, gooit het uit het raam] Shit. [Kijkt snel uit het raam, trekt zich dan snel terug]

            STEM VAN ELMAR

[Van onderen] Zombie

            SIMONE

Zombie woont hier niet meer

            ELMAR

Waar is ze

            SIMONE

Zombie woont hier niet meer. [Sluit het raam]

            ZOMBIE

[Pissig] Ik heet geen  Zombie. Geef me de kans te veranderen, wil je.

            JESSICA

[Opent raam] Zombie woont hier niet meer, en ze heet geen Zombie. [Sluit het raam]

 

            ENGEL

[Stelt zich voor] Ik ben Engel

            JESSICA

En ik ben de maagd Maria

            ZWAAN

Ik ben Zwaan… En dat is Jessica, Jessica is verliefd, die is niet bij zinnen, dat is Simone, Simone is gewoon Simone, al heeft ze dr een boel geld voor over om niet gewoon Simone te zijn, dat is Dip, Dip kom uit Heelsum, als hij niks te schelden heeft scheldt hij op Heelsum, en als hij even tijd over heeft wil hij er naar toe, en dat is Zombie, en Zombie gaat, al weet ze nog niet waarheen. Zombie is lief, maar dat zeggen ze van stekelvarkens ook.

            ZOMBIE

Ik ga niet.

            ENGEL

Waar slaap jij vannacht

            ZOMBIE

Rot op. Doe niet of het je schelen kan.

            ZWAAN

Laat haar maar.

            ENGEL

Zal ik weggaan.

            JESSICA

Het heeft niks met jou te maken

            ENGEL

Moet je je sleutel terug. Hier. [Biedt de verkeerde aan] Deze mag je ook wel.

            ZOMBIE

Deze mag je ook wel. Moet ik vannacht bij je ouders slapen. Jij dr uit, ik dr in. Mooie ruil.

            ENGEL

Dit is het huis dat ik heb gekregen van een vriend, maar ik wil het niet. Neem maar. Het is een mooi huis, zegt hij. Een villa. Met een tuin. Voor jou. Hier neem maar.

            ZOMBIE

Nooit [Grist sleutel weg] Dit is het huis dat ik heb gekregen van een vriend. Het is een villa, met een gigantische tuin, en een zwembad, en alles dr op en dr in, maar ik wil het niet. Weet je hoe irritant dat klinkt.

            JESSICA

Weet je wat irritant is: Waar blijft Guus?

            SIMONE

Guus wie?

 

            Donker

 

 

3.3

 

LEGE TERRAS VAN SNACKPALACE. JONAS en WOLFF, verder naar achter staat ELMAR, die af en toe naar boven schreeuwt: ‘ZOMBIE!’

 

            JIMMY

Zombie! Zombie!

            WOLFF

Wat doe jij hier

            JONAS

[Kijkt naar boven] Als je wilt kun je dr zo naar binnen klimmen.

            WOLFF

En dat wil je.

            JONAS

Daar. Een van die ramen. Maar  welke

            WOLFF

[Komt naast JONAS mee kijken] Ik heb je eerder ontmoet.

            JONAS

O ja.

            JIMMY

Zombie! Zombie!

            JONAS

Op de begrafenis. Bent u de vader van Engel.

            WOLFF

… Ja. En jij.

JIMMY

Zombie!

            JONAS

Niks. Ik ben hier gewoon.

            WOLFF

Je moet schreeuwen, net als hij. Prachtige nacht is dit. Nacht van de mannen op zoek naar liefde. Schreeuw dan.

            JONAS

Zoals hij. [Maakt gebaar: die is gek]

            WOLFF

Wie weet opent ze het venster en gooit haar lange haar omlaag, zodat jij naar haar op kan klimmen… [JONAS reageert met een nogal onbenullige blik] Leest jouw moeder jouw geen sprookjes meer voor.

            JONAS

Mijn moeder heeft geen tijd voor sprookjes… Je moet wel heel sterk zijn… Heeft Engel een vriend?

            WOLFF

Ja….

            JONAS

Kent u die vriend van Engel?

            WOLFF

Inderdaad je zult heel sterk moeten zijn.

            JONAS

Als ik kwaad ben, ben ik verschrikkelijk sterk.

 

 

3.4

 

ZOMBIE ligt weer op de tafel. Haar hebben en houwen staat in zakken en tassen voor haar. Opnieuw snoeiharde muziek. ENGEL staat voor zich uit te staren. ZOMBIE ontwaakt met een schok. Staat op. Stoel valt omver. Zet muziek uit.

 

            ZOMBIE

Wat sta je daar. [Kijkt uit raam] Elf uur, kwart over elf… Hij is weg. Ik ga. [Laat sleutel zien] Bedankt. Voor wat dan ook.

 

            A L S  S I G A R E T T E R O O K

 

Er waren nachten dat ik sliep in lieflijk roze

met een knuffel die ik zelf had uitgekozen

elke nacht had ik een ander,

omdat ik niet kon kiezen

en in de kamer naast de mijne

lag mijn vader te vozen

met een vrouw die niet de zijne was

 

en ‘s morgens bij ‘t ontbijt

zat zij in zijn kamerjas naar mij te blozen

maar ze bracht knuffels voor me mee

o nee ze wilden mij niet kwijt

maar ze wisten op een dag mij toch te lozen

want een meisje van jouw leeftijd

kan het allerbest terecht

met probleempjes bij haar moeder

werd door dat loeder mij gezegd

 

Het nieuwe flatje van mijn moeder stond vol dozen,

opgestapeld, waarin al haar spullen zaten

ze zei: ‘dat moet zo blijven,

anders krijg ik last van wormen’

nog net zo gek als toen zij ons

in tranen had verlaten

de medicijnen die ze daarvoor kreeg

die had ze weggegooid

 

zij vond pillen slikken iets voor psychopaten

ze zei ik hou zoveel van jou

en nou ben je weer bij me

en dat was alles, er viel niet mee te praten

voor de aandacht die ik miste

vond ik op straat m’n tijdverdrijf

waar ik de vriendschap van m’n vrienden

verdiende met m’n lijf

 

REFREIN

er zijn er die hun eigen wegen kiezen

zo wou ik ook, maar nu vermijd ik elke keuze

uit angst om te verliezen

te vaak te goedgelovig door anderen genaaid

laat mij maar hangen ik blijf het liefste hangen

als sigarettenrook die geleidelijk verwaaid

 

De rest van het verhaal is niks bijzonder

gewoon cliché tot vervelens toe beschreven

de kouwe seks, de valse dope, het overleven

de details er van die zal ik je besparen

ach ik red me wel, en zo niet, wat kan het schelen.

 

[Pakt spullen. Ziet deur opengaan. CARLA komt binnen]

 

 

            ZOMBIE

Hč hč. De enige echte mens op aarde. Ik heb op je gewacht.

            CARLA

Lief van je. En stom. Als ik vannacht niet was thuisgekomen, zat je de hele nacht te wachten. [Ze omhelzen] Je stinkt. Weet je dat.

            ZOMBIE

Tuurlijk weet ik dat. Ik probeer zo hard te stinken dat niemand me meer durft naderen. Als een soort bacteriële kernbom jaag ik iedereen bij mij vandaan… Wees niet bang, jou heb ik zo vaak geknuffeld, jij bent immuun…

            CARLA

Waarom niet met mij op het podium.

            ZOMBIE

Bang dat ze naar me kijken…

            CARLA
Jij bang?

            ZOMBIE

Ik heb de sleutel van een of ander huis. Daar mag ik in, voor vannacht, en al de nachten die volgen. Zegt zij.

            CARLA

En wie is zij.

            ZOMBIE

Zij is raar, maar niet onaardig. Hoe ging het. In Apeldoorn.

            CARLA

Zodra je de Teletubbies imiteert,  lachen zij zich de luiers vol. Oh oh! Als het gaat over neuken, haken ze in, Gaat het over denken, dan haken ze af.

            ZOMBIE

Nou en. Zal jou een zorg zijn. Jij hebt lef, zeg wat je zeggen wilt.

            CARLA

En dat is?

