.

 

 

 

 

 

Toen hij zijn spiegelbeeld verloor,

moest hij het doen met zijn schaduw

 

 

 

M A D M A N ' S   R O U L E T T E

 

 

tekst Marinus van der Werf

muziek Eugène Ceulemans

 

 

 

[MADMAN heeft een kleine hogergelegen kamer, met bureau, met typemachine, met spiegel, met daarnaast een foto van zijn tweeling­broer op jonge leeftijd, en een object dat sterk lijkt op de readymade van Marcel Duchamp: een fietswiel op een krukje. Er gaat een trap naar boven.]

 

 

D E E L   I 

 

 

0.

 

[MADMAN zit op zijn kamer, er klinkt muziek: DE OUVERTURE Of LITTLE WINGS van Jimi Hendrix. Hij schrijft. In het spotlicht dat zijn kamer plotseling binnenvalt verschijnt zijn alterego DR. EGO. DR EGO kijkt mee over de schouders van MADMAN, leest gedeeltelijk mee. MADMAN reageert niet op hem. DR EGO grist een vel papier van MADMAN's bureau]

                      

DR.EGO

[Declameert theatraal]

Hij beukt zijn kop tegen de muur.

Het goedig pindamon­ster­beest.

De olifant.

 

En in zijn stinkend winterhok

beweegt hij bovenlijf en slurf.

De regelmaat...

 

Gelijk zijn metgezel ernaast,

het slingeruur­werk van een klok.

Ze hebben tijd...

 

'Ze dansen samen', zegt de man,

'zoals die twee­ling in parijs,

maar minder slank'.

 

Hij haalt Parijs weer voor z'n geest.

Zijn vrouw wil weg, trekt aan zijn mouw:

'God wat een stank'...

 

 

EGO

Zielig... Héél zielig... Zoo zielig. Poezie. Poezíelig. Ai... [Aait MADMAN door het haar. MADMAN draait z'n hoofd weg. EGO richting zaal:] Ik ben Dr. Ego... Tijd voor een spelletje: Leedvermaak. Je weet niet wat je ziet.

 

 

 

1.

 

[Het station. Wachtende mensen. De OUVERTURE klinkt, aange­vuld met geluiden van een voortdenderende trein. Op het perron wacht KINGKONG op BERTJE. De muziek stopt, evenals trein. CHRISTINE komt het perron op, met een grote koffer. Ze zet de koffer neer en bekijkt de tijden van de trein. Met haar arriveren de leerlingen van later. BERTJE arriveert en begroet luidruchtig KINGKONG. Samen bekijken ze uitvoerig de opvallende verschijning CHRISTINE. BERTJE graait de koffer weg. ]

 

Links en rechts het donker

van de gekte en de dood

onder je en voor

een net nog zichtbaar spoor

van licht waarop je balanceren moet

je voeten voet voor voet

je spreidt je armen wijd

je lichaam richt zich op

in wankel even­wicht.

 

CHRISTINE

[Ziet dat BERTJE haar koffer aan het versjouwen is] Hee. [BERTJE laat de koffer los, KINGKONG geeft er een schop tegenaan, de koffer valt open, spullen vallen er uit. KINGKONG en BERTJE lachend af met de andere LEERLINGEN. SPOT op CHRISTINE. Ze geeft teken dat de band moet stoppen. Stilte. Ze pakt de koffer in.]

 

 

2.

 

[MADMAN's kamer]

 

MADMAN:

[Leest] "Donderdag, 17 oktober. Enthousi­ast als een kind pakt mijn moeder de koffers in. Nu al. Bang als een moeder dat ze iets vergeten zal. Tien dagen Praag voor 2 personen. De prijs die ze won met een kruiswoordpuzzel in de Libel­le. Uit de sta­pels goede inzen­dingen werd de hare - met ogen dicht - getrokken. De rest werd bij het vuilnis geflikkerd. Tien dagen zonder ouders. Ze vindt het jammer dat ik niet mee kan, zegt ze. Ze zal blij zijn dat ze 10 dagen van me af is. Zo'n vrolijke jongen ben ik niet. En uiteraard is ze bezorgd

 

MOEDER: 

[Roept naar boven.] Herman!

MADMAN:

.... bezorgd dat ik te laat op school zal komen, als zij er niet is.

MOEDER:

Je komt te laat op school, Herman. HERMAN!

MADMAN:

[typt en leest:] Toen ik geboren werd en een twee­ling bleek te zijn. moest er in de haast nog een naam worden verzon­nen. Nico en Herman, op één van de twee was niet gerekend. Mis­schien was ik dat. Wie noemt z'n kind Herman.

MOEDER:

HERMAN!

MADMAN:

Schreeuw niet zo. Niet iedereen hoeft te horen dat ik Herman heet.

MOEDER:

[Loopt de trap op] Herman?

MADMAN:

[Schreeuwt geirri­teerd:] Jaaa. [Ziet dan z'n moeder]

MOEDER:

Ik wist niet of je al op was [Af].

 

MADMAN:

Nico zal geen last meer hebben van zijn naam. [Trekt het papier uit de machine, legt het in een map, die al dik gevuld is met papieren. Recht z'n rug, alsof hij in de houding st­aat] Madman gaat naar scho­ol. Nog wel.

 

[Hij blijft staan]

 

 

 

3.

 

 

[In de klas. Geroezemoes. Als de leraar stilte ge­baart, lijkt de klas op een klas. Alleen King­Kong valt enigszins uit de toon. De leraar haalt papieren tevoor­schijn.]

 

LERAAR:

    Cijfers.   

 

[Hij geeft de papieren door, ritselend gaan ze van hand tot hand, er klinken onverstaanbare reac­ties. MADMAN komt binnen, blijft achterin de klas staan. De leraar ziet hem als eerste. De klas draait zich als één man om. De klas wordt stil. Op KINGKONG na. Die lacht en roept:]

 

KINGKONG

MADMAN!

 

LERAAR:

[Tegen MADMAN] Je bent laat.

KINGKONG

Madman is altijd te laat. [Zingt met BERTJE] 'En af en toe klinkt er geroep, de gek staat op de stoep...'

LERAAR

Schei daar mee uit.

KLAS

[Zingt fluisterzacht] De gek staat op de stoep.

 

[De Leraar stopt het zingen met blik en gebaar. Stilte. Hij kijkt KingKong be­schuldigend aan. KINGKONG komt over­eind, draait zich om naar MADMAN, maakt een malle smoel met vingers, neus en oren;]

 

KINGKONG:

La la la la la la la

 

[LERAAR slaat KingKong]

 

KINGKONG:

[Verontwaardigd, gaat staan] Je sloeg me meester. Je sloeg me.

LERAAR:

[Na stilte] Sorry.

KINGKONG:

[Grijpt de misslag van de leraar aan, voor een eigen egot­rip. Hij drentelt door de klas.] Als Madman 's mor­gens wakker wordt:

LERAAR:

Ga zitten Johan!

KINGKONG:

Dan schuifelt ie z'n voeten schich­tig richting sch­ool. Z'n moeder zei nog: "Loop door mijn jongen, blijf op het pad, sta niet stil", maar Madman komt op de brug, staat stil, en staart in het water, dat dieper en duis­terder is dan hij zelf. O Madman. Was hij maar als dat water. En hij kijkt naar de wol­ken. Hij kijkt naar de hemel: Of het al tijd is dat ze hem komen halen. En dan....dan hoort ie de bel. Te laat! En langzaam sjokt Madman verder naar school.

LERAAR:

Schei daar mee uit!

KINGKONG:

Want Madman zal nooit rennen. Madman is bang voor blos­jes op z'n wangen. Madman is bang voor het rood op zijn huid. Madman wil bleek zijn, en interessant. En op school schreeuwt de meester kwaad: Madman, je bent alweer te laat.

LERAAR:

Zitten!

KINGKONG:

[Gaat zitten. On­dertussen:] De meester zei: Ga zitten Madman. De les is toch al bijna om, Madman. Altijd lief zijn voor Madman, mees­ter. En houd je handen thuis. [KINGKONG kijkt rond, niemand reageert]

LERAAR:

[Tegen KINGKONG] Jou spreek ik na de bel. [T­egen MAD­MAN:] Ga zitten Herman. [MADMAN blijft staan.] Ik heb jouw werkstuk over de Dierentuin gele­zen. Ik werd er niet vrolijker van. Volgens de regels van een scrip­tie is het geen scrip­tie. Wat moet ik ermee?  [MADMAN reageert niet. De leraar pakt het werk­stuk en leest.] 'DE HAAI. De dood zwemt vei­lig achter glas. Als in een speelfilm. Zijn publiek noemt hem de haai. Gevarendriehoek op zijn rug, zijn wit gebit, hier zwemt de dood... Maar geen gevaar.' Is dit biologie?

MADMAN:

Ik houd niet van dieren­tuinen. [Loopt weg.]

LERAAR:

MADMAN! ... Herman!

 

[MADMAN draait zich om. LERAAR en LEERLINGEN bevrie­zen in hun bewe­ging. DR. EGO, in gezelschap van de SCHADUWEN, komt op, Ze zingen:]

 

 

D E  H A A I  

 

De dood zwemt veilig achter glas

als in een speelfilm

Zijn publiek noemt hem de haai.

Gevarendriehoek op zijn rug,

zijn wit gebit, hier zwemt de dood.

Maar geen gevaar.

 

 

[De bel gaat, Dr. EGO en z'n SCHADUWEN schieten weg, de leer­lingen komen in beweging, dringen zich langs MADMAN naar buiten. KINGKONG blijft na.]

 

LERAAR:

[Tegen MADMAN. KINGKONG luistert mee] Om eer­lijk te zijn... ik vond het heel mooi. Maar wat moet ik ermee? Ik zou je een vier moeten geven. [Geen reactie van MADMAN] Je derde vier tot nu toe. Terwijl ik weet dat je goed bent. [Geen reactie] Een twee, zou ik moeten geven. [Kijkt KINGKONG aan.] Ik geef je een acht. Maar de volgen­de keer wordt het menens.

 

 

4.

 

[Het schoolplein. Op het voorspel van 'HET MENSELIJKE RAS' komen de leerlin­gen massaal naar buiten: Pauze. Het lied functioneert als pauzepraat, tijdens het lied wordt er door leerlingen gevochten, gevreeen, gegeten, en komt de genoemde MISS MADONNA GEURTJE opvallend langs. De teksten tussen de coupletten door worden gerapt, op een lekkere basdreun, de cursieve regels worden door de hele meute herhaald. ]

 

 

A L L E S   I S   W I N D

 

EGBERT

Het menselijke ras

ALLEN

- Alles is wind

EGBERT:

Zo verrekt superieur

ALLEN:

- Alles is lucht

EGBERT:

Het ontbloot zijn diep­ste wezen

Met het haakje op de deur

ALLEN:

- Alles is ijdelheid

- Alles is wind

 

EGBERT:

Het menselijke ras

- Alles is wind

Peutert neus en krabt zijn gat

- Alles is lucht

Houdt van al wat wollig is

Rijdt het op het asfalt plat

- Alles is ijdelheid

- Alles is wind

 

KINGKONG:

[Rappend] Mutsaert die z'n gat

staat te krabben terwijl

hij met vage teke­ningen op het bord

het mysterie ont­hult

- het mysterie ont­hult

van het zaadje en het eitje

-   het zaadje en het eitje

en hoe uit al die smurrie

een kind geboren wordt

krabt z'n gat

- yea­hyeah

krabt z'n gat

- krabt z'n gat, krabt z'n gat,

-   krabt z'n gattegat­tegat

EGBERT:

Het menselijke ras

- Alles is wind

Zo verrekt supe­rieur

- Alles is lucht

Het zwijmelt aan de voeten

Van z'n god of direkteur

- Alles is ijdelheid

- Alles is wind

 

LERAAR:  

Het vreet het zwoegt het zweet

- Alles is wind

Het jaagt z'n dromen na

- Alles is lucht

Het draagt z'n water naar de zee

En toch wordt de zee nooit vol

- Alles is ijdelheid

- Alles is wind.

 

KINGKONG

En Gosselings die met

z'n pink in z'n oren

tot aan het eerste kootje erin

- Erin

naar binnen poogt te boren

- naar binnen poogt te boren

terwijl ie naar behoren

z'n verplichte stukkie bijbel leest

om tot slot daarvan nog even

te kijken of ie onder

z'n nageltje nog wat gevangen heeft

Wonder boven wonder

- Wonder boven won­der

het is geel

- Het is geel en het leeft

 

ALLEN: 

Het menselijke ras

Alles is wind

Zo verrekt superieur

Alles is lucht

Verspreidt z'n diepste waarheid

Met een penetrante geur

Alles is ijdelheid

Alles is wind

 

KINGKONG

Miss Madonna Geur­tje

De dame met het kleurtje op haar wang

Op d'r pumps gaat ze tikkend

bijna enkelverzwik­kend door de gang

en zit ze dan wipt ze

dan wipt ze

dan wipt ze

de schoenen van haar voeten

haar roodgeworden voeten

haar scheve lange tenen

steken pinnig in haar pantie

als pinda's in een netje

- PINDAKAAS 

 

[Tijdens het lied zoekt EG­BERT KINGKONG op.]

 

EGBERT:

Dat verhaal over Madman op die brug had je van mij.

KINGKONG:

Weet ik. Maar het lef heb ik van mezelf. Hoe gaat het met m'n zus. Heeft ze al hapkla­re brokken van je ge­maakt?

EGBERT:

Ik ga interviews maken voor de schoolkrant. De onbeken­de leerling. Wat ie denkt. Wat ie mee­maakt. Als eerste slachtoffer wil ik jou.

KINGKONG:

Mij? Flikker op jij.

EGBERT:

Die toiletdeur bijvoor­beeld. Laten wij het hebben over het intrap­pen van dichte deuren Men zegt

KINGKONG:

Klets niet.

EGBERT:

Men zegt dat je zo nodig moest.

KINGKONG:

[Wijst zusje JOSÉ aan] Zei zij dat?

EGBERT:

Men zegt dat je zo nodig moest dat je door de deur heen­ging, zonder hem open te doen. Men zegt dat je het vervol­gens in je broek deed omdat je niet durfde piesen met zo'n gat in de deur.

JOSÉ:

Ze zouden zien dat je nog steeds niet kunt mikken.

KINGKONG:

Flikker op.

EGBERT:

Ik bied je de kans om roddels te ontzenuwen.

KINGKONG:

Waarom mij?

EGBERT:

Iedereen kent jou.

KINGKONG:

[wijst op MADMAN] Iedereen kent hem, Madman, neem hem.

 

[Het idee slaat aan. EGBERT gaat op MADMAN af.]

 

EGBERT:

Ik ga een interview maken voor de school­krant. De onbeken­de leerling. Wat ie denkt. Wat ie meemaakt. Als eerste slacht­offer wil ik jou.

MADMAN:

Rot op.

KINGKONG:

Laat hem een ge­dicht over haaien schrijven. Weet je wattie had? Zeg wat je had Madman. 3 Kantjes tekst. Een 8. [MAD­MAN loopt weg.] MADMAN!

 

MADMAN:

[Blijft staan, draait zich om, komt terug, traag alsof ie alle moed verzameld heeft:] Wat wil je van me?

KINGKONG:

[Wacht. Denkt.] Ik wil jou wel eens zien dansen. Wat dacht je van vanavond.

MADMAN:

[Wacht. Denkt.] Okee. Ik ben er. [Af]

 

KINGKONG:

Egbert, ik weet het goed gemaakt met jou. Jij stelt mij de vragen van jouw intervieuw, en ik geef antwoord alsof ik hem ben. De hemel behoede mij.

 

 

 

5.

 

MADMAN:

[Leest, terwijl hij met de speelgoedrevolver van zijn overleden broer speelt] Vrijdag 18 okto­ber. Ik zou schrijver willen zijn. Soms komen de woorden als vanzelf. Zolang het lukt voel ik me prima. Thuis in fan­tasie die vreemd is, maar niet vijan­dig. Als ik mijn woorden terug­lees zijn ze het niet waard om te blijven. [Staat op] IJdelheid en geouwehoer. [Verfrommelt het papier, gooit het weg] Ik zou willen schrijven over alles, maar ik heb al­leen mezelf en dat is niks.

 

[Hij raapt het papier op, vouwt het open, bedacht­zaam, bergt het op in de map, draait een nieuw vel in de machine en typt ver­der. Terwijl hij typt klinkt als van ver:]

 

Kom dichterbij en leeg je glas.

en knoop de knopen

van je doordeweekse jas...      los

Spreidt hem wijd aan je voeten op de vloer

en laat maar komen

laat je gaan in trance, dans,

dans de knopen van je jas

dansen op het dreu­nen van de bas.

 

MADMAN:

[Leest] Als ik schrijf dat mensen dansen, dat is wat mensen doen, dan weet ik de kleur niet van hun kle­ren, de geur van hun zweet, wat ze drinken, hoe ze elkaar in de armen vallen, hoe het voelt, wat het betekent.

Ik heb nooit gedanst.

Ik heb nooit wat gedaan.

Alles wat ik mee heb gemaakt, deed ik samen. Met Nico. Op die v­e­r­v­l­o­e­kte avond na, w­a­a­rop ie zonodig solo moest. Ik weet niet wat hem bezielde, wel, ik weet het wel. Ik wil het niet we­ten. Ik wil het niet we­ten!

 

[DR EGO verschijnt en spie­gelt glimlachend de theatrale gebaren van MADMAN. De eerste poging tot een dans.]

 

Vanavond ga ik solo, Nico, deze avond is van mij. Vanavond ga ik dansen. Ik. Ik kijk de meisjes recht in de ogen. Ik onthoud de kleur van de kleren, de geur van het zweet. Ik proef wat ze drinken, ik zie hoe ze hun lijf bewegen. En misschien val ik iemand in de armen. Ik heb nooit geleerd om te dansen.

 

[MAD­MAN sch­iet op zijn voeten, met de speelgoedrevolver, als in een cowboy­film voor doe-het-zel­vers,]

 

Dans!

 

[Hij doet een eigenaar­dig dans­je. De SCHADUWEN verschij­nen, bekijken hem. De scene ontaart in gekte. MADMAN stopt als hij merkt dat hij bekeken wordt, raakt in verwar­ring, blijft op één plek staan. LOLA, maakt zich los van de groep:]

 

LOLA

De eerste keer moet meteen de beste zijn. Je handen, geef ze alle vrijheid. Je bent het zelf. Je heupen, dans vanuit je heupen, je bent niet van hout. En dan je voeten...

 

[Ze beweegt zich verlei­delijk dansend richting MADMAN. TUT en HOLA kijken nieuwsgierig en giebelend toe, ze vinden alles gek aan hem. KAT en KNUFFEL komen links en rechts van MADMAN staan. JUNIOR vindt de gevallen speelgoedrevolver.]

KAT:

[Streng] Iedereen kan het. Iedereen doet het. Stel je niet aan.

KNUFFEL:

[Tuttelt] Sst. Het is nog een kind.

KAT:

Het kind is bijna twintig.

KNUFFEL:

Hij is geen twintig.

KAT:

Zeventien. Okee. Een puber, een kleuter, een peuter van zeventien.

KNUFFEL:

Hij is lief. En klein. En bang.

KAT:

Bang? Een trap onder z'n gat moet ie heb­ben.

 

[JUNIOR loopt weg]

 

KNUFFEL:

    Geef hem de tijd. Laat hem. Alles komt goed. Hij komt er wel uit.

 

[JUNIOR vindt revolver, en richt hem op MADMAN. Hij schiet:]

 

JUNIOR:

Pauw!

 

[TUT en HOLA schieten weg.]

 

TUT&HOLA:

Nico! Nico!

 

[De SCHADUWEN hebben de kamer verlaten, kijken op afstand toe. Dr. EGO legt zijn hand op MADMANs schouder.]

 

DR EGO:

Laten we gaan.

MADMAN:

    Laten we gaan.

DR EGO:

Kom op.

MADMAN:

    Kom op. We gaan. [Hij blijft staan]

 

 

 

6.

 

[Discotheek. Muziek. Toneel baadt in lichtshow, alle spelers staan op de dansvloer. Tijdens de eerste solo van het lied arriveert MADMAN. Iemand helpt hem uit de jas.]

 

 

L E U N E N   O P   H E T   D R E U N E N

 

ZANGERES

Kom dichterbij en leeg je glas

En knoop de knopen

- rits de rits

Van je doordeweekse jas los

Spreidt hem wijd aan je voeten op de vloer

En laat maar komen

- Kom maar

Komen

- Kom maar, kom maar, kom maar...

Laat je gaan in trance. Dans!

Dans de knopen van je jas

- Kom maar

Dansen op het dreunen van de bas.

 

ALLEN  

Leunen op het dreunen van de bas

Leunen op het dreunen van de bas

 

[MADMAN zoekt een plek om onopgemerkt te kunnen staan als de dansers met hun dans zijn richting opkomen]

 

Bloed zweet en hormonen

 

[Het lukt KINGKONG en BERTJE om MADMAN aan het dansen te krijgen. Uiteindelijk komt hij los.]

 

Sidder in je voeten

Knikkend in je knieen

Krijg het op je heupen

 

Bloed zweet en hormonen

 

Glijend langs je dijen

Spannend in je spieren

Schokkend in je schou­ders

 

[CHRISTINE komt binnen, ze neemt plaats tussen de jongens en danst mee.]

 

Bloed zweet en hormonen

 

Tintel in m'n vin­gers

Sla me om de oren

Flikker in m'n ogen

 

[CHRISTINE neemt de microfoon uit handen van de zange­res en zingt:]     

 

J E   H E B T   T W E E   B E N E N

 

CHRISTINE:

    Je hebt twee benen

ALLEN:

Bloed zweet en hormonen                  

CHISTINE

Dat zei mijn moeder

DANSERS:

Bloed zweet en hormonen

CHRISTINE

Je zult vaak vallen

Maar vaker opstaan

En ze schopte mij de deur

En zie daar lag ik, maar ik stond op.

 

Je hebt twee benen, riep ik rondom me,

Tegen de vogels, tegen het asfalt.

En ik schopte mijzelf de stad door

En als ik uitgleed stond ik weer op.

 

Ik zocht de nacht op, om daar te dansen,

M'n eigen ritme, m'n eigen dans

Op hoge benen, in lich­terlaaie

En als ik slaap had viel ik in slaap.

 

Ik zal geen slaaf zijn en niet marcheren,

Ik kies mijn ritme, ik kies mijn woorden,

En ik schop wie met de zweep slaat,

En als ik neerga, dan sta ik op.

 

[MADMAN kijkt verwonderd en bewonderend toe. Christine gooit hem zijn jas over het hoofd, en tegen de tijd dat MADMAN de jas in handen heeft is zij verdwenen. MADMAN trekt zijn jas aan en gaat naar 'buiten.]

 

 

 

7.

 

[Op straat. de Disco gaat uit. MADMAN ziet de anderen naar buiten komen. Hij begluurt van een afstand hoe ze elkaar paarsge­wijs in de armen vallen. O.a. KINGKONG met SUZET en EGBERT met JOSE.]

 

MADMAN:

Zij legt haar armen om zijn nek, hij buigt zijn hoofd, zij draait zich weg, ze fluistert, hij bijt haar, hij sluit zijn armen...

 

[KINGKONG betrapt hem, BERTJE zet hem klem. KINGKONG neemt MADMAN zijn bril af:]

 

KINGKONG

En, heb je gezien hoe het moet, Madman? Leuk he, meis­jes. Weet je wat zoenen is Madman? Zoenen doe je met je lippen. En met die van een ander. Niet met je ogen Madman, niet met je ogen. Ik zal het je leren. [Hij maakt aanstalten om Mad­man te zoenen.] Suus! Kom hier. Laat die jon­gen zien wat zoenen is. [SUZET wei­gert] Suus! [SUZET lijkt te gehoor­zamen.]

 

JOSE 

[Praat tegen Madman, maar haar bedoeling is om KINGKONG te kleine­ren:] Toen ie elf jaar was, dit broertje van mij, toen was ie dik en onbeholpen. Ze gaven hem de bijnaam Kingkong. Mocht niet van de mees­ter, deden ze toch. En dan kwam ie huilend thuis. tranen in de thee. Mam, ze pesten me. 's Morgens kroop ie onder de dekens, wilde niet naar school. Beetje slap ventje, beetje zacht ei met de bijnaam Kingkong. Later kreeg ie haar op z'n borst, zul­len we maar zeggen. De bijnaam hield ie, maar nu probeert ie een hard­gekookt eitje te zijn, he, broer­tje.

KINGKONG:

[Driftig. Opgefokt, tegen SUZET] Zoen 'm. Zoen 'm plat op z'n bek. Sla de vlam in z'n schedel, brandt z'n hersens er uit, dat weke gezwel waarmee hij denkt te denken. Liefde Mad­man, het is allemaal uit liefde. HET!

 

[Dan duikt CHRISTINE op.]

 

CHRISTINE:

Dus jij weet wat zoenen is? [KING­KONG grinnikt, ont­spant zich, kijkt rond, bekijkt CHRISTINE keurend.] Ooit zoiets als een zoen gehad?

KINGKONG:

Zeker.

CHRISTINE

Maar niet van mij.

KINGKONG

Wat niet is kan komen.

CHRISTINE

Kom maar. Kom dan. Ogen dicht.

KINGKONG

Laten zij de ogen dicht doen. [Hij wacht, zet dan MADMAN's bril op, doet dan zijn ogen toe, loopt met 'voelhanden' voorwaarts] Oké. Kom op.

CHRISTINE:

Handen op m'n heupen. Dichterbij.

 

[Als KINGKONG met dichte ogen Christines heupen zoekt, douwt zij met een snelle beweging zijn kop naar bene­den. KINGKONG valt. Gelach van de omstanders. Ze gaan af.]

 

 

 

8.

 

 

[CHRISTINE en MADMAN staan tegenover elkaar op straat. Ze bekijken elkaar. MADMAN onrustig maar bewegingloos. CHRISTI­NE rustig, maar vol beweging. Ze cirkelt om MADMAN heen. Ze gaat zitten op een muurtje, MADMAN volgt haar voor­beeld]

 

MADMAN:

Hoe heet je?

 

[De SLAAPWANDELAAR doet zijn intrede. Eerst als stem, dan als persoon. CHRISTINE en MADMAN kijken toe als hij ba­lancerend over het muur­tje aankomt, en pas­seert.]

 

SLAAPWANDELAAR

Fifi? [Komt op, zijn hoofd traag bewegend, zijn handen tastend, zoekend.] Fifi? Fifi? Maak eens een geluidje? Fifi?

MADMAN

Hij slaapt... Hij slaap­wandelt... Hij slaapt...

CHRISTINE

Ssst.

MADMAN

Hij valt.

CHRISTINE

Hij is in slaap gevallen. Als je schreeuwt wordt hij wakker. Wordt hij wakker dan valt hij.

MADMAN

Hij valt zich te plet­ter.

 

[De SLAAPWANDELAAR klimt in een lantarenpaal, Een JOGGER komt langs en doet z'n oefeningen, IEMAND plaatst circus­borden, sfeer & licht worden surrealistisch, MADMAN voelt zich vreemd, CHRISTI­NE voelt zich thuis:] 

 

CHRISTINE

 

Links en rechts het donker van de gekte en de dood

Onder je en voor een net nog zichtbaar spoor van licht

Waarop je balanceren moet je voeten voet voor voet;

Je spreidt je armen wijd; je lichaam

Richt zich op in wankel evenwicht

 

JOGGER

Ik kon niet slapen. De geest is moe, maar de spieren zijn onrustig. Als de spieren onder controle zijn, valt de rest van­zelf in slaap. Zou het helpen, denk je? [Als hij omhoog kijkt ziet hij de SLAAPWANDELAAR.] Hee!

MADMAN:

Sst. Hij slaapt.

JOGGER:

[Verontwaardigd] Huh. Hij wel.

 

[BOB en BILL arriveren, met rug­zakken, en walkmans. Ze kwakken hun rugzak­ken neer. BOB gaat bij lanta­ren­paal zitten, pakt tent uit.]

 

BILL:

[Luidruchtig. Tegen CHRISTINE:] Is hier een camping? [CHRISTINE komt overeind, ontkent] Shit Bob. Geen camping.

BOB:

[Even luidruchtig] Colere Bill. Dan zet ik dus nu en hier mijn tent op.

BILL:

Hier?

BOB:

Nu! Krijg wat. M'n poten shit. [BILL praat met hem mee, hij kent het verhaal] M'n tenen shit. M'n hielen shit. Dit is niet waar ik van houd Bill.

BILL:

Z'n voeten doen zeer. Weet jij waar dat pop­festival morgen is? Morgen is er een popfes­tival, dacht ik. Niet? Is er geen popfestival? Wat dan wel? [CHRISTINE wijst naar de circusborden] Bob! D'r is geen popfes­tival.

BOB:

Shit bill. Wat is er dan wel?

BIL:

Circus Bob, circus.

BOB:

Ik wil hier weg Bill, ik wil hier weg.

BOB:

Ga dan. [Er gebeurt niets. Bob zit uitgeteld. Bill ziet opeens de SLAAPWANDELAAR]

BIL:

    Daar staat een jongen Bob.

BOB:

Weet ik Bill.

BIL:

Boven je.

BOB:

[Kijkt traag om­hoog] Shit Bill. Straks valt ie op me.

BIL:

Jongens vallen niet op jou Bob.

BOB:

Ik zet m'n tent wel ergens anders op.

 

[Blijft zitten. BELLA komt op. Ze heeft een zichtbaar bloeden­de hand zielig vooruitgestoken.]

 

BELLA:

Ik moet een pleis­ter hebben. Iemand moet me helpen. Jodi­um.

BOB:

Blijf met je poten van onze tent.

BELLA:

Ik doe niets.

 

[Agenten komen op, blijven links op afstand staan kijken. CHRIS­TI­NE gaat op trap zitten, kijkt toe.]

 

BOB:

Wel. Je bloedt. Gisteren heb ik 3 volbloed muggen tegen het tentdoek geplet. Zulke vlek­ken! Zou je zo'n tent kunnen wassen. [Ze achtervolgt BELLA met gezeur en vra­gen.] 't Is nylon. Of is het katoen? Maakt het uit wat het is, nou, dit is geen plek om zielig te doen. Als er iemand zielig is, dan ben ik het. Moet je m'n voeten zien?

 

BELLA:

[Tegen BILL. Licht hysterisch.] Ik was te laat, ik wilde wel, mijn vriend liet mij niet gaan, hij is zo lief. Mijn vader had de gren­del op de deur ge­daan. Ik had moe­ten bellen. Dan staat ie daar in zijn pyjama, met rimpels en rode wangen van de slaap, zijn pluizige haar in de war, zoekend naar woorden, en dan ben ik bang als ie is zoals dan, want wat moet ik zeggen? Hij is zo aardig voor mij, zo oud, ik wil niet dat hij gaat zeuren dat ik te jong ben en een meisje zo laat nog op straat, dus dacht ik: Het keuken­raam. Soms als je slaat schiet het open, maar nu zat het vast en ik sloeg, mijn hand, ik bloed. Ik sl­oeg. Ik sloeg op de ruit, het kwam door de wijn, de scherven staken in mijn pols, denk je dat ik besmet ben?

 

[Ondertussen naderen de twee AGENTEN]

 

BIL:

Kom op, we gaan.

AGENT:

[Wijst op de hand van BELLA] Wat is er met dat grietje aan de hand?

BOB

Hoezo grietje? Ben jij soms Hans? 

BIL:

Ergens moet er een camping zijn Bob. Of een popfes­tival. Of beide.

 

[Hij staat op. De AGENTEN duwen hem op de plaats terug.]

 

AGENT:

[Schreeuwt] Wat is er met dat griet­je aan de hand?

BIL:

Ze heeft een ruitje ingeslagen?

AGENT:

Denk jij wat ik denk? [Tegen BELLA:] Leg jij dat bloe­dende handje maar 'ns uit.

 

[Ze grijpen BELLA, BELLA begint haar verhaal opnieuw, ditmaal tegen de AGENTEN. Een van de AGENTEN ziet de SLAAPWANDELAAR]

 

AGENT:

Ah! Daar is ie.

MAMMA:

    [Komt precies op dat moment op, kijkend naar de SLAAPWANDELAAR] Pipi!

AGENT:

We hebben hem gevonden mevrouw.

MAMMA:

    [Loopt venijnig op agen­ten toe] WIJ hebben hem gevon­den. [Ze roept naar haar zoon:] Pipi!

 

[Het ontaardt in ruzie, in de trant van "IK", "WIJ", "IK", "WIJ", etc, steeds meer lