M A C B E T H    l    N o  m o r e  h e r o e s

 

 

 

Tekst: Evert van Bruxvoort / Marinus van der Werf

Muziek: Verdi /Eugene Ceulemans

 

 

 

0.

 

Een podium vol stoelen, links en rechts.. Spelers nemen plaats alsof ze toeschouwers zijn. Een van de spelers zet zijn stoel bij de tegenoverliggende partij neer, Een soort schaakspel begint, Spelers nemen elkaars terrein in beslag: zetten provocerend stoel neer, gaan zitten. Als iedereen zit staan ze op, lopen naar elkaars terrein, schoppen elkaars stoelen onderuit. Lopen naar voorrand podium.

 

            SPELERS

verwachting is gezaaid,

wij wachten af wat er zal groeien

uit het donker van de aarde

 

verwachting is gezaaid,

het doek gaat op, de spelers doen

wat de regie voor hen bedacht heeft

 

 

Spelers zoeken hun stoel, hun bezit,

 

Iemand zingt bij piano, zacht solo, anderen schreeuwen de tekst er overheen, eventueel door elkaar, band speelt door

 

vervloek de pijn, verbijt je tranen

zwijg verbeten, beschimp de waanzin

de hemel zwijgt, wie zal je horen

wie zal ooit nog de wonden helen

en het bloed blijft spoken in je dromen

en de angst gaat nooit voorbij

 

Macbeth komt op en plant een vlaggenstok met vlag en bovenop het afgehakte hoofd van Macdonwald. Banquo kijkt toe. Macbeth af.

 

Heksen zitten bijeen, bij een kolossale verrijdbare spot, pakken hun bier, drinken.

 

            HEKSEN

Grauw is goud! En gaaf is goor!

 

Van de ene kant komt Koning Duncan op,

De heksen richten de spot op DUNCAN die aankomt.

Heksen af. Van de andere kant komt Lenox, beiden met een GSM] 

 

               KONING DUNCAN

Hoe staat het met de opstand?

               LENOX

Het stond onzeker, de mannen van Cawdor zijn overgelopen naar de vijand.

               KONING DUNCAN

Oh. En hebben de kapiteins Banquo en mijn neef Macbeth zich terug getrokken? Waren ze van slag?

               LENOX

Van slag? Die twee sloegen dubbel terug met dubbele slagen.

           

[MC DUFF op naast Lenox met GSM]

 

                       MC DUFF

De Baron van Cawdor is overgelopen naar de vijand.

                       KONING DUNCAN

Ja, dat zei Lenox ook al, maar Banquo en mijn neef Macbeth?

                       LENOX

Het stond onzeker, en toen, omzwermd met al het gespuis wat Fortuna ooit heeft voortgebracht, kwam er voetvolk en ruiters, en-

                       KONING DUNCAN

Ja, ja. Kort gezegd?

                       ROSSE

Kort gezegd: we hebben gewonnen.

                       KONING DUNCAN

Wat een geluk.

 

SPELERS verzamelen zich rond LENOX

 

LENOX

Wat heet geluk? Macdonwald, de meedogenloze, de geboren oproerling, met om hem heen krioelend al het tuig dat ooit door mensen werd gefokt, deze Macdonwald, kreeg versterking van de eilanden ten westen. Als de hoer van een verrader lachte het lot zijn misdadige strijd nog toe. Maar tevergeefs: Macbeth, de dappere, die die naam waard is, vol lotsverachting, met zijn zwaaiend staal, nog dampend van andermans bloed, maait zich, als minnaar van 't recht, een doortocht, tot hij pal staat voor die hoerenloper Macdonwald, die hij geen groet of afscheid waardig keurt, maar uit elkaar kapt van navel tot strot, en zijn hoofd hoog op onze muren plant.

            MC DUFF

Kortom: als er iemand zijn hoofd heeft verloren is het niet Macbeth.

                       DUNCAN

[Zeer luid in zijn GSM] Macbeth, mijn dappere bloedverwant! De titel van Cawdor, is voortaan voor Macbeth.

                       LENOX

[Verbaasd] Wat zegt u?

                       KONING DUNCAN

Nog luider?.. De titel van Cawdor, is voortaan voor Macbeth.

                       LENOX

Macbeth wordt Baron van Cawdor omdat hij de verrader heeft verslagen?

                       KONING DUNCAN

Zijn wonden sieren hem. Een betere medaille is er niet. De Baron van Cawdor is vanaf nu geen verrader, maar een held.

                       LENOX

En Banquo dan, zijn metgezel?

                       KONING DUNCAN

Nee! Macbeth krijgt de titel.

 

DONKER

 

SPELERS af, nemen stoelen mee, op een paar na

 

 

Eerste bedrijf

 

1

 

               HEKS I

En wat heb jij gedaan vandaag?

               HEKS 2

Oh, niks gewoon een beetje lopen zieken.

               HEKS 3

Vertel. Vertel.

               HEKS 2

Ik heb vandaag wat koeien gek gemaakt.

                           HEKS 1

Ik heb wat varkens gepest. En jij?

                HEKS 3    

Ik heb een zeeman in de war gebracht.

 

Stel je voor een zeemanswijf

nou wat was er met dat wijf

ongesteld en tuk op kijf

 

vloekte mij boosaardig stijf

voor de duivel wat een teef

haal d’r botten door een zeef

 

maar haar manlief

voer als zeeman op de zee

en ik nam hem

in de helse stormwind mee

 

ik verzoop hem in de zee

zij verzoop hem in de zee

laat hem rotten in de zee

 

wat een duivels goed idee

laat hem rotten in de zee

spoel z’n botten door de plee

 

winden draaien stormen waaien

waai met alle winden mee

sleur de zeeman in de zee

 

haaien haaien haaien haaien

naar de haaien alletwee

neem de zeeman als diner

 

niemand spot er zo met ons

niemand spot met ons

niemand spot er zo met ons

niemand met ons, niemand met ons

 

                       HEKS 2

Goor is gaaf en gaaf is goor.

                       HEKS 3

Die zal nooit meer lekker slapen. [ziet Macbeth] Hé, wat hebben we daar?

 

Andere SPELERS naar achteren

 

 

2

 

[Heksen richten verrijdbaar  spotlicht op Macbeth en Banquo,

 

 

                       BANQUO

Hé, wat is dat, wie zijn jullie?

                       MACBETH

Wie zijn dat?

                       BANQUO

Volslagen uitgeteerd en haveloos lijken zij geen bewoners van deze planeet, al staan ze er op. Alsof de lijken die wij hebben gemaakt, als zombies zijn teruggekeerd [Stapt op heksen af, hand half voor de ogen] Leeft u? Bent U iets dat antwoorden kan? U schijnt me te verstaan…U moet vrouwen zijn, al heb ik moeite u zo te noemen.

                       HEKSEN

[Gaan Banquo voorbij] Gegroet, Macbeth, kapitein van Duncan.

Gegroet, Macbeth, Baron van Cawdor.

Gegroet, Macbeth, die koning zal zijn.

 

Andere SPELERS, op een kluitje,  herhalen die woorden: ‘Gegroet, Macbeth, die koning zal zijn.’ Alleen Macbeth hoort ze

 

                        BANQUO

[Tegen Macbeth] Wat schrik je nou? [tegen heksen] Oké, kappen nou. Jullie weten wie hij is, Macbeth, kapitein van de koning. En jullie beloven hem van alles, Baron zal hij worden, hij schopt het zelfs tot koning… oké, dat is jullie visie wat hem betreft, maar nu ik, wat heb je voor mij in de aanbieding?

                       HEKSEN

Gegroet, Banquo, minder dan Macbeth en meer. Niet zo gelukkig, maar met meer geluk. Zelf geen koning, maar koningen zult u krijgen. [Heksen af, keren zich nog een keer om] Daarom: hulde, Banquo en Macbeth.

Banquo en Macbeth dus: heil.

                       MACBETH

[Roept ze na]Waar haalt u dit bizarre nieuws vandaan? Koning worden ligt geheel buiten mijn verwachting, en trouwens Baron van Cawdor ook. Blijf, halve spreeksters, en zeg mij meer.

                       BANQUO

Waar zijn ze naartoe?

                       MACBETH

Jammer dat ze weg zijn.

                       BANQUO

Was dat echt of hebben we paddo's gesnoept?

                       MACBETH

Jouw kinderen worden koning. Zeiden ze.

                       BANQUO

Jij wordt zelf koning. Zeiden ze.

                       MACBETH

Maar eerst… Baron van Cawdor, ja toch?

                       BANQUO

Ja. Zo klonk het…

 

[Lenox, & Mc Duff komen op]

 

3

 

 

                       LENOX

En wie hebben we daar?

                       MC DUFF

Macbeth. Onze nieuwe Baron. De Koning heeft verheugd gehoord van je succes.

                       LENOX

Wij komen om je zijn koninklijke dank te brengen.

                       MC DUFF

En als cadeau, laat hij mij jou benoemen tot ‘Baron van Cawdor.’

                       BANQUO

Wat?

                       LENOX

Baron van Cawdor, dat ben jij, nu, vanaf nu.

                       MACBETH

Maar de Baron van Cawdor leeft. Wat sier je mij met geleende kleren?

                       MC DUFF

Hij van Cawdor, van toen, heeft nog wel z’n verleden, maar zijn leven heeft hij verspeeld; zijn vonnis wacht hem. Hij heeft geheuld met de rebellen, hoe dan ook.. hoogverraad

                       LENOX

Bewezen en bekend.

                       MC DUFF

bracht hem ten val. Ter dood veroordeeld.

                       LENOX

De titel is nu voor jou.

                       ROSSE & LENOX

Gegroet, Macbeth, Baron van Cawdor.

                       MACBETH

Schei uit… [Neemt afstand] Wat die wijven zeiden, tweemaal de waarheid: Kapitein van Duncan, Baron van Cawdor, en het mooiste komt nog. [Naar de anderen] Dank U.[Tegen Banquo] En jij Banquo, hoop jij nu dat jouw kinderen koning worden?

                       BANQUO

Als dat zo is….  Het is raar, hoe vaak de krachten van de duisternis ons lokken met kruimels waarheid,

om ons zo diep mogelijk te laten vallen als het er om gaat!

      

                       MACBETH

[Terzijde] Er sluipt iets in mijn hoofd wat hiervoor ondenkbaar was, de gedachte aan het koningschap, de gedachte aan moord

 

wat mij voorspeld werd

bleek tweemaal waarheid

de derde profetie maakt mij tot koning

een bloedig spookbeeld

bijt zich vast in mijn gedachten

hoe zal ik koning zijn

en welk offer vraagt de macht mij

de speling van het lot,

dit spel bespeelt mij

en aan zo’n spel maak ik

geen handen vuil ,geen handen vuil

 

                       BANQUO

Kijk, onze makker, hoe vervoerd hij is. Wat grijpt het hem toch aan? En kijk wie hebben we daar: de koning.

 

[DUNCAN en MALCOLM op, van verschillende kanten]

 

                       KONING DUNCAN

Dag waarde neef, Nobele Banquo. [tegen MALCOLM] Malcolm, Is het vonnis uitgevoerd?

                       MALCOLM

Ik sprak iemand die hem heeft zien sterven.

             KONING DUNCAN

Mooi zo. Wie leest er ooit de toestand van het gemoed in het gelaat: hij was een man aan wie ik absoluut vertrouwen schonk.[Stel MALCOLM en Macbeth aan elkaar] Malcolm, dit is Macbeth, onze heldhaftige neef die ik heb benoemd tot Baron van Cawdor… Macbeth, dit is mijn zoon Malcolm, de troonopvolger… Wat een dag. Vreugde wint van verdriet maar gebruikt dezelfde tranen. En nu op naar het huis van Macbeth voor een feestelijk maal.

                       MACBETH

Ik ga vast vooruit, het huis voorbereiden op uw komst, wat zal mijn vrouw blij zijn u te ontvangen… [loopt weg langs MALCOLM, botst tegen MALCOLM]

                       MALCOLM

Sorry, ik sta je in de weg.

                       MACBETH

Zeg dat wel [Gaat, kijkt om] Over jou zal ik vallen. Of springen.

 

            [Macbeth af]

 

                       KONING DUNCAN

Mijn weergaloze bloedverwant.

 

 

ledereen qf. Heksen op

 

 

HEKSEN

 

verwachting is gezaaid,

wij wachten af wat er zal groeien

uit het donker van de aarde

 

verwachting is gezaaid,

het doek gaat op, de spelers doen

wat de regie voor hen bedacht heeft

 

Macbeth betreedt het theater van ambitie

Macbeth wil meer nu verlangen is gezaaid

virus in z’n bloed en bloed wil stromen

bloed dat kookt dat spookt

z’n hart en hoofd op hol

 

want nooit genoeg

zo vloeit het bloed,

zo gaat de tijd

zo eist het lot,

zo lacht de macht

zo wil het lot en god

 

en meer en meer

en meer van dat en nooit genoeg

en meer en meer

en meer van dat en nooit genoeg

 

en meer en meer en meer en meer

Macbeth wil macht en macht wil meer

zo vloeit het bloed zo lacht de macht

zo wil het lot en god (2x)

 

nooit nooit

genoeg genoeg genoeg genoeg

nooit nooit genoeg (10x)

 

 

DONKER, 

 

 

4.

 

relaxte PIANOMUZIEK. Lady Macbeth hangt op de bank, verveeld. BODE komt op met fax.

 

                       BODE

Mevrouw. Een fax van uw man. [Gaat niet af, kijkt op afstand toe]

 

                       LADY MACBETH

[Lezend] "Zij verschenen mij op de dag van de overwinning. Uit wat ze zeiden bleek mij overduidelijk dat ze meer in zich hebben dan menselijk weten. Toen ik brandde van verlangen om ze nauwkeuriger te ondervragen, bleken ze verdwenen.

            [Tegen BODE] Wat sta je daar? [BODE gaaf af]

Terwijl ik verbijsterd bleef staan, kwamen er afgezanten van de koning, om mij te huldigden als Baron van Cawdor, zoals mij was voorzegt, door dezelfde vrouwen die mij zeiden: ‘Heil, Macbeth, die koning zal zijn’. Wat is de waarheid van die woorden? Mijn lief, de toekomst die mij toekomt, betekent glorie voor ons beiden. Koester dit aan je hart, en tot spoedig."

 

            [Bode 2 op]

 

                       LADY MACBETH

Wat moet je?

                       BODE I

Vanavond komt de koning hier.

                       LADY MACBETH

[Tegen niet aanwezige Macbeth] Had dat eerder gezegd, idioot, dat moeten we voorbereiden. [tegen bode] Doe je werk.

                        [bode I af]

 

                       LADY MACBETH

[Bergt fax weg] Oké, resumé: kapitein van Duncan was je al, Baron van Cawdor ben je nu geworden, dus zal je ook koning zijn. Koste wat kost. Kom vlug hierheen, mijn grote bloedige held. Als je maar niet te schijterig bent om te strijden met je geweten. Vlieg naar mij toe, dat ik mijn wilskracht in jouw oor kan blazen

             [Staat op, begint zich mooi te maken] De raaf die de fatale intocht krijst van koning Duncan onder mijn torens, is nu al schor. Kom op dan, geesten, op moordplannen belust, ontvrouw mij, en vul mij van top tot teen met de wreedheid, waarvan men zegt dat die de mannen eigen is. Strem dit bloed, weiger toegang aan wroeging en berouw, laat geen enkel menselijk gevoel mijn plannen dwarsbomen. Komt tot mijn borsten, moordende meute, schift mijn melk tot gal, waar je ook rondspookt, ongrijpbare schimmen, vul de nacht met de goorste smook, want niemand, zelfs niet de hemel, houdt mij tegen.

               [MACBETH op, door deur]

Mijn lieve Glamis, mijn roemruchte Baron! Groter nog, door wat je staat te wachten. Mijn lief, je brief heeft mij in vervoering gebracht, vér boven de kortzichtigheid van vandaag, nam ik vast een voorschot op de toekomst

                       MACHBETH

Mijn liefste vrouw. Duncan komt hier vanavond.

                       LADY MACBETH

En wanneer gaat hij weg?

                       MACBETH

Morgen.

                       LADY MACBETH

Die zon gaat nooit meer op. Speel het spel zo dat je wint… De macht van de wil zit tussen de oren. Toon welkom in je blik, je hand, je spreken. Speel de open bloem; maar wees de slang die er schuilt…

                       MACBETH

We zien nog wel.

                       LADY MACBETH

Kijk toch wat vrolijker.

 

 

5

 

terras: LADY MACBETH blijft bevroren staan. Tuinstoelen worden zichtbaar, bodes zitten in de zon, LADY MACDUFF wacht de komst van haar man af. Geraniums?

 

Duncan op met MALCOLM, Banquo, Lenox, Rosse, Macduff edelen en bodes

 

                       LADY MACBETH

Kijk eens wie we daar hebben.

                       KONING DUNCAN

Hoe prachtig is het hier, wat een geweldig uitzicht. Er waait een frisse wind, die zoet en aangenaam de kalme zinnen streelt.

                       BANQUO

Kijk, de torenzwaluw, geen holte of rand waar de vogel niet nestelt. Waar die zomergast het liefste huist en broedt daar ademt de hemel uitnodigend

                       DUNCAN

Zie! Onze geëerde gastvrouw! Al drukt ons soms de liefde die ons omringt, wij zijn er dankbaar voor, want het is liefde.

                       LADY MACBETH

Al deden wij dubbel ons best gastvrij te zijn, en vervolgens dubbel zo dubbel, het is niet te vergelijken met de diepe eer die u ons betoont met uw bezoek.

                       DUNCAN

Waar is de Baron van Cawdor? Wij volgden mijn waarde neef op de voet, en hoopten zelfs hem voor te zijn, maar hij rijdt goed; en zijn hartstochtelijke liefde voor u dreef hem. Mijn edele en schone gastvrouw, wij zijn uw gast vanavond.

                       LADY MACBETH

Wij weten wat wij u verschuldigd zijn … Ik zal u wijzen waar u zijn moet.

                       DUNCAN

Geef mij uw hand, geleid mij.

 

[Koning Duncan gaat af, met LADY MACBET,. Banquo blijft onbewogen staan. Geroezemoes.BODES passeren. even later Macbeth. De avond valt, oranje rood, schimmen.]

 

                       MACBETH

Kijk, wie hebben we hier. Hé, Banquo jongen, wat ben je afstandelijk.

                       BANQUO

Nog niet in bed? De koning slaapt al.

                        MACBETH

Onvoorbereid schoten wij te kort in wat wij gaven.

                       BANQUO

Ja het is goed. Die voorspel1ing zit mij dwars...

                       MACBETH

Ach wat, als jij straks mijn kant kiest kan je niets gebeuren.

                       BANQUO

Wat bedoel je daarmee?

                       FLEANCE

Pappa

                       BANQUO

Naar je bed jij

            [FLEANCE af]

 

                       BANQUO

 Als het zuiver en nuchter is, dan wil ik met je praten.

                       MACBETH

Welterusten dan.

 

 

Donker

 

Tweede bedrijf

 

6

 

 

                       MACBETH

[Ziet denkbeeldige dolk] Ik zie ik zie wat ik… voor ogen heb… Is dit een dolk? Zal ik je grijpen? Of ben je niet meer dan een zinsbegoocheling uit een koortsig brein dat van de kook is? En toch, ik zie je, net zo helder als deze [Trekt z’n eigen mes] Jij wijst de weg die ik ben ingeslagen. Of wel mijn ogen zijn niet meer bij zinnen, of bovenzinnelijk - ik blijf je zien. Bloed zie ik. Net nog niet. Bloody bloody brain. Overal slaapt iedereen, maar jij houdt mij wakker, hongerig naar moord en macht, sluipend als een geest die slechts een doel wil bereiken.… Hoe langer ik wacht… Ik ga, en 't is gedaan.

 

            [Lady Macbeth komt op]

Nee, we moeten dat niet doen,

                       LADY MACBETH

Ben je bang?

                       MACBETH

Koning Duncan heeft mij eer betoond.

                       LADY MACBETH

[pesterig] ‘Koning Duncan heeft mij eer betoond.’ Jij hebt mij de eer van jouw koningschap beloofd, dus als jij echt houdt van mij...

                       MACBETH

Schat, dat is het niet.

                       LADY MACBETH

[pesterig] ‘Ik wil zo graag, maar ik durf niet.’

                       MACBETH

Maar als wij falen?

                       LADY MACBETH

Ga. De lijfwachten zijn zat, zo goed als dood.

                       MACBETH

Ik ga... Als ik het nu niet doe gaat de kans voorbij… Ik heb Macdonwald verslagen. Ik heb zijn kop aan een staak gespietst. Waarom zou ik bang zijn… Ik ga.

                       LADY MACBETH

[Schenk zich in, drinkt] De drank die de lijfwacht in roes bracht, heeft mijn durf gespitst, wat hun verdoofd heeft, vuurt mij aan. Hoor, stil. Dat was de uil, die krijst als doodsheraut voor de veroordeelden. - Hij is aan 't werk, de deur staat open, en de zatte lijfwachten snurken zichzelf buitenspel. Ik heb hun drank zo door en door gekruid dat slaap en sterven nog altijd twisten of ze dood of levend zijn.

 

       [Macbeth komt op met bebloede dolk]

 

                       MACBETH

Ik heb gedaan wat ik doen moest… Hoorde jij niets?

                       LADY MACBETH

De nachtuil krijste, en de krekels tsjirpen. Riep jij niet iets?

                       MACBETH

Wanneer?

             LADY MACBETH

Zonet.

             MACBETH

De nachtuil? Toen ik terug kwam? …

 

mijn lief mijn moordzuchtig liefje

wat was het geluid dat ik hoorde

-ik hoorde de uil, op jacht naar prooi

maar wat zei jij zoëven

ik

-ik dacht dat je riep toen jij

ik de trap afdaalde

-ja

zeg mij, wie sliep in de kamer

naast de koning

-de zoon van de koning

de troonopvolger

de sta in de weg

 

 

             MACBETH

Ik dacht een stem te horen, die zei:

             SPELERS

Jij hebt de slaap vermoord

             MACBETH

‘Jij hebt de slaap vermoord, nooit zul je meer slapen’: Nooit meer de slaap van de onschuld, die het kluwen van de zorgen ontwart, die verfrist, als een bad na hard zwoegen.

             LADY MACBETH

Wat bedoel je?.

                       MACBETH

Nooit meer slapen!

                       LADY MACBETH

Zo moet je niet denken, lieverd, dat maakt ons nog krankzinnig. Wie zou geroepen moeten hebben? Haal water, was dat gore spoor af van je vingers. - En waarom heb je die dolk meegebracht? Die had je daar moeten laten. Gauw, terug ermee, en dan die slapende lijfwachten insmeren met dat bloed.

                       MACBETH

Nee. Ik ga niet meer. Ik wil het niet zien.

                                               LADY MACBETH

Slappeling! Geef hier die dolk. Ik wrijf het bloed op hun gezichten uit, dat alle schuld hen wordt aangewreven. [Af]

                       MACBETH

Wat is dat kloppen? Hoe moet het met mij als elk geluid mij bang maakt? Hoeveel water is er nodig om m’n handen schoon te spoelen?

                       LADY MACBETH

[op] Nu zijn mijn handen zo rood als die van jou, maar voor zo'n lijkbleek hart als het jouwe zou ik mij schamen! - Je veerkracht heeft je in de steek gelaten. [Geklop] Sst. Snel terug naar onze kamer, er is iemand aan de deur… Sta niet zo stom te piekeren.

            [Macbeth en Lady Macbeth af]

 

 

DONKER

 

 

 

7

 

 

MORGENLICHT

 

 

                       POORTWACHTER

Ja, ja… Kom binnen in de hel. Nooit eens rust Jaja

 

            [Macduff en Lenox op]

 

                       MACDUFF

Zeg vriend, ben jij zo laat naar bed gegaan, dat je zolang moest uitslapen.

                       POORTWACHTER

Nou en of, Heer, we hebben wel tot drie uur zitten pimpelen. En wel door mijn eigenste keelgat hè. Zo.  Hef het glas en vier de overwinning, omhels elkaar en geef desnoods een zoen.

                       LENOX

Nee dank U wel

                       POORTWACHTER

Tot drie uur. En je weet, Heer, Heren, pardon, Dame en Heer, pardon, je weet, drank bevordert vooralt drie dingen

                       MACDUFF

En welke drie dingen bevordert drank dan zoal?

                       POORTWACHTER

Een rooie neus, slaap en urine. Oh ja. en nog iets. Het roept  geilheid op, en zegt weer af. Het hitst de lust op maar legt de uitvoering lam. Je wil meer maar je kan minder. Wat geilheid betreft: drank praat recht wat krom is. Het zet hem op en legt hem plat. Die goochelduivel tovert leven en hakt hem dan de kop af. Het staat op een voetstuk maar valt er vanaf, zo, klabats, en daar lig je dan uitgegeild en uitgeteld. 

                       MACDUFF

Ik denk dat de drank jou heeft uitgeteld.

                       POORTWACHTER

Ach wel nee. Volgens mij ben ik sterker dan de drank. Weet je, ik gaf hem lik op stuk. Toen ik hem zat was, heb ik hem stomweg uitgekotst. Door mijn eigenste keelgat. Zo, klabats,

                       MACDUFF

Ik zie het ja… Is je meester al op?

 

            [Macbeth op]

 

                       POORTWACHTER

Hé wie hebben we daar? Mijn meester. Ben je al op?

                       MACBETH

Morgen heren

                       MACDUFF

Is de koning al op? Hij vroeg me hem vroeg te wekken

                       MACBETH

Ga je gang

 

            [Macduff qf]

 

                       LENOX

Goed geslapen?

                       MACBETH

Mmm

                       LENOX.

Wat een weer hè, vannacht

                       MACBETH

Mmm.

                       POORTWACHTER

Het ging goed tekeer vannacht. Angstaanjagende wind huilde door de lucht: doodsgehuil, ramptijgebroed. Dat soort dingen. Weet je, we hebben wel tot een uur of drie

                       LENOX

Een gore nacht was het.

                       MACBETH

Ja Het was grauw.

 

 

8

 

            [MacDuff op]

 

                       MACDUFF

Moord!

                       LENOX

Wat? De koning?

                       MACDUFF

Ga zien en spreek dan zelf [Macbeth en Lenox af] Moord!

            [Iedereen op]

 

[SPELERS komen op, schreeuwen zonder geluid, pose, lopen weg. IEMAND schreeuwt, anderen schreeuwen in paniek mee. Lopen dan chaotisch weg. LADY MACBETH, MCDUFF en LENOX blijven staan. BANQUO op ]

 

                       MACDUFF

Banquo, de koning is vermoord

                       LADY MACBETH

Oh nee, in ons huis. Gisteren wees ik hem nog zijn bed. Ik koos de witste lakens, geurend naar de was. Niet wetend dat de slaap zijn dood zou zijn

                       BANQUO

Zeg me dat het niet zo is.

                       MACBETH

Was ik maar dood, in plaats van hem. Wat is dit voor leven? Alles is voos; zegen en roem zijn dood. De wijn des levens stroomt niet meer

                       MALCOLM

Waarom dit verdriet? Wie is er vermoord?

                       MACBETH

Ach, je weet het nog niet. De oorsprong van jouw bloed, stroomt niet langer, de bron is opgedroogd.

                       MACDUFF

Uw vader is vermoord.

                       MALCOLM

..Door wie.

                       LENOX

Het lijkt er op dat zijn lijfwacht het heeft gedaan. Ze zaten onder het bloed. Waarschijnlijk zijn zij omgekocht.

                       MALCOLM

Door wie.

                       MACBETH

Ik werd zo kwaad dat ik ze meteen heb gedood.

                       MALCOLM

Waarom?

                       MACBETH

Wie is er kwaad en wijs op hetzelfde moment. Hier lag koning Duncan, zijn wonden open, als talloze gaten waar een natuurramp woest door heen gejaagd  was, en daar lagen de moordenaars, met dolken waar het bloed aan kleefde, wie kan zich dan beheersen? Wie liefde in zijn hart heeft toont die liefde.

                       BANQUO

Dit wordt tot op de bodem uitgezocht.

                       MALCOLM

Waarom huil ik niet, dit raakt mij het meest?

                       BANQUO

Je beseft het nog niet. Wij zijn geschokt, door twijfels en door angst. [Tegen Macbeth] Ik zal uitzoeken wat er schuilgaat achter dit smerige verraad en wat ik vind zal ik bestrijden.

                       MACBETH

Ik ga. We zien elkaar straks weer.

 

[Macbeth af. Anderen volgen. Banquo blijft staan, ziet MALCOLM op en af gaan om kleding en bagage te verzamelen. ndertussen.]

 

                       BANQUO

Wat doe je?

                       MALCOLM

Ik ga weg. Met hem, die neef van mij, wil ik niet blijven. Vervalste rouw tonen is het vak van huichelaars. Ik ga weg hier, de grens over, zo snel als kan. Hier schieten de dolken weg uit iedere glimlach: hoe naaster bloedverwant, hoe eerder bloedbespat. De afgeschoten pijl van de moordenaar is al op weg naar zijn doel, en het veiligste is het om nu dat doel uit zicht te brengen. Geen protocol van afscheid nemen zoals het hoort, maar wegwezen! Zorg er voor dat mijn vader de begrafenis krijgt die hij verdient.

 

[MALCOLM haastig af. Nagekeken door Banquo. Anderen komen van alle kanten op]

 

                       ROSSE

Waar is Malcolm?

                       LENOX

Wie was het die zo gehaast de poort uitschoot?

                       IEMAND

Wie heeft de koning vermoord?

                       LENOX

Zijn wachters.

                       BANQUO

Maar wie heeft ze omgekocht?

                       LENOX

Wie was dat. Was dat Malcolm?

                       ROSSE

Was dat Malcolm? Malcolm vlucht zonder afscheid te nemen, alles staat klaar voor zijn vertrek, maar hij, de koningszoon, slaat op de vlucht, nog voor de begrafenis.

                       LENOX

Dat is verdacht.

 

SPELERS, kijken naar de plek waar de KONING verdween, roepen ieder voor zich: ‘Dat is verdacht’

 

                       ANGUS

Geen koning. Geen koningszoon. Wie wordt er nu koning?

                       ROSSE

Macbeth natuurlijk, zonder twijfel.

 

[LADY MACDUFF af met koffer]

 

                       LADY MACBETH

Lady Macduff, ga je al, ach lieverd, blijf toch.

                       LADY MACDUFF

Ik ga naar de kinderen

                       LADY MACDUFF

Ach ja, jij hebt kinderen. Ben je terug voor de kroning.  

                       LADY MACDUFF

De kroning?… Ik zie wel

 

 

Derde bedrijf

 

9

 

 [Macbeth, met de jas van de koning in zijn hand, kijkt toe hoe de nieuwe koningszetel wordt binnengedragen]

 

                       BANQUO

Je hebt iedereen uitgenodigd voor een groots feestbanket? Een feest? Zo kort na de begrafenis?

                       MACBETH

Het leven gaat door

                       BANQUO

Wel voor de één  [Terwijl hij zijn jas aantrekt. Naar zijn zoon Fleance] Doe je jas aan jongen

                       FLEANCE

Gaan wij niet naar dit feest papa

                       BANQUO

Doe je jas aan. Eerst gaan wij een stukje rijden, dan gaan wij naar het feest. Tenminste als je opschiet. [Terwijl Fleance klungelt met z’n jas] Jij hebt inmiddels alles wat die heksen je voorspeld hebben. Kapitein, Baron en Koning. Hoe waar is dan wat ze zeiden over mij, ik zou vader van koningen zijn, betekent dat dan niet dat hij…

                       LADY MACBETH

En wie hebben we daar? Onze  grote vriend Banquo. Je gaat toch niet weg? Je gaat toch niet het kroningsfeest missen hè, dat zou verschrikkelijk zijn.

                       BANQUO

Ik ga een eindje rijden, met de jongen. De bossen door. Frisse lucht. Frisse gedachten.

                       MACBETH

Mis het feest niet Banquo.

           

            [Banquo en Fleance af]

 

                       LADY MACBETH

Wat sta je te kijken, met een kop vol zwarte hersenschimmen. Gedaan is gedaan.

                       MACBETH

Al is de slang geraakt, dood is hij niet. Eenmaal herstelt hij, straks bijt hij toe! Ik wil niet leven met die angst, aan tafel gaan in angst en vrees, slapen onder gruweldromen, nacht na nacht.

                       LADY MACBETH

Kom, mijn lief, strijk glad die rimpels, en wees goed voor je gasten vanavond.

                       MACBETH

Wij staan niet sterk; nog altijd moeten we vleien. De glimlach als een masker over 't hart!

                       LADY MACBETH

Begin niet weer!

                       MACBETH

Liefste, mijn kop krioelt van schorpioenen: je weet dat Banquo leeft, straks wil hij zijn zoon op mijn troon, je weet wat er gezegd is.

                       LADY MACBETH

Het eeuwige leven hebben zij niet.

                       MACBETH

Dat is onze enige troost:

 

            [Bode 2 op]

 

                       MACBETH

Wat moet je?

                       BODE 2

Er zijn hier eh… mensen voor u.

                       MACBETH

Breng ze dan binnen, idioot.

           

            [bode AF]]

 

                       MACBETH

Heb ik soms de koning vermoord om het nageslacht van die Banquo op de troon te helpen.

           

[moordenaars op]

 

                       MOORDENAAR 3

U had ons gebeld?

                       MACBETH

Ja, jullie hebben nagedacht over wat ik gezegd heb?

                       MOORDENAAR 3

Het was duidelijk.

                       MACBETH

Jullie weten wie de vijand is

                       MOORDENAARs

Banquo.

                       MACBETH

Juist. Begrijp me goed, mijn vijand is mijn vriend, dus valt het me zwaar. En de vrienden van mijn vriend wil ik niet tot vijand… Als jullie klaar zijn met Banquo, denk dan aan Fleance, zijn zoon, voor het geval hij ooit zijn vader zou willen wreken…

                       MOORDENAAR 3

Ja, ja het is al goed.

                       MOORDENAAR 2

Vader & zoon

                       MOORDENAAR 3

Moeder & dochter. U zegt het maar. Wij zijn thuis op alle markten

                       MOORDENAAR 2

Vraagje. Het tijdstip van eh.

                       MACBETH

Vanavond geef ik een feest, voor die tijd wil ik… dat hij… laat het mij niet zeggen, maar zorg dat het gebeurt.

                       MOORDENAAR 2

Vraagje. De geheimhouding en de verzekering, eh.

                       MOORDENAAR 3

Mocht ons wat gebeuren.

                       MACBETH

Wat wou je? Bij mij in het ziekenfonds…

                       MOORDENAAR 3

Sorry. Consider it done.

           

 

             [moordenaars af]

 

                       MACBETH

Daar ga je Banquo.

 

 

9b

 

 

[Bos. MOORDENAAR 3 op voorgrond]

 

            SCHIMMEN:

nu het zonlicht kopje onder is

gaan wij schuil in dikke duisternis

wachten op de prooi die ons passeert

en vakkundig wordt gemolesteerd

want wij dealen in de dood als daad

koel en bloedig, snel, en adequaat

geen emotie want een beetje vent

doet z’n werruk zonder sentiment

 

Waar is Banquo

Waar is Banquo

 

ja wij maakten reeds een hele ris

mensen rijp voor hun begrafenis

geen probleem want wij zijn voor een lijk

in principe niet verantwoordelijk

wij doen slechts waarvoor wij zijn betaald

als de opdracht eenmaal is bepaald

met plezier wel want een beetje man

krijgt daar juist de juiste kick wel van

 

tijd om nu te doen waarvoor we zijn betaald

tijd om nu te doen waarvoor we zijn betaald

daar komt Banquo …. Ja daar issie

daar komt Banquo …. Ja daar issie

houd je stil nu en wacht af

houd je stil nu en wacht af [herhalen]

 

 

[Ze zien Banquo en Fleance aankomen op de fiets. Ze duiken achter de bomen.]

 

                   FLEANCE

[blijft achter] Mijn licht doet het niet

                   BANQUO

Zorg altijd dat je licht het doet. Er is al te veel dat zich in het donker schuil houdt.

 

            SOLO

sombere, dreigende duisternis

schaduwen sluiten zich rondom mij

hier heerst de nacht net zo’n nacht als toen

de koning werd gedood

overal daden van zinloos geweld

overal sporen van waanzin

 

hier heerst verraderlijk duisternis

schimmen en schaduwen bedreigen mij

dit is de nacht net zo’n nacht als toen

de koning als een lam werd afgeslacht

daden van zinloze terreur, dom geweld,

daden van zinloze terreur, triest geweld

zinloos geweld

zinloos geweld

 

 [De rovers grijpen hem. Fleance scheurt tussen de rovers door, en ontkomt] 

 

MOORDENAAR steekt toe:

 

DONKER!

 

 

PAUZE

 

 

10

 

[Feestzaal. Stoelen en tafel, de stoel van MACBETH extra hoog. Achter de stoel hangt de jas van de koning. Bedekt met drank en eten, worden binnengedragen. Gasten, begropeten, nemen glas van BODE aan.. Macbeth houdt zich afzijdig, wacht]

 

kom nu en vul de glazen,

kom nu en schenk de wijn

kom nu en laten we drinken

en uitgelaten zijn

 

de wijn vloeit als bloed door de aderen

het streelt de tong en kleurt de wang

een zegenrijke toekomst 

wacht ons levenslang

 

SOLO

vergeet de tegenslag

de moordaanslag het ongeluk

want ieder einde hoe dan ook is een begin

 

hulde aan de nieuwe

heerser op zijn troon

wij beloven trouw

wij beloven trouw

ja trouw ja trouw

ja altijd trouw ja trouw

 

 [Moordenaars komen op, terzijde, Macbeth zoekt ze op]

 

                       MACBETH

Er zit bloed op je gezicht.

                       MOORDENAAR 3

[Begint met een soort van smetvrees haar gezicht te schrobben] Dat zal van Banquo zijn

                       MACBETH

Beter op jouw vel dan in het Zijne.

                       MOORDENAAR 3

Zijn keel is door.

                       MOORDENAAR 2

Twintig diepe steken in zijn hoofd.

                       MOORDENAAR 3

Hartstikke dood.

                       MOORDENAAR 2

Veilig in een sloot.

                       MACBETH

Dat was het? Ik mis nog iets?… Fleance?

                       MOORDENAAR 2

Helaas…

                       MACBETH

Je bedoelt

                       MOORDENAAR 2

Helaas

                       MACBETH

Ontsnapt?

                       MOORDENAAR

We krijgen hem nog wel.

 

[Moordenaars af, iedereen op behalve Macduff en Banquo]

 

                       LADY MACBETH

[tegen Macbeth] Ga mee. Wat sta je te staren. Mijn koninklijke hoogheid… je bent zo stil.

 

dus leeg het glas (het glas)

gevuld met wijn (met wijn)

en laat het geil plezier

minnaar & meester zijn

niet langer droef niet langer dof

wij weten all you need is love

 

laat je maar gaan,

leeg wat vol is en vul wat leeg is

zolang ambitie de strateeg is

en vul de leegte met volle wijn

laat plezier meester & minnaar zijn

 

laat wat leeg is niet leeg meer zijn

vul de leegte rijkelijk met wijn

 

Macbeth Macbeth

Big Mac Big Mac Big Mac

Macbeth

 

[Als Macbeth naar zijn plaats wil lopen, komt van de andere kant de bebloede geest van Banquo. Niemand reageert op hem. Als macbeth hem ziet, deinst hij terug. Banquo neemt plaats op de stoel die vrij gehouden is voor Macbeth.]

 

                       LENOX

Wilt uwe hoogheid plaatsnemen… [Macbeth reageert niet] Koninklijke hoogheid…

                       MACBETH

De tafel is vol.

                       LADY MACBETH

Ga zitten lieverd… Gedraag je normaal.

                       LENOX

Hier is nog plaats

                       MACBETH

Waar?

                       LENOX

Hier, edele heer, wat is er?

                       MACBETH

Wie heeft dat gedaan?

                       ANGUS

Heren, Edelen, sta op, de koning is onwel.

                       LADY MACBETH

Ga zitten. Dit heeft hij wel vaker, vanaf zijn jeugd al. Het is vermoeidheid. En emotie. [tegen Macbeth, zacht] Doe normaal.

                       MACBETH

[Tegen de geest] Jij bent begraven. Jij hoort hier niet te zijn.

                       LADY MACBETH

[tegen de gasten] Let er maar niet op.

                       MACBETH

Zeg wat. Zeg wat!

                       LADY MACBETH

Het is zo over. Laat mij maar even.

                       MACBETH

Er was een tijd dat lijken lijken waren. Nu staan ze weer op...

                       LADY MACBETH

Vrienden beschouw dit als iets dat vaker voorkomt….

                       MACBETH

een waaghals, die durft aan te zien waar de duivel voor terugdeinst

                       LADY MACBETH

Dat is de spiegel van je angst. Laat maar barsten. Het is gegriezel dat het bijzonder goed zou doen bij vrouwenpraat ‘s winters aan de haard, mompelend beaamd door kwijlende wijven. Schaam je wat! Waar slaat dat op? Waar kijk je anders naar dan naar een stoel?

                       MACBETH­

[Tegen geest die is gaan staan] Jouw bloed is koud, jij kan niets zien met die ogen. Ik ben niet bang voor jou. Weg, walgelijke schim, onwezenlijk fantoom.

[De geest van Banquo gaat weg, de gasten staan op om weg te gaan.]

 

                       MACBETH

Blijft u  zitten. U bent toch niet geschrokken van die verschijning?

                       ROSSE

Hoezo, verschijning?

                       LADY MACBETH

Vraag maar niets meer…Die vragen maken hem dol.

                       LENOX

Uwe majesteit, wij-

                       LADY MACBETH

Alstublieft, gaat u weg, wel te rusten. Weg!

 

            [alle gasten weg]

 

                       MACBETH

[Neemt plaats op zijn plek aan tafel. Schenkt zich wijn in]  Het wil bloed zien. Bloed vraagt steeds meer bloed. Hoe laat is het?

                       LADY MACBETH

De zon probeert te winnen van de nacht.

                       MACBETH

Stenen bewegen soms en bomen praten.

                       LADY MACBETH

Je moet gewetenloos zijn, jongen.

                       MACBETH

[Heft het glas] Wijn, tot aan de rand. Ik drink op het welzijn van het hele gezelschap, en op de goede Banquo, die wij allen zullen missen. Was hij maar hier, met zijn geliefde zoon. Op allen, en op hem…. [Staat abrupt op] Wat vind je van Macduff, die was er ook niet. Macduff, waar was Macduff, hij was er niet om trouw te zweren. Als hij niet hier komt, kom ik naar hem. Ik weet hem te vinden. [toetst iets in op zijn GSM] Ik zal wel iemand sturen. En morgen zoek ik die heksen.

                       LADY MACBETH

Laat ze

                       MACBETH

Wat weten zij, dat ik moet weten. Van alles rommelt in m’n kop, om met m’n handen toe te slaan. Maar wat…

                       LADY MACBETH

Je mist de slaap

                       MACBETH

Ja, slapen… Denkend aan de dood kan ik niet slapen

en niet slapend denk ik aan de dood

 

            [Moordenaar]

 

                       MOORDENAAR 3

U had ons gebeld.

           

 

Vierde bedrijf

 

 

Scène 11

 

[HEKSEN  verschijnen. Zingen terwijl Macbeth probeert ongezien dichterbij te komen, SPELERS zingen mee]

 

driemaal komt de kater klaar [driemaal]

driemaal een rat in het abattoir [driemaal]

driemaal kakelt de haan gevaar [driemaal]

 

dit is het tijdstip om alles te mixen

de generatie van nieten en niksen

geen enk’le daad heeft afgedaan

onder de maan kom aan kom aan kom aan

de wereld is een abattoir

dus overhoop en door elkaar

 

we dansen bezeten

en vullen de pot met gif

van darmen en lever

van een junk die gestorven is

van een pad die in het donker

de snelweg over stak

we blowen een blowtje,

mixen het zootje

met wat kouwe kak

 

wat ouwe ellende

en daar wat nieuws doorheen

de varkenspest, de ziekte aids

de kogel van Kurt Cobain

een slipje van de Spice Girls, 

wat haar van Lady Di

van al die verrekte

vormen van gekte

worden we lekker high

 

de gifslang, de stoeipoes,

genetisch door elkaar

maagrestant en maandverband,

een lijkje van 7 jaar

wat vuile videobeelden

wat kinderpornografie

je krijgt je verdiende

helderziende

dosis XTC

 

roeren roeren

alles wat zit ingesleten

overhoop en door elkaar

tot een nieuwe vorm van weten

overhoop en door elkaar

laat maar komen

laat maar komen  - klaar!

 

[Macbeth duikt op]

 

                       HEKS 2

Ah was je daar

                       HEKS 3

Wat wil je

                       MACBETH

Als jullie weten wat er komt, dan weten jullie wat ik wil

                       HEKS 2

Wij weten wat je wilt, maar jij moet het zeggen, grote beer, die niet kan slapen in zijn winterslaap

                       MACBETH

Het kan me niet schelen wat het me kost, wat staat me te wachten, wat heb ik nog te goed -

 

[De heksen fluisteren, de koppen bij elkaar]

 

                       HEKS 1

Macbeth, pas op voor Macduff

                       MACBETH

U raadt mijn angst precies, bedankt voor de wijze les, ik heb mijn voorzorg genomen.

                       HEKS 2

Macbeth, geen mens geboren uit een vrouw deert ooit Macbeth.

                       MACBETH

Geen mens geboren uit een vrouw deert ooit Macbeth… Waarom zou ik dan nog bang zijn?

                       HEKS 3

Macbeth, niemand overwint Macbeth tot het bos beweegt en om hem te kappen.

                       MACBETH

…tot het bos beweegt. Dat is dus nooit. Mij kappen lukt alleen mijn kapper. Geen mens geboren uit een vrouw deert ooit Macbeth. Niemand velt Macbeth tot het bos beweegt.           

 

[HEKSEN af, Lenox op]

 

                       LENOX

Hoogheid?

                       MACBETH

Zag je ze? Die heksen.

                       LENOX

Nee heer.

                       MACBETH

Wat? Wat zag je niet?

                       LENOX

De zon moet mijn ogen hebben verblind, als er al iets was

                       MACBETH

Wat moet je.

                       LENOX

Heer, ik moet u melden dat Macduff is gevlucht.

                       MACBETH

Nee.

                       LENOX

Ja. Hals over kop. Zijn vrouw en kinderen liet hij achter

                       MACBETH

Macduff is gevlucht… Laat mij alleen [Als Lenox weg is in GSM] Ja, Macbeth, nog even over Macduff. Hij is gevlucht, bang voor god weet wat, de lafaard. Laat hem. Vermoord in plaats van hem zijn vrouw, zijn kinderen en iedereen die je tegenkomt. Ja, nu meteen. [ af]

 

 

12

 

[Rosse, Angus en Lady Macduff, praten, tijdens muziek, je hoort ze niet. Ttijdens hun gesprek komen de dochter  tevoorschijn]

 

                       LADY MACDUFF.

De hufter!

                       ROSSE

Lady Macduff… U weet niet of het uit rijp beraad was of uit angst.

                       LADY MACDUFF

Weldoordacht zijn vrouw en kinderen achterlaten, zijn huis en al zijn bezittingen. En zelf op de vlucht slaan, waar is zijn gevoel? Liefde door lafheid verraden, zo'n liefde is lucht. 'Uit rijp beraad'… waar slaat dat op. Vluchten is tegen alle logica.

 

            [ANDERE HUISGENOTEN komen kijken]

 

                       ANGUS

Beheers u, alstublieft. Uw man is nobel, wijs, en vol inzicht.

                       DOCHTER

Mama?

                       LADY MACDUFF

Ach, ga weg...

                       DOCHTER

Mama?

                       ROSSE

Hij weet wanneer er storm dreigt. Hij trotseert het gevaar, om het u te besparen.

                       ANGUS

Maar wij moeten nu gaan.

                       ROSSE

Ja, het is dwaas om hier te blijven. Ik raad u aan, vlucht met ons.

                       LADY MACDUFF

Verraders.

                       ANGUS

Ik groet u.

                       LADY MACDUFF

Verraders.

 

[Rosse en Angus af]

 

                       DOCHTER

Is mijn vader een verrader, moeder.

                       LADY MACDUFF

Nou en of

                       DOCHTER

Wat is een verrader?

                       LADY MACDUFF

Iemand die trouw zweert en dan bedriegt.

                       DOCHTER

Doen alle verraders dat?

                       LADY MACDUFF

Iedereen die dat doet is een verrader en moet hangen.

                       DOCHTER

Moeten alle mensen hangen die trouw zweren en dan bedriegen?

                       LADY MACDUFF

Allemaal.

                       DOCHTER

Wie moet ze ophangen dan?

                       LADY MACDUFF

Nou ja, de eerlijke mensen.

                       DOCHTER

Dan is wie zweert en bedriegt niet slim, want er zijn genoeg bedriegers en zweerders om wie eerlijk is te verslaan en op te hangen.

 

[Bode 1 op. Terwijl zij praat met Lady Macduff, verschijnen de moordenaars]

 

                       BODE 1

Lady Macduff… Ik vrees dat u in groot gevaar verkeert. Vlucht met uw kinderen.

                       LADY MACDUFF

Waar moet ik heen. Ik heb geen kwaad gedaan. Wat een wrede wereld: het kwaad wordt geprezen en de goede daad is dom.

           

                       MOORDENAAR 1

Waar is je man?

                       MOORDENAAR 2

Jouw man is een verrader.

                       DOCHTER

[Vliegt hem aan] Dat lieg je, vuile smeerlap.

                       MOORDENAAR 3

Wat jij, eitje.

 

[De moordenaars executeren Lady Macduff, haar bode, en haar kinderen]

 

 

13

 

 

SPELERS op stoelen gaan staan, draaien zich om, andere spelers komen op, schimmen. Alleen MALCOLM en MACDUFF staan in licht. Ze kijken uit over de verre vlakte, terwijl vluchtelingen passeren.]

 

ONDERDRUKT LAND

 

 

land van ons dat onderdrukt wordt

familie en vrienden verdreven

en ter dood gebracht

moederland dat voor haar kinderen

nog enkel land van doden is

 

niemand’s leven is  daar nog zeker

niemand’s woning is daar nog veilig

als verweesde kinderen vluchten

wij wanhopig langs de wegen

met de angst voor wat gaat komen

met verdriet om wat werd verloren

welke wet biedt nog bescherming

onderdrukking jaagt ons voort

 

- houd je sterk

vervloek de pijn, verbijt je tranen

- verbijt je tranen

zwijg verbeten, beschimp de waanzin

- houd je sterk

de hemel zwijgt, wie zal je horen

- verbijt je tranen

wie zal ooit nog de wonden helen

- houd je sterk

en het bloed blijft spoken in je dromen

- verbijt je tranen

en de angst gaat nooit voorbij

- houd je sterk

onderdrukking

- onderdrukking

angst gaat nooit voorbij

nooit voorbij

 

 

                       MALCOLM

Mijn vaderland zucht zwaar onder het juk.van die  tiran, Macbeth. Ik krijg het haast niet uit mijn bek, Mek-bef. Jij mocht hem wel.

                       MACDUFF

Ik mocht hem wel, zolang ik mocht van mijn geweten dat eerst niet beter wist. Ons land bloedt leeg. Jij bent de zoon van de koning, de troonopvolger.

                       MALCOLM

Macbeth is koning, zijn zoon ben ik niet, zijn troon is taboe. Macbeth heeft mijn koningschap onmogelijk gemaakt.

                       MACDUFF

Hij heeft geen kinderen… Uw koninklijke vader was een heilig man. [Ziet de edelen naderen] Daar zijn ze… Begin de oorlog. Vecht met ons om die tiran te verslaan.

                       MALCOLM

Ik weet het niet, hoe weet ik wie ik kan vertrouwen.

                       MACDUFF

Dan eindigt alle hoop.

           

                       MALCOLM

Wie hebben we daar?

                       MACDUFF

Dat zijn is Lenox. En daar is Fleance, de zoon van Banquo…

                       MALCOLM

Weet  je wat dat kost een oorlog? Akkers worden verwoest. Huizen branden af. Families vallen uiteen. Hoeveel doden mag een oorlog kosten?

 

[Edelen op]

 

                       MACDUFF

[Na begroeting van de edelen, tegen Rosse] Hoe is het met mijn vrouw?

                       ROSSE

Goed, toen wij vertrokken.

                       MACDUFF

Je hebt haar mijn beweegredenen uitgelegd. Dat ik terugkom zodra het land is bevrijd En mijn kinderen?

                       ROSSE

Ook goed, toen wij vertrokken.

                       MACDUFF

Wat bedoel je?

                       LENOX

Wij hoorden zojuist een bericht...

                       MACDUFF

Mijn vrouw?

                       LENOX

Het hele huis, uw vrouw, kinderen, dienaars, . . . barbaars vermoord…

                       MALCOLM

Macbeth?…

                       MACDUFF

Mijn kinderen?

                       LENOX

Alles wat ze tegen kwamen,

                       MACDUFF

Mijn vrouw en mijn kinderen, vermoord.

                       LENOX

Gewetenloos uitgeroeid. Zo waren ze iemand, zo waren ze niets. Als dingen die je opruimt, stuk trapt en weggooit omdat je ze kwijt wil.

                       MALCOLM

Macbeth is rijp voor de val… [Tegen Macduff]  Kom.

                       MACDUFF

Ik kan niet.

                       MALCOLM

Je moet.

 

 

[MALCOLM fluit op een fluitje, soldaat verschijnt, anderen volgen, ordenen  zich, met grote vlaggen. MALCOLM kijkt toe van opzij hoe het zingen steeds theatraler, bombastischer en oorlogszuchtiger wordt]

 

 

LA PATRIA

 

een volk vertrapt bloed dat vloeit

en tranen die er zijn gehuild

dat land van ons dat roept om ons

om hulp en recht te doen

een volk vertrapt bloed dat vloeit

en tranen die er zijn gehuild

het vaderland dat schreeuwt om ons

en wij geven gehoor

 

zo verzameld staan we sterk

wie op ons wacht, wacht niet vergeefs

zo verzameld en bereid

te sterven voor ons vaderland

 

het onrecht dat het land regeert

dat dwingt ons in te grijpen

en dus gaan  wij met man en macht

de tirannie te lijf

de chaos die het land regeert

die schreeuwt om ferme daden

een sterke hand, een nieuw gezag,

een nieuwe leider

 

op weg nu op weg nu sta op nu en ga

dood aan het onrecht victorie ja

op weg nu op weg nu sta op nu en ga

victorie wacht ons en glorie, ja!

 

de glorie - ja ja

de glorie - ja ja

a ja - de glorie ja

 

            [Allen ten oorlog. VLAGGEN]

 

 

 

vijfde bedrijf

 

 

 

 

14

 

[Ruimte met witte lakens aan de waslijn. Op het witte wasgoed verschijnen bloedvlkekken om weer te verdwijnen. Lady Macbeth volgt ze, zonder er vat op te krijgen. Bodes met lampen zien hoe Lady Macbeth langsschuifelt]

 

                       BODE

Het is Lady Macbeth, ze is nogal van streek. Ze praat in haar slaap. Ze zegt dingen die ik niet durf te herhalen… Moet je zien hoe ze in haar handen wrijft. Het lijkt of ze haar handen wassen wil.

                       LADY MACBETH

Hier zit nog bloed… Nog altijd stinkt dit vel naar bloed.

                       BODE

Ze praat… tegen wie

                       LADY MACBETH

Verdoemde vlek, weg zeg ik. Wat maakt het ons dat men iets weet. Eenmaal aan de macht wil niemand meer wat weten. Macht staat boven verantwoording.

                       BODE 1

Hoor je dat?

                       LADY MACBETH

Zoveel bloed dat sporen nalaat. Wie had gedacht dat die Duncan nog zoveel in zich had. En die Macduff had ooit een vrouw, en zij had kinderen zoals ik nooit heb gehad, waar is ze nou?

                       BODE 2

Zo kom je nog eens wat te weten.

                       LADY MACBETH

Geen dure zeep, geen exclusief parfum, geen oceaan, kijk niet zo bleek, Banquo is begraven, hij kan zijn graf niet verlaten.

                       BODE 2

Dat ook al.

                       LADY MACBETH

Naar bed, naar bed. Gedaan wordt nooit meer ongedaan. Naar bed, naar bed.

                       BODE 1

Wie de natuur verkracht kweekt onnatuurlijk leed… Oh, dat heb ik ergens gelezen.

                       LADY MACBETH

Naar bed, naar bed. Gedaan wordt nooit meer ongedaan.

                       BODE 2

Ze gaat naar bed.

           

[Lady Macbeth zoekt de achterwand. Door de achterwand steken opeens allemaal graaiende handen, en hysterisch lachende koppen.]

 

 

 

15

 

 

[Barricades worden opgebouwd ]

 

 

 

[Macbeth zit hoog op z’n troon, zijn wereld is klein geworden. HIj ziet de heksen naar hem kijken. Zoekt regelmatig oogcontact. Om hem heen staat een flink cordon Moordenaars. Een van hen staat op de uitkijk]

           

 

                       MOORDENAAR

Het leger nadert aangevoerd door Malcolm en Macduff.

                       MACBETH

[Schreeuwt] Geen mens geboren uit een vrouw deert ooit Macbeth [Heksen applaudisseren]

                       MOORDENAAR

Iedereen is er. Juist nu laten de mannen zich zien. En de tiran verliest de greep op zijn ontspoorde zaak,

                       MACBETH

[Schreeuwt] Niemand bedwingt Macbeth tot het bos beweegt en hem komt kappen

                       HEKSEN

Bravo!

           

[BODE 1 op]

 

                       BODE

Majesteit! Majesteit!

                       MACBETH

Wat moet je.

                       BODE

Tienduizend mensen zijn op weg hierheen

                       MACBETH

Ach sterf jij…

                       ANDERE MOORDENAAR

Moet ik hem een handje helpen majesteit?

 

            [BODE 2 op]

 

                       BODE 2

Majesteit

                       MACBETH

[tegen moordenaar op de uitkijk] Hee jij daar, op de uitkijk.

                       MOORDENAAR

Wat wenst uwe hoogheid?

                       MACBETH

Het laatste nieuws.

                       BODE 2

Majesteit!

                       MOORDENAAR

Tienduizend soldaten. Op weg hierheen.

                       MACBETH

Niemand bedwingt Macbeth tot het bos beweegt en hem komt kappen.

                       MOORDENAAR 

Volgens mij volgens mij [Pakt verrekijker] volgens mij begint het bos te bewegen

                       MACBETH

Ach lul niet.

                       BODE 2

Majesteit

                       ANDERE MOORDENAARS

[Onder elkaar, heen en weer] Het bos beweegt , het bos beweegt…

                       BODE 2

Majesteit

                       MACBETH

Wat moet je.

                       BODE 2

Uw vrouw, ze heeft zelfmoord gepleegd.

                       MACBETH

Moet dat nu, ik sta hier midden in een crisis.

                       ANDERE MOORDENAARS

[Komen kijken] Yep, dat bos beweegt inderdaad.

                       MOORDENAAR

Het bos is gekapt. De mannen dragen bomen.

                       BODE 2

Majesteit uw vrouw

                       MACBETH

Ja ja ja. Dood. Ze wilde de lakens wassen, ik ken dat, ze liep rond als een gek, en nu is ze dood. Laat haar. Had ze dat niet morgen kunnen doen. Vroeger had ik daar nog woorden voor.

                       MOORDENAAR

[Komt op Macbeth toe] Heer, het bos beweegt. Een van de bomen maakt zich los uit het bos.

                       MACBETH

Hou je bek.

                       MOORDENAAR

Het is Macduff

                       HEKSEN

Macbeth, wees op je hoede voor Macduff

                       MACBETH

Geen mens geboren uit een vrouw deert ooit Macbeth

 

[De soldaten bestormen het toneel, de moordenaars haasten zich weg, Macduff als eerste, ze gooien hun takken neer en sluiten Macbeth in.]

 

                       MACBETH

Wie hebben we hier.

                       MACDUFF

[staat recht tegenover Macbeth] Ik praat hier niet, ik vecht alleen. Kom naar beneden.

                       MACBETH

0, doe geen moeite.           

                       HEKSEN

Macbeth, wees op je hoede voor Macduff

                       MACBETH  

Ik heb een toverleven [Daalt af].

                       HEKSEN

Macbeth, wees op je hoede voor Macduff

                       MACBETH

Ik wantrouw jullie dubbeltongen, maar ik leef met de waarheid die wordt gelogen: Geen mens geboren uit een vrouw kan mij doden.

                       MACDUFF

Wanhoop dan. Ik werd uit de moederschoot getrokken voor mijn tijd.

                       MACBETH

Wat?

                       MACDUFF

Ik ben niet geboren uit een vrouw, maar ben er uit gehaald met een keizersnee.

                       MACBETH

Mijn God. Teringheksen. Zij goochelen met je verstand.

           

[Ze verdwijnen vechtend uit beeld].

 

 

15b

 

[Macbeth ligt dood op podium. MALCOLM wordt in de koningsjas gehesen. De massa komt opzetten, zingt]

 

victoria

 

Victoria! victoria!

De nacht is voorbij (2x)

 

de lange diepe nacht heerste op dit land

die nacht van tirannie die ons

tot angst en wanhoop dreef

is godzijdank voorbij

 

de lange diepe nacht die is voor ons voorbij

dus eren wij de held die

als de zon de nacht verdreef

en ons de morgen gaf

 

laat ons trouw beloven

aan de leider die ons heeft bevrijd

begaan met onze doden

doodde hij de vuile moordenaar

 

[MALCOLM wendt zich af en zoekt een stille plek op].

 

de lange diepe nacht heerste op dit land

de nacht van tirannie die ons

tot angst en wanhoop dreef

is godzijdank voorbij

 

mensen laat opgelucht

de liederen weerklinken

zing weer en laat hoopvol

onze wereld weer ons thuis zijn

 

d’overwinningsstrijd

waarin nieuwe jonge helden zijn ontstaan

belooft een nieuwe weg

een eerlijk ideaal om voor te gaan

 

de lange diepe nacht die is voor ons voorbij

dus eren wij de strijd

die als de zon de nacht verdreef

en ons de morgen gaf

 

nooit mag meer gebeuren

nooit mag meer gebeuren

wat ons overkomen is

nooit en nimmermeer

 

[Tijdens het zingen staat Fleance alleen DE HEKSEN  komen op hem toe, fluisteren in zijn oor. Fleance trekt zijn dolk, kijkt er naar, zich afvragend wat hij doen zal…]

 

nooit en nimmermeer

wat ons overkomen is

nooit

wij staan voor de vrijheid in

 

[MALCOLM gebaart stilte, komt op FLEANCE af, reikt hem zijn koningsjas en verdwijnt.]

 

victoria

 

 

EINDE