            ZOMBIE

De waarheid. De dingen zoals de dingen zijn. Zoals jij de dingen zeggen kunt. De shit van alledag. Dit [Graait plastic tasjes van tafel].

            CARLA

Wat ik wil is dat ze lachen, die waarheid wint van alle andere..

 

[Vanachter klinkt geschreeuw. Gebons op deuren. JIMMY komt eraan]

 

            JIMMY

[Van achteren] Zombie!

 

            ZOMBIE

[In paniek] Daar issie. Hoe komt ie binnen? Zeg dat ik weg ben. Of schop hem de deur uit.

 

ZOMBIE duikt met haar spullen onder de tafel

 

            JIMMY

[komt de kamer binnen met rode opgefokte kop] Waar is ze. Zombie!

            JESSICA

[Stormt de kamer in] Guus?!

            JIMMY

Ben ik Guus? Of ben ik gek?

            SIMONE

Ik kon hem niet tegenhouden.

 

[ANDERE BEWONERS verschijnen. CARLA maakt ze non-verbaal duidelijk dat ZOMBIE onder de tafel zit. ANDEREN schermen de tafel af]

            ZWAAN

Dus jij bent Jimmy?

            JIMMY

Waar is Zombie.

            CARLA

Zombo. Sinds ze is afgekicked heet ze Zombo

            JIMMY

Zal wel. Ik zal dr afkicken. Die griet zit vol leugens.

            CARLA

Ze is er niet. Haar kamer is verhuurd aan een ander.

            JIMMY           

Liegen is besmettelijk. Wil ik zien. Heeft iemand een sleutel… Als die deur niet vanzelf opengaat, trap ik hem in.

            ZWAAN

[Wijst naar ENGEL] Zij heeft de kamer dus zij heeft de sleutel.

            JIMMY

… Hier die sleutel. [Krijgt de sleutel. Ziet hoe de anderen zich massaal rond de tafel hebben gegroepeerd] Die griet hoort bij mij, en als ze niet bij mij hoort, dan wil ik het geld terug dat ik geďnvesteerd heb. Ik hou van dr. Yes. Ik hou van dr. En als je van iemand houdt stop je dr geld in… Geloof je me niet….  Als ik niet van dr hield, zou ik er dan geld in stoppen? Ik zweer het. Ik hou van die griet. [Af, even later weer terug]

            Waar is ze naar toe? Zeg niet dat ze zielig en dakloos is. Die griet heeft altijd wel ergens een bed waar ze terecht kan. Die griet hoefde niet eens af te kicken, Wat heeft ze jullie verteld?  Dat ze zwaar aan de dope was zeker. Zeker. Dat ze seks deed met kerels voor de centen? Ze deed geen seks met kerels voor de centen. Nou ja, ze deed wel seks met kerels voor de centen, maar meer zo dat ze dan een tijdje kon blijven. Dat soort kerels.  Dan vrat ze de koelkast leeg, plukte je portemonnee, en op een dag was ze weer pleite. Vertel mij wat. Van mij mag zij terug. Of m’n geld. [Schreeuwt uit het raam:] Hee teringtrut ik hou van je! Sorry meisjes, ik ben ook zo’n emotionele jojo.

            Waar is ze? Zeg niet dat je niet weet waar ze is. Alle meiden zijn solidair, als er geklaagd moet worden op de mannen. Okee, ik wacht wel. [Gaat zitten]

            ZWAAN

Gezellig!

            JIMMY

Ik heb de hele nacht

            DIP

En ik de telefoon

            CARLA

Grote, doortastende jongen. Nu begrijp ik wat die lieve kleine Zombie in je zag, voordat ze met dat blauwe oog hier kwam wonen.

 

JIMMY loopt woedend weg.

 

            JIMMY

Ze moet dr bek houden over dat soort dingen. Ze moet dr bek houden. Er zijn nog zoveel andere dingen te vertellen. [Af]

 

ZOMBIE komt onder de tafel weg.

 

            CARLA

Volgens mij houdt ie van je

            ZOMBIE

Houd je mond maar. Daar issie goed in, zulke dingen zeggen. Gek word ik van hem. [Zwijgt, kijkt uit het raam.]

 

 

3.5.

 

VOLGENDE DAG. ENGEL zet stoelen klaar. JONAS verschijnt

 

 

            JONAS

Hai

            ENGEL

Hai

            JONAS

Ik heb bloemen gezet op het graf van je moeder… Woon je daar? [Wijst] Je kunt zo naar boven klimmen als je wilt.

            ENGEL

D’r is een deur

            JONAS

Ik ben verschrikkelijk sterk. Als ik kwaad ben ben ik verschrikkelijk sterk. Ik ben altijd kwaad. Dat is het makkelijkst. Soms moet ik huilen. Huilen is shit.

            ENGEL

Waarom?

            JONAS

Meisjes kunnen beter huilen, zeggen ze. Ik ken geen meisjes die beter huilen dan ik. Later wil ik een hond. Een verschrikkelijk grote hond. Een hond moet je schoppen als ie niet doet wat je zegt. Dit word niks.

Ik ben heel sterk.

            KLANT

[Roept] Hee, is er iemand die mij kan helpen?

            ENGEL

Waarom zet jij bloemen op het graf van mijn moeder?

            KLANT

[Roept] Hee!

            JONAS

Als je bang bent hoef je niet bang te zijn, als ik er ben. [Houdt ENGEL, die wil gaan helpen, tegen] Als ik kwaad ben ben ik alleen maar kracht. Ik ben op een nacht van Nijmegen naar Anhem gelopen. Ik heb van een trein alle ramen ingegooid. Toen ben ik teruggelopen.

            KLANT

[Roept] Hee, is er iemand

            JONAS

Ik zou best de vierdaagse kunnen lopen. Als ik me maar kwaad maak… Zal ik zeggen dattie op moet rotten

            ENGEL

Waarom? [Gaat om te helpen]

            KLANT

[Loopt boos weg] ‘t Is goed. Scheelt mij een portie vet, en jou een boel centen. De wereld is gered van een hoop ellende. Aan jou hebben ze een goeie.

            JONAS

Zal ik hem slaan.

            ENGEL

Moet je niet naar school?…. Wat wil je van me… Wil je seks met me hebben?

            JONAS

Nu? [Loopt enigszins geschrokken weg]

 

 

 

3.6

 

KEUKEN. Iedereen is er. SIMONE staat op de tafel alsof het de catwalk is. DIP ernaast. ENGEL kijkt geamuseerd toe. JESSICA staat geďrriteerd voor het raam.

 

            DIP

Heb je geen heupen, je loopt als pinokkio. Wat wil je, in de Wehkamp? Okee, naar voren, draaien, lachen, nee, lachen, echt lachen

            ZWAAN

Hoe kun je nu echt lachen als je met zulke kleren op een tafel

            DIP

[Reageert op lachende Simone] Prachtig. Hoofd recht.           (ENZ)

            JESSICA

Waarom die kleren aan, als die fotograaf wil dat jij ze uittrekt.

            DIP

Engel! Nu jij.

           

ENGEL komt erbij. De lichten flikkeren, SIMONE showt, ENGEL komt los, doet mee. MUZIEK: AFTELSTIENTAL CARLA komt binnen

 

            CARLA

Gek gezicht, die keukentafel zonder Zombie als tafelkleed. Nieuwe mogelijkheden… En dan nu allemaal de navel bloot!

 

Na enig aandringen, ontbloot iedereen de navel

 

            CARLA

[Als ENGEL aarzelt] Of heb jij geen navel. De navel is het monument voor onze moeders. Wij zullen het monument onthullen. Muziek. Sst. [Ontbloot ENGELS navel] Is het geen navel om te zoenen. Moeders mooiste.

 

 

 

N A V E L S T R E N G

 

Ik zag een foto van mijn moeder in bikini

zij was zwanger van mij, haar buik was koepelrond

met op de bolste punt het knoopje van haar navel

die haar ooit met mijn grootmoeder verbond

 

Want elke moeder heeft een moeder

elke dochter heeft een navel

de mijne is een kuiltje met een knoopje

zo begon ik als een hoopje

zich ontwikkelende cellen

en na negen maanden tellen

heeft mijn moeder mij gebaard

ze had daarna nog veel met mij te stellen

maar ik weet als ik navel heb gestaard

wij tweeën zijn de moeite waard

 

 

Als ik na een nachtje stappen ‘ s morgens thuiskwam

lag ze wakker van mij, ik zei doe dat nou niet

en ze kon zo zenuwslopend blijven zeuren

met die mengeling van boosheid en verdriet

 

 

Het ging niet goed met mijn studieresultaten

ik had vrienden die zij mij tevergeefs verbood

ik zei ik haat je en zij zuchtte dan gepijnigd

dat ik al wild zat te schoppen in haar schoot

 

Nu ik niet meer bij haar woon gaat alles beter

zij pakt de telefoon of komt even op bezoek

en we kletsen openhartig bij de koffie

met een flink stuk zelfgebakken moederkoek

           

Ik heb een piercing door mijn navel om te vieren

al dat geruzie dreef ons niet blijvend uit elkaar

en met moederdag, onthul ik haar mijn navel

en dan schenk ik net zo’n ringetje aan haar

           

Want elke moeder heeft een moeder

elke dochter heeft een navel

de mijne is een kuiltje, een knoopje, en een ring

 

 

            WOLFF

[Stond al enige tijd  binnen] Goodnight ladies.

 

[Bewoners kijken verbaasd en geschrokken. WOLFF laat sleutel zien]

 

            CARLA

Mannen. Er zijn teveel mannen in deze keuken, die hun sleutel in de verkeerde sloten stoppen.

            WOLFF

Van mij zijn de sleutels en de sloten. Van mij is de wil of ik wel of niet met jullie wil. Mooie navel. Leuke ring. Alleen nog een ketting dr door, en dan op stal.

            CARLA

Ga weg. Waar is Mrs. Lowland

            WOLFF

Deze plek is voor 80% van mij. Mrs. Lowland en ik gaan samen in zaken. Snackpalace wordt een erotisch pretparadijs. Beetje ordinair, maar wel lekker. Als je me niet gelooft [Haalt GSM uit binnenzak, toetst nummer:] Met Wolf, kun je de dames vertellen hoe de zaken er voor staan? [Geeft GSM aan CARLA, die luistert.] Elk kamertje krijgt z’n bestemming. En wat betreft de meisjes: Je kunt vertrekken als je wilt, maar blijven mag ook. Al zul je nu en dan iets meer moeten ontbloten dan die lieftallige naveltjes van je. Moet kunnen.

            ZWAAN

Kan dit?

            WOLFF

Ja, dat kan…            Hoewel ik als klant voornamelijk zou vallen op het lieve onschuldige meisje Engel, dat zichzelf zo graag wegcijfert om goed te doen. Jullie zijn aardig geweest voor haar. Nu wordt het tijd dat zij eens aardig is voor jullie.

            Lieve Engel, één nacht seks met jou, en ik laat je metgezellen verder met rust.

            CARLA

Schop die man de deur uit

            WOLFF

Eén nacht met jou en 80% van dit pand, met alle vrolijkheid en solidariteit die er heerst,  is jullie eigendom. Alle sleutels in eigen bezit.

            Lieve Engel, wat is goedheid die niks kost. Laat zien hoever je liefde gaan kan.

            CARLA

Voordat je verder uit je nek kletst, luister eerst eens wat zij te zeggen heeft.

            WOLFF

Engel praat niet, engel denkt… Wat stelt het eigenlijk voor. Een afspraak met de tandarts is intiemer. Zoals die kerel in je bek zit. Dr hoeft geen koe geslacht, geen mens vermoord, geen bank beroofd. 1 Nacht. Deze nacht.

 

[De anderen hebben zich tot een front gevormd en komen op WOLFF toe]

            CARLA

Wilt u weggaan

            WOLFF

Is de wind goed, of issie slecht. De wind is de optelsom van meteorologische feiten. Ik kom niet met dood en verderf, ik dwing niet, ik gooi een steen in de vijver en kijk naar de rimpels. Dat heet drama.

 

            [Af]

 

            ENGEL

[Roept hem na] Wacht

            ZWAAN

Niet doen… Doe het niet. Waar ken je die kerel van? Zeg wat!          

            ENGEL

[Opent deur, schreeuwt]  Wacht! [WOLFF komt terug]… Ik doe het.

            WOLFF

Zeg maar wanneer, ik wacht wel

            ENGEL

Ik wil het nu! Zeg maar waar?

            WOLFF

[Tegen de anderen] Dit is haar leven. Zij beslist. [Tegen ENGEL] Waar is de sleutel die ik je gaf.

            ENGEL

Kwijt.

            WOLFF

Kwijt… De sleutel van de villa.

            ENGEL

Ik heb jouw sleutel weggegeven.

            WOLFF

Weggegeven… Het lot gaat z’n eigen gang. Aan wie?.

            ENGEL

Aan een vriendin, een meisje zonder dak….

            WOLFF

Een varken dat je wast en loslaat in de modder… Dan doen wij het hier. Laat mij je meisjeskamertje maar eens zien. Hopelijk heeft niemand bezwaar.

            DE EEN NA DE ANDER

Ik heb bezwaar

            ENGEL

Het is mijn kamer

            SIMONE

Ik bel de politie

            ENGEL

Het is mijn kamer, ik weet wat ik doe, laat mij

            [Ze gaan af]

 

[De tijd verstrijkt, spelers nemen pose in dichter bij voorrand, wachten zichtbaar.]

           

DIP

[Roept ze na] Doe het wel veilig hč.

            CARLA

Die kerel in een condoom stoppen en wachten tot ie stikt, dat is veilig.

            ZWAAN

‘Ik weet wat ik doe’. Dat kind weet niet wat ze doet.

           

[LICHT wordt zwakker spelers verplaatsen zich, nieuwe pose. Licht aan]

 

            SIMONE

Waar kent zij die kerel van?

            JESSICA

Ze hoeft niet. Laat die kerel maar proberen ons hieruit te krijgen.

            CARLA

Nee, ze hoeft niet. Voor mij hoeft ze niet.

            DIP

Ze moet gewoon voor zichzelf. Zo zit ze in elkaar. Lief zijn en jezelf opofferen.

 

[LICHT wordt zwakker spelers verplaatsen zich, nieuwe pose. Licht aan]

 

            CARLA

Moeten wij haar terughalen. Kom dan. Dan halen wij haar terug, met z’n allen. Of ze wil of niet. Volgens mij weet zij helemaal niet wat ze  wil.

            ZWAAN

Weet jij dan wel wat je wil?

            CARLA

Zou jij dat doen… Zou jij met een kerel naar bed gaan om er beter van te worden. Voor een baan. Voor het geld. Stel je voor: jij was Engel.

            ZWAAN

Nooit.

            CARLA

Ik bedoel: wat stelt het voor. Waarom is dit erger dan in het water springen als iemand verzuipt. Is het slecht om slecht te doen, als er iets goeds tegenover staat. Dat is toch jouw hobby, dit soort vragen stellen.

            ZWAAN

Kom op dan, we schoppen die klootzak de trappen af.

 

[Van achter komt een verschrikkelijke schreeuw: “NEE!’ Dan nog een keer. [Spelers schieten op uit wachthouding]

 

            CARLA

Engel!

            ANDEREN

Engel. Engel

           

[CARLA schiet de trap op, DIP pakt mes, anderen aarzelen nog even, gaan dan ook. Spelers schreeuwen tegen de muziek op: ENGEL! ENGEL! DIP blijft staan met groot mes. DONKER.]

 

 

 

 

 

4.1

 

Z E LF V E R D E D I G I N G

 

            KOOR

Als iemand waar dan ook mijn privacy induikt

mijn vriendelijkheid misbruikt

om mij in te kunnen pakken

dan zet ik hem te kakken

kan niet schele welke plek

en welke rijkdom hij gewoon is

ik val niet voor kapsones

ik ben wel aardig maar niet gek

 

REFREIN

Maar wat ik denk te doen,

zo daadkrachtig assertief

loopt stuk op goed fatsoen

en de beperking van mijn kracht

ik ben te zacht, te lief, te groen

 

Legt iemand ongevraagd z’n hand in m’n kruis

dan schreeuw ik handen thuis

als je niet wilt dat ik ga hakken

ik laat mij door niemand pakken

als jij denk de haan te zijn

die mij probeert te naaien

dan laat ik je kraaien van de pijn

 

Als zo’n hufter ‘s avonds laat

op straat mij lastig valt

dan schreeuw ik lazer op

als je niet wilt dat er een schop

in jouw kippenhokje knalt

- ik zal  hem op het asfalt kwakken

en bewerken met m’n hakken

- ik zal met oorverdovend gillen

de lenzen uit z’n ogen trillen

- ik zal mijn passie voor karate

op z’n varkenskop loslaten

- en als ie toch van mij mocht winnen

zal ik ‘m dood of levend vinden

- ik zal ‘m zwetend doen ontwaken

als ie ooit nog denkt te slapen

- en bij het in de spiegel kijken

denkt ie enkel: wat een eikel

 

als jij je botte lijf wilt misbruiken op het mijne

behoor je tot de zwijnen die rijp zijn voor de slacht

 

Te lief te zacht te groen, juist dat is mijn talent

bespaar mij het moment dat lompe lustbevrediging

mij dwingt tot zelfverdediging

want waarom niet gewoon

als wij elkaar ontmoeten

passeren of begroeten

zoals mensen kunnen doen

 

of als je dat niet wilt, of als je dat niet kunt

dat je mij m’n vrijheid gunt,

zoals ik jou de jouwe laat

(maar ietsje minder groen, dat kan geen kwaad

dus geef me rustig raad, wat daar aan valt te doen)

 

 

4.2

 

KEUKEN, ontbijtspullen op tafel,  iedereen, op ZOMBIE na, is er. ENGEL staat apart. JONAS staat bij het raam

 

            JONAS

Ik sloeg hem niet eens zo hard.

            JESSICA

Nee, het bloed zat tegen de muur.

            SIMONE

Dat bloed dat stonk. Ontzettend wat een stank.

            DIP

Alle bloed stinkt.

            SIMONE

Niet waar. Dit bloed stonk, als geen ander bloed. Alsof het oud is en nooit ververst. Ja, bloed wordt doorlopend ververst. Ja toch.

            ZWAAN

Ja. Maar daar gaat het niet om. Die kerel met z’n vunzige voorstel ligt daar, bloedend, in de kamer van Engel. Alle leven geweken. Ja?

            ANDEREN

Ja.

            ZWAAN

Iedereen was er bij. Ja. Alles gezien. En waar issie nu? Dat lijk?… [Tegen JONAS] En jij, jou snap ik niet, waar kom jij vandaan?

            JONAS

Heb ik al gezegd

            ZWAAN

Wat doe jij in de kamer van Engel?

            JONAS

Ik zag die kerel binnen komen. De vuilak. Ik hield hem in de gaten. Die kerel liegt. Hij is de vader van Engel, zei die. Volgens mij is het haar vader niet. [tegen Engel] Is dat jou vriend? Mooie vriend. [Geen reactie]

            ZWAAN

Jij klimt bij ons naar binnen

            JONAS

Bij haar. Het raam stond open.

            ZWAAN

Jij hebt je verstopt. Op de kamer van Engel.

            JONAS

Ik wilde met haar praten.

            ZWAAN

Wat maakt jou beter dan die kerel die jij vermoord hebt.

            JONAS

Ik wou die kerel niet vermoorden. Weet je wat die kerel van dr wou

            JESSICA

Ja, dat weten wij nu wel

            JONAS

Zij zat op haar bed, en hij wou

            JESSICA

Ja, dat weten wij nu wel

            ZWAAN

En als wij iets doortastender waren geweest, hadden wij dat niet hoeven te weten.

            JONAS

Sorry. Ik werd kwaad.

            DIP

En als je kwaad bent, ben je verschrikkelijk sterk…

            CARLA

En toen jij dr vandoor wou gaan zijn wij met z’n allen boven op jou gedoken, om te zorgen dat je niet wegkwam. En inderdaad, als je kwaad bent… En vervolgens was het lijk, waarvan wij dachten dat het een lijk was niet daar waar wij dachten dat het lijk was. Kortom: het lijk was geen lijk. Het was de deur uit gewandeld. Het was het raam uit geklommen.

            DIP

Als dat lijk geen lijk was, zal ik voortaan stoppen met eten. Die kerel had z’n bek vol bloed.

            JESSICA

Hoe vaak heb je die kerel wel niet geslagen.

            JONAS

1 Keer geslagen. 5 Keer geschopt.

            ZWAAN

Samengevat: Jij slaat een kerel dood, wij pakken jou, het lijk van die man is intussen verdwenen, het raam van de kamer gesloten, en Engel kijkt alsof ze weet van niks. [Tegen ENGEL] Wie was die man Engel? Heb jij het raam gesloten? Weet jij waar het lijk naar toe is?…. Als ik Duits zou praten, leek ik Derrick wel.

            ENGEL

Niemand. No body.

            CARLA

Misschien moet ik vragen: wie ben jij?

            ZWAAN

Niemand is zomaar niemand.

            CARLA

Wie was die man?

            ZWAAN

Wat had jij met die man?

            CARLA

Wat heb je gedaan met die man?

            ZWAAN

Waar issie gebleven?

            ENGEL

Weg

            ZWAAN

Heb jij het raam gesloten? Zeg wat.

            ENGEL

Ik had m’n ogen dicht. Ik wilde niks zien. Laat mij. Er is niks gebeurd… Ik ga werken

            ZWAAN

Wacht…         Je kunt niet werken

            ENGEL

[Heftig] O nee? Ik kan wel werken. Ik wil alleen nog maar werken en verder wil ik niks. [Blijft staan]

 

[Tijdns haar laatste woorden komt GUUS binnen. ZWAAN blijft dicht op ENGEL]

 

            GUUS

En daar is Guus…. U heeft van mij gehoord, neem ik aan.

            DIP

Zodra dr een man verschijnt wordt het ellende.

            GUUS

De deur staat open. Iedereen kan zomaar naar binnen lopen. Maar jullie boffen. Ik ben het. [Als JESSICA niet op hem reageert] Jessica? Jessica?… Niet om het een of ander: maar het stinkt waanzinnig op de gang… Is er wat?

 

JESSICA valt GUUS in de armen JESSICA maakt zich los, en begint hysterisch ruzie te maken met GUUS, die niet begrijpt waarom. De anderen negeren het gęnante geruzie

 

            JESSICA

Waar was je

            GUUS

Waar ik was? Dat heb ik je verteld. Ik was in Groningen.

            JESSICA

Jij zou hier zijn. Ik heb op je gewacht, twee dagen.

            GUUS

Ik zou niks. Ik zou naar Groningen

            JESSICA

Je zou hier komen wonen

            GUUS

O. Ik zou hier komen wonen? Ik zou komen kijken naar een kamer hier, om te zien of ik hier eventueel zou willen komen wonen. Er kwam een kamer vrij zei jij. Stinkt het hier altijd zo. Leuke keuken overigens.

            JESSICA

Je zou bij mij kunnen komen wonen.

            GUUS

En jouw kamertje is

            JESSICA

Groot genoeg om te beginnen. Dan kijken we later wel verder.

            GUUS

Dan hebben wij elkaar verkeerd begrepen, denk ik.

            JESSICA

Ik dacht dat jij (de kamer van Zombie zou )

            GUUS

Wie is Zombie

 

ZOMBIE komt binnen, een en al enthousiasme

 

            ZOMBIE

Dit geloven jullie nooit

            JIMMY

[Duikt naast haar op] Yeah. Dit geloven jullie nooit.

            ZOMBIE

Zeg het maar

            JIMMY

Zeg jij het maar.

            ZWAAN

Jullie gaan trouwen

            ZOMBIE

Ja

            ZWAAN

Ik dacht: ik zeg het meest idiote wat er bij mij op komt.

            CARLA

Dat meen je niet.

            ZOMBIE

[Zet grote koffer op tafel] Hier. Jurken. Kost niks. [Als niemand nieuwsgierig wordt, opent ze de koffer en haalt er een stel schitterende baljurken uit] Voor iedereen een jurk. En deze is voor jou Engel, de mooiste, dank je wel, je weet zelf niet wat je gedaan hebt.

            ZWAAN

Inderdaad

            ZOMBIE

[Als verder niemand reageert] Oké, dan gaan ze dr weer in. Ik ga wel weer. Jullie kunnen er niet tegen zeker dat het goed met me gaat. Jullie zien mij als iemand die gedoemd is te mislukken. Met de kop op de tafel. Maar ik ben niet gedoemd om te mislukken. Alles gaat lukken vanaf nu. Ik heb alles wat nodig is om alles te laten lukken. Jimmy, we gaan.

            CARLA

Zombie…

            ZOMBIE

O je weet nog hoe ik heet

            CARLA

Waarom die trouwerij opeens? Jij in een huwelijk is zoiets als ik in een jurk. Bovendien

            ZOMBIE

Hou jij je mond maar. Het is wel goed zo.

 

ZOMBIE is pissig en wil weg

 

            JIMMY

Die hingen in de kast, kasten vol. Zombo wil een gigantisch feest in de tuin van de villa. Dr is zo’n grasveld, zo groot als een golfbaan, waar je van die tenten kunt opzetten. Dr zijn van die tenten in het tuinhuis. Het tuinhuis is zo groot dat je dr kunt volleyballen. Ze wil een trouwerij met ambtenaar, en koor, en duifjes, en bruidsmeisjes. En wijn. Dr is een wijnkelder die is zo groot dat je dr kunt voetballen. In een hok naast de tuinschuur zitten duifjes.

            DIP

En dat hok is zo groot als een squashbaan.

            JIMMY

Zij wil alles optimaal.

            CARLA

Dus zij wil jou, en jij wil haar?

            JIMMY

Ja. Is dat zo gek? Wij trouwen met elkaar, want wij houden van elkaar. Hč Zombo. Ik noem haar tegenwoordig Zombo. Maar als we getrouwd zijn noem ik haar… hoe was het ook weer lieverd.

            CARLA

Je klinkt alsof je al nu jaren getrouwd bent. [Tegen ENGEL] Waarom heet jij Engel, sinds je hier bent is het alleen maar ellende.

            ENGEL

Ik ga. Ik ga werken.

            ZWAAN

[Tegen ENGEL] Je kunt niet werken

            ENGEL

Ik kan wel werken.

            GUUS

Leuk is het hier.

            SIMONE

[Tegen GUUS, over ENGEL] Zij heeft de kamer waarvan Jessica dacht dat jij die zou kunnen krijgen.

            ENGEL

Waarom kan ik niet werken?

            ZWAAN

Omdat elk patatje oorlog doet denken aan die opengespleten schedel van die hoerenloper.

            ENGEL

Ik ga werken. [Af]

            JONAS

Zal ik met haar meegaan?

            ZWAAN

[Verspert hem de weg.] Ja. Zoals je gekomen bent. Door het raam. [En tegen GUUS] En jij, als jij hier iets te zoeken had, neem mee wat je gevonden hebt, en vertrek. En dan ga ik nu naar m’n bed, om te slapen, of om een potje te janken.

 

4.3

 

De villa. Kamertje van WOLFF, donker. DR. FUST komt binnen, doet het licht aan, WOLFF schrikt overeind, Zijn kop is zwaar verminkt, en smerig van het bloed

 

            DR. FUST

De zes dagen zijn om.

            WOLFF

Geniet. Je hebt gewonnen.

            DR. FUST

Wist ik… [Kijkt met afschuw naar WOLF’s uiterlijk] Ik dacht dat je onkwetsbaar was.

            WOLFF

Onsterfelijk. Je had me moeten zien toen ik gevierendeeld was.

            DR.FUST

[Begint WOLFF een beetje te fatsoeneren] Middeleeuwen.

            WOLFF

Vietnam. Ze hingen me tussen vier helikopters, en trokken me uit elkaar. Zij waren stoned, en ik was weer een tijdje bezig. Het heeft me vier maanden gekost om alles weer bij elkaar te vinden. Soort legpuzzel, onschuldig vermaak tegen de verveling.

            DR.FUST

Mijn ouders legden legpuzzels. Dat maakte ze gelukkig. Mij niet. Terzake. Ik heb gewonnen

            WOLFF

Bijna had ik gewonnen. [terwijl FUST hem opkalefatert] Ik wilde dwingen wat moest groeien. Krankzinnig, onsterfelijk zijn en haast hebben. Misschien was het begeerte. Voor het eerst was er weer zoiets als…. Ik had haar zover. Gordijnen dicht. Klein kamertje. Bed. Stoel met kleren. Bijna had ik gewonnen.

            Het rook er naar jonge meiden… Ik keek haar in de ogen. Beetje weerloos. Was ik ook. Beetje Bambi. Ik sta op het punt te zeggen: laat maar, ik zal je geen kwaad doen…  Zij neemt plaats op dat krakende bed. Ik dacht wat kraakt het. Was het mijn schedel. Een of andere gek sloeg mijn schedel aan barsten, en trapte m’n ribben zo kapot dat ik m’n organen terug moest proppen voor ik naar huis kon.

            FUST

Bijna gewonnen is verloren.

            WOLFF

Ik ben geheel de jouwe.

            FUST

Geef mij het script

            WOLFF

Alsjeblieft. Geniet. Maar doe het met mate. Lees. Maar begin niet aan het eind.

            FUST

Waarom niet? [Bladert]

            WOLFF

Om wat er staat

            FUST

Kan ik het lezen

            WOLFF

Je kunt het lezen. [Geeft FUST zijn bril] Mijn ogen heb je.

            FUST

[Bladert] Schitterend…[leest]

            WOLFF

Weet je wat zij deed? Ik lag daar, als een slordig schilderij van Karel Appel, weinig charmant. En terwijl ik al zo goed als dood lag, sloeg zij de stoel verder kapot op m’n ogen… Begrijp jij dat? Voor onze lieve Engel was dit een prachtige misdaad tegen de eigen moraal. Punt 2 van onze weddenschap. Vervolgens klom zij in het raam om te springen. Punt 3. Bijna. Ik zei: doe dat nou maar niet, ik ga wel. Lastig, zo praten met de bek vol bloed. Kortom: Ik ben hier gekomen, zij is daar gebleven. Bijna gewonnen, op alle drie punten.

            DR.FUST

Bijna… Dus daarom ben jij… niet meer als wij. Jij bent wat wij zullen worden.

            WOLFF

Kijk niet zo begerig. Kalm aan. Het is niet goed om alles te weten wat te weten is. Kennis is niet wat je pakt, kennis is wat zich ontwikkelt.

            FUST

Bespaar me die moralistische christelijke onzin. Wetenschap is wetenschap, en dat is al moeilijk genoeg.

            WOLFF

De regels kun je lezen, niet wat er tussen staat.

            FUST

En het eind? [Leest het eind]

            WOLFF

Dit is zo voorspelbaar:[Citeert de regieaanwijzing die volgt] Fust leest het eind en sterft. De papieren dwarrelen in het rond.

 

FUST leest het eind en sterft. De papieren dwarrelen in het rond

 

            WOLFF

[Haalt de bladzijden weer bij elkaar] Laatste hoofdstuk: [Leest] Fust sterft aan een overdosis kennis. [Trekt jasje van FUST aan, vindt portefeuille in de binnenzak, bekijkt pasjes] Nu zelf nog het een en ander. Verontrustend. Waarom sloeg ze die stoel kapot op m’n ogen. En waarom geniet ik van die vraag.

           

 

4.4

 

Terras Snackpalace, muziek, er klopt iets niet in de sfeer. MRS LOWLANDS staat onverschillig opzij, ENGEL is bezig keukenstoelen neer te zetten, dat gebeurt op het ritme van de tekst van de KLANT.

 

KLANT

Ik mag geen kroketten, nee, ik wil geen kroketten.

            [TAK! Stoel, KOOR, ah!]

Het is te vet. Ik mag wel vet, maar ik wil geen vet.

            [TAK! Stoel, KOOR, ah!]

Niet dat ik dik ben, nee toch. Er zijn dingen die wil je gewoon. Dat is karakter.

            [TAK! Stoel, KOOR, ah!]

Het is zo gemakkelijk, gewoon maar nemen wat je wilt.

            [TAK! Stoel, KOOR, ah!]

Typisch de jaren ’90. Mijn moeder is 2x zo dik als ik. Ze vindt dat ik me aanstel. Ik wil ze niet.       [TAK! Stoel, KOOR, ah!]

Hooguit een halve. [Haalt kroket achter haar rug vandaan] Zullen we delen. Met jou wil ik wel delen.

            ENGEL

[Barst los in woede] Zeik. Niet. Wijf! [Ze heeft een stoel in haar handen om toe te slaan]

            MRS. LOWLAND

[Bestraffend] Engel! Foei.

 

DE MEISJES verschijnen op de trap, poeslief, ze zingen:

 

            DE MEISJES

Jij bent niet zo

           

            KOOR

[Verschijnt, langzaam, terwijl MOEDER op de keukentafel wordt opgedragen, ze draagt opnieuw haar trouwjurk, opnieuw heeft ze een bolle buik

            E.N.G.E.L (3x)

Engel is haar naam

            DE MEISJES

[Komen naar voren, verdringen zich rond de microfoon]

            Hai ik ben engel. Ik wil dat het vrede is voor alle mensen ongeacht de kleur van hun huid. Ook als hun huidkleur niet zo mooi is als de mijne. Ook als hun geloof niet zo goed is als het mijne

Hai, ik ben engel, ih hou van alle mensen en vooral van de zielige kindertjes in de arme landen die in donkere kamertjes voetballen moeten naaien, en vreemde mannen, en de plantjes in het regenwoud, en de uitgestorven dieren,

Hai, ik ben engel, ik houd heel veel van mijn vriend, en ik zal hem altijd trouw zijn en blijven, ook al komt er zo’n jongen langs waarvan je denkt wauw, nou, wauw

            [Ze kijken fictieve jongen na]

Hai ik ben engel en ik… ben

- Zeg het dan. Zeg het dan

Heel heel…. Heel erg verlegen

Hai ik ben engel en ik ben altijd heel gehoorzaam , en als mijn vader zegt, kom even bij mij op schoot zitten, liefje, dan zeg ik ja papa, liefje komt heel even bij jou op schoot zitten, en dan zegt papa, jij bent mijn liefste meisje, en dan zeg ik, ja papa ik ben jouw liefste meisje, want mijn papa heeft geen ander meisje, en dan zegt hij jij wilt papa natuurlijk wel gelukkig maken, en dan

Hai ik ben engel, als het gesprek een beetje stuk loopt zeg ik altijd gewoon even iets gezelligs

 

[Achter hen zet de bevalling in met stuwende muziek. DE MEISJS kijken om, kijken toe, gaan er op af. ENGEL laat stoel vallen, kijkt toe.]

 

KOOR

Ik was de kom

jij was de vis die in mij zwom

zonder te weten van het water

van de kater en de kou

geen keuze tussen kwaad en goed

wij waren van het zelfde bloed

geen scheiding tussen mij en jou

                        - Jij bent niet zo.

 

[Het wordt even stil. DE MEISJES slaan hun vingers in MOEDERS BUIK: een babypop wordt geboren. DE MEISJES Graaien de pop weg, beginnen armen en benen er af te trekken, verdelen ze, eten ze op.]

 

KOOR

Wij zijn de snacks - de snelle snack

voor uw trek van a naar b van op naar af

voor uw tijdelijke trek van wieg tot graf

zijn wij de snelle snack

voor al uw seks voor al uw fun voor al uw pret

zijn wij de snacks lekker snel en lekker vet

            JONAS

[door muziek heen] Engel?…. Engel!

            ZOMBIE

[komt langs, met JIMMY en klerenkoffer, ze knuffelt ENGEL eventjes] Engel, je komt toch wel op mijn bruiloft. Je moet. Je moet. Iedereen kom. Het wordt gigantisch.

            MRS. LOWLAND

[In bijzijn van boze klant] Engel! Ga naar binnen. Ik weet niet wat in jou is. Go inside. Now.

            ENGEL

Luister Jonas, ik heb hem op z’n ogen geslagen. Ik was verschrikkelijk sterk. .Ik heb de stoel kapotgeslagen op z’n ogen. Begrijp je dat? Begrijp je dat? Begrijp je dat? Denk je dat ik dood ga, Jonas. Denk je dat ik dat kan. Denk je dat ik dat kan. [Blijft die woorden herhalen over de muziek heen]

 

 

 

 

 

4.4b

 

ENGEL blijft staan waar ze staat op het voortoneel. Het wordt donker. De keukendeur gaat open, DIP komt binnen,  koelkast gaat open.

 

            ENGEL

Denk je dat ik dood ga, Dip?

            DIP

Spring uit het raam, dan weet je het.

            ENGEL

Dip…. [DIP komt bij haar staan] Ben jij wel eens gestorven?

            DIP

Zeven keer. 6 Keer tijdens mijn examen. 1 Keer toen ik verliefd was, op een meisje uit mijn klas, ik zei tegen haar dat ik verliefd op haar was: Gatver, zei ze.

            ENGEL

Denk jij dat ik een engel ben?

            DIP

Gaat het wel goed met jou?

Morgen gaat ze trouwen, Zombie. Wat denk je? Waar moet je zijn om gelukkig te zijn.

Als jij een engel bent, kom ik uit de hemel.

            ENGEL

Hemel?

            DIP

Nee, Heelsum. Ik kom uit Heelsum. Toen ik er woonde, haatte ik het, en nu iedere nacht als ik wakker lig, wil ik terug.

            ENGEL

en iedere nacht als ik wakker lig, wil ik terug. Waarheen?

            DIP

Naar Heelsum. De straten waar ik kind was, en groot werd, en bij ieder raam naar binnenkeek. [Muziek begint te spelen] En dan ben ik er, en dan wil ik weer weg.

 

O   H E E L S U M

 

O Heelsum, ieder uur gaat er 5 maal een bus

mensen bij de halte, zij geeft hem een kus

hij spuugt z’n kauwgum uit in de goot

ze zegt: kijk je uit, de stad is zo groot

als de bus arriveert ziet hij hoe een kat

ternauwernood aan de dood ontsnapt

 

Uit de Dopheidelaan komen jongens gefietst,

van het Wilhelminapark, met een tas achterop

bezweet is hun kop, luidruchtig hun  stem

de voetballerstrots van Redichem

een vuilniswagen claxonneert

naar het kind dat zojuist heeft fietsen geleerd

 

O Heelsum als op een zwoele zomernacht

met alle ramen los de wolfhezertrein

over het wolfhezerbos de slaapkamer inwaait

en als de wind is gedraaid ruist het snelwegverkeer

dat raast her en der gehaast heen en weer

in het hart van al die wegen kom ik jou

mijn bed en mijn brood

steeds weer tegen

 

Bij van de Bovenkamp, garage op de hoek

staan de occasions weer ‘ns breed op de stoep

en de verbouwing die daar al decennia duurt

irriteert met z’n rotzooi de hele buurt

en in de bernardlaan trekken eik en plataan

voor de komende zomer hun blad weer aan

 

Café het Zwarte Paard, ooit heelsums bordeel,

schenkt wielrenners koffie, ze lachen luidkeels

de kastanjelaan af naar de heelsumse beek

waar de paarden staren, in vochtig groen gras

naar de kerk op de heuvel, die oud van lijf

nog steeds de zondagse liefde bedrijft

O heelsum als

 

ach heelsum ieder uur vijf maal een bus

mensen bij de halte, zij geeft hem een kus

hij spuugt z’n kauwgum uit in de goot

zijn rugzak zakt af, haar ogen zijn rood

en ze vraagt nog weer eens

waar hij heen denkt te gaan

hij zegt: zo ver mogelijk hier vandaan

 

 

            4.5

 

Kamer van Wolf. Van ver komen feestgeluiden: muziek, stemmen. ‘Daar komt de bruid’ Licht van lucifers. Geroezemoes. Spelers verkleden zich op podium. Klaar voor het feest. Dan wordt het donker.

 

            WOLFF

[Praat, kijkt uit het raam, schrijft] Ik volg haar, ik kijk naar haar, ik wil haar begrijpen: Wat is er engel aan Engel? Ik wil dat het goed gaat met haar, maar het gaat niet goed. Gaat het goed met mij? Ja, met mij gaat het goed.

            Ze maken lawaai hier beneden. Ze vieren de liefde die alles overwint. Trouw tot de dood ons scheidt

            Ik wordt gek, zo goed gaat het mij, een soort spierpijn in de zenuwen, alles wat jarenlang dood was, begint zenuwtrekkend te zeuren, te tintelen. Wat is er engel aan Engel? Ik wil dat niet. Wie heeft bedacht dat een mens gelukkig wil zijn..

            Ik ben een 5-eeuwen oude puber, die zich weer laat verleiden door dezelfde truc. Goochelaar Passie. Het konijn uit de hoed.

            Moet je ze horen. Die meid die nooit wat zal worden, maar zo nodig moest trouwen. Zombie vindt het geluk. Met een of ander labiele neuroot, die haar al vijf weken niet meer ‘per ongeluk’ heeft geslagen. De sentimentele trut.

            Konijnen bespringen elkaar, konijnen fokken als beesten, konijnen vermenigvuldigen zich als bacteriën in een vuile onderbroek. Slacht ze voor je van ze gaat houden, dan stilt het de trek en bespaart het je verdriet.

            Moet je zien hoe gelukkig ze doen. Zo opgefokt gelukkig. Die meid hier beneden die mijn villa bevuilt  alsof het de hare is. Binnenkort wil zij een kind, zo’n klein rimpelig wezentje dat honger heeft en jankt en poept, en op een dag wordt geslagen door de vader en wordt verlaten door de moeder. [Knipt het licht aan] Laat ze mij maar vinden. Ik ga weg hier. Laat ze mijn villa maar verruďneren.

 

 

            4.6

 

Heldere zomernacht. Sterren. Feestverlichting. Flessen, glazen. Op het gazon voor de Villa zitten alle feestgangers bij elkaar, iedereen op z’n allermooist. JIMMY in prachtig pak, ZOMBIE in trouwjurk. JESSICA is er met GUUS, maar GUUS is vooral geinteresseerd in SIMONE, en omgekeerd., JONAS hangt slaperig tegen ENGEL aan. ENGEL staat apart bij de zwembadrand. Ze kijkt voortdurend achterom, omhoog.

 

            JESSICA

[Tegen SIMONE] Je mag hem hebben

            SIMONE

Wie

            JESSICA

Je mag hem hebben. Hem. Guus.

            SIMONE

Waar heb je het over.

            JESSICA

Doe niet zo onnozel… Vanaf de eerste dag dat jij hem zag, en hij jou. De hele avond al

            SIMONE

Omdat jij zo saggerijnig doet, bemoei ik mij een beetje met hem. Mag dat niet.

            JESSICA

Bemoei ik mij een beetje met hem… [Loopt kwaad weg.]

            ZOMBIE

Wat is er?

            ENGEL

[Wijst naar de villa, hoog] Daar boven brandt licht. Kan dat…  Zwaan, ben jij wel eens gestorven

            ZWAAN

Is dat een grap…

            ENGEL

Wat is een engel

            ZWAAN

Een engel is iets van een andere orde. Over engelen kun je alleen fantaseren. Heb je een engel gezien.

            ENGEL

Volgens mijn  moeder ben ik er een…

            ZWAAN

Dat zeggen alle moeders, behalve de mijne

            ENGEL

Kunnen engelen sterven.

            ZWAAN

Een engel is een manier om zichtbaar te maken wat niet zichtbaar is. .. Wat is er gebeurd met die man op jouw kamer? [ENGEL sluit de ogen] Ik wil het weten. Ik weet niks. Niks van wat er gebeurd is. Wie ben jij?

            ZOMBIE

Engel? Voor jou heb ik vleugels.

            ZWAAN

Is het waar wat er gefluisterd wordt, door mensen die jou denken te kennen. Is het waar dat jouw moeder je 17 jaar verborgen heeft gehouden, omdat ze bang was, of omdat zij zich schaamde? Omdat ze verkracht is door een kerel, die niemand kent, en toen zwanger werd? Is het waar dat jouw moeder voordat ze doodging, volkomen in de war was. Alleen nog maar wereldvreemde onzin uitsloeg. Is dat waar?

            ZOMBIE

[Roept] Engel.

            ZWAAN

Ga naar dr toe. Zeg iets aardigs. Schei uit over doodgaan. Jij bent de engel die Zombie gelukkig heeft gemaakt.

      

[ENGEL ziet ZOMBIE naderen, fluistert ZWAAN iets in het oor, en schiet weg.]

 

            ZOMBIE

Wat zei ze?

            ZWAAN

Ze zei dat ze moest poepen.

            ZOMBIE

Engelen poepen niet.

            ZWAAN

Dan is ze geen engel

            CARLA

Of ze poept niet… maar wat doet ze dan wel.

 

            ZOMBIE

Goed, en dan nu, gaan we met z’n allen zwemmen… In mijn zwembad. Allemaal.

            IEMAND

Weet je hoe koud het is.

            ZOMBIE

Kom op. Kleren uit. Dit is mijn feestje. Allemaal.

            IEMAND

Ik heb geen badpak bij me.

            ZOMBIE

Hoezo badpak. [Begint aan de sluiting van haar trouwjurk te frummelen] Wie helpt mij uit die klerejurk?

            GUUS

[Als niemand reageert] Zal ik dan maar.

            JIMMY

[Duwt hem weg] Afblijven… Moet dat nu?

            ZOMBIE

Dit is de meest paradijselijke plek, op het meest paradijselijke moment. Had Adam een zwembroek? Had Eva een bikini?           

            CARLA

Heeft iemand wat te verbergen.

            JIMMY

Ik niet

            GUUS

Okee dan. [Begint zich uit te kleden, JONAS volgt aarzelend]

            CARLA
[Tegen JONAS die zich afzijdig houdt] En Jonas, bang voor de naakte waarheid?

 

            M I J N   D I K K I E     D I C K

 

            CARLA & ZOMBIE

 

Ik draag niet graag een strakke broek

wanneer de zon doorbreekt

en ik verhit het strand bezoek

uit angst dat dit soort klederdracht

het volk onthult dat onverwacht

mijn dick de kop opsteekt

 

           

            REFREIN

Mijn dikkie dik heet dick mijn dikkie zoekt een chick

ziet hij zo’n blik ziet hij zo’n lijf

dan staat hij ogenblikkelijk rechtop

ik plaats een mop ik schenk een lach

ik vraag of ik iets met haar mag

en zij zegt ja misschien maar meestal nee

en na zo’n pils of zeventien

houdt mijn dick het dick het dick het voor gezien

 

Stel je voor die eerste keer

wanneer ik ‘s morgens klam

wakker word en constateer

mijn onderbroek vertoont een vlek

en ook het dekbedovertrek:

hoe zeg ik het mijn mam

 

Mijn jongste zus koopt haar bh

de eerste die ze draagt

gezellig samen met mijn ma

zij praten dat soort dingen door

daar heb ik mijn vader voor

maar die weet zich geen raad

 

            REFREIN

 

wij tweeën zijn een prettig paar

mijn Dickie weet z’n plek

hij heeft een nest van kroezig haar

daar leeft ie meestal heel content

zolang hij tijdig wordt verwend

maar soms maakt ie me gek

 

            CARLA

Ho wacht sst. Voor we verder gaan. [Zoekt verhoging. Tegen ZOMBIE, die bij alle harde woorden steeds meer afstand neemt] Lieve Zombie, bedankt voor je feestje, en nu, nu het voorbij is wil ik je zeggen: Dit is het stomste wat je ooit hebt gedaan. Niet vanwege Jimmy, maar vanwege jou. Je zag de ambtenaar vanmiddag denken. Dit wordt niks, dacht ie, en kletste er wat clichés tegenaan. Ik zeg wat hij dacht, omdat iemand het moet zeggen: Dit is het stomste wat je ooit hebt gedaan. Hoe lang duurt het voordat je ook hier weer wegloopt.

            Deze villa, dit paradijs; over twee jaar is het hier een puinhoop. Je hebt het geld niet om dit huis te onderhouden.

            ZOMBIE
Dan verkoop ik het.

            CARLA

Je kunt niet eens bewijzen dat het van jou is.

            ZOMBIE

Ik heb de sleutel.

            CARLA

Jij hebt de sleutels van zoveel huizen al gehad, maar ze waren nooit van jou.

            ZOMBIE

Dan verhuur ik het

            CARLA

Zet er 90 studenten in, dan wordt het evengoed een puinhoop… En nog een kindje, zo’n lief schattig speelgoedje. En dan alles anders dan jou is aangedaan… Ja toch…  Ik moest van jou het lef hebben recht voor z’n raap te zeggen wat ik vind. Dit vind ik. Maar ik hou van je. Ik wil je niet weer zien flippen. [Na enige aarzeling omhelzen ze elkaar. Dan tegen JIMMY] En wees goed voor dr. Anders kom ik ‘r halen.

 

            GUUS

Mooie toespraak.

            ZWAAN

Beetje laat

            DIP

[Verschijnt] Hee!

            GUUS

Mocht je kamers gaan verhuren, denk dan aan mij.

            DIP

 [Als iedereen opkijkt] Engel. [Wijst naar waar de villa staat] Ze stond in het raam. Daar waar het licht brandt. De zolderkamer. Vleugels op de rug. Ik dacht ze maakt een grap. Maar ze maakte geen grap. Ze maakte een sprong.

 

Even stilte. Alle aanwezigen gaan af. Het geluid van een ambulance zwelt aan. Blijft lang klinken.

 

 

 

4.7

 

Op de klanken van de ambulance komt WOLFF op. Hij neemt een stoel, en gaat zitten bij de rand van het zwembad, schenkt zichzelf een glas vol uit een achtergebleven fles.

 

            WOLFF

Komt ze mijn kamer in. Klimt ze in het raam. Niet verbaasd dat ik er ben. Ik zeg haar: Engel, doe dat nou niet. Mijn vingers trillen. Ik wil onverschillig blijven. Kijkt ze me aan.

            STEM VAN ENGEL

Ik wil het weten. Hoe het is.

            WOLFF

Ik eerst.

            STEM VAN ENGEL

Jij weet alles al.

            WOLFF

Ik dacht dat ik je begreep. Nee dus. Waarom

            STEM VAN ENGEL

Hoe kon je zo dood zijn, en toch het raam uitklimmen. Ik wil niet zijn zoals jij. Ik wil zo leven dat het leven is, daarom wil ik weten of ik sterven kan.

 

Ondertussen verschijn ENGEL zelf, ze staat stil, glimlachend,. Praat niet. Haar stem komt van elders.

 

            WOLFF

Dat bedoel ik niet: Waarom sloeg je mij met die stoel op mijn ogen?

            STEM VAN ENGEL

… Op een dag kwam onze kat binnen met een vogel in z’n bek. Bloed. Veren. Het beest fladderde nog wat met gammele vleugels. Mijn moeder draaide het dier de nek om. Beter dood, dan lijden zei ze… Ik wilde je afmaken.

            WOLFF

Je liegt. Jij weet niet beter of ik lig daar hartstikke dood. Er was niks af te maken toen jij sloeg. Pas nadat jij sloeg, raapte ik mijn organen bijeen, en klom uit het raam.

            STEM VAN ENGEL

Ik deed het gewoon. Kan het je wat schelen.

            WOLFF

Ja. Tot mijn verbazing: ja.

            STEM VAN ENGEL

Ik zat op het bed. Wist ik veel wat jij van mij verwachtte. Kon me niet schelen. Het schaap was klaar voor de slacht. Zij waren goed voor mij, ik zou goed voor hen zijn. Maar dat was het niet. Jij zat met trillende vingers aan mijn kleren. Onder mijn kleren. En je keek… En terwijl je keek, aarzelde je

            WOLFF

Ik zag je zitten, en ik aarzelde

            STEM VAN ENGEL

En terwijl je aarzelde

            WOLFF

Terwijl ik aarzelde…

            ENGEL

Zoals je keek..

            WOLFF

Ik had willen zeggen: ga maar,

            STEM VAN ENGEL

werd ik nieuwsgierig.

            WOLFF

het is wel goed zo

            STEM VAN ENGEL

naar jou. Hoe het zijn zou. En terwijl ik nieuwsgierig werd, op een rare verwarrende manier nieuwsgierig, sloeg en trapte Jonas jou aan flarden. Stinkend vlees was je. En wat was ik? Dom, en slap, en smerig… Wat was er gebeurd als Jonas niet gekomen was.

 

            ENGEL

[Gooit vleugels weg] Vleugels zijn gelul. Vleugels is voor maandverband.

            STEM VAN ENGEL

Dat je mij zo zag. Heb jij mijn moeder gekend?

            WOLFF

Ja

            STEM VAN ENGEL

17 Jaar geleden?

            WOLFF

Hoe moet ik dat weten.

            STEM VAN ENGEL

Is het waar, ben jij mijn vader?

            WOLFF

Hoe moet ik dat weten. De eerste 50 jaar heb ik nauwkeurig bijgehouden. De laatste 600 jaren zullen mij een rotzorg zijn… [Staat op] En toen is ze gesprongen. [In de war, gooit glas in het water:’Plons’] Nee, ze is niet gesprongen. Ik heb haar laten vallen.

 

Terwijl ENGEL blijft staan komen de anderen op. Ze zingen.

 

 

H A P P Y   E N D / I   G O T   L I F E    

 

 

Wie bepaalt er het moment

voor al dan niet een happy end

wanneer de gang van het verhaal

voor even wordt gestaakt

en de balans wordt opgemaakt

 

voor wie het ziet en wie het hoort

maar ondertussen gaat het voort

en tussen toekomst en wat was

in zo’n eindeloos moment

wil ik gezien zijn en gekend

 

REFREIN

er is geen einde

er is geen einde,

geen sluitend slot, geen happy end,

er is alleen maar het moment

 

wanneer de tijd een tijdje staakt

als foto’s van jezelf gemaakt

waarop je staat en niet beweegt

in één zo’n uitgelicht moment

terwijl jezelf weer verder bent

 

voor mijn gevoel, naar mijn idee

ben ik een weg van a naar b

geboren tussen a en z,

misschien bij toeval of gepland

maar wat ik ben is dit moment

 

 

REFREIN

er is geen einde,

er is geen einde,

geen sluitend slot, geen happy end,

er is alleen maar het moment

 

- Ain't got no home, ain't got no shoe

er is geen einde,

- Ain't got no money, ain't got no class

er is geen einde,

- Ain't got no friends, ain't got no schoolin'

geen sluitend slot, geen happy end,

- Ain't got no wear, ain't got no job

er is alleen maar het moment

- Ain't got no man

 

Ain't got no father, ain't got no mother

Ain't got no children, ain't got no ….

Ain't got no earth, ain't got no water

Ain't got no ticket, ain't got no token

Ain't got no love

 

I got my hair, I got my head

I got my brains, I got my ears

I got my eyes, I got my nose

I got my mouth, I got my smile

 

I got my arms, I got my hands

I got my fingers, Got my legs

I got my feet, I got my toes

I got my liver, Got my blood

 

- Got life , I got my life  

Er is geen einde

- Got life , I got my life  

Er is geen einde

- Got life , I got my life  

 

You cannot ever stray too far:

your Destiny is where you are

 

- Got life , I got my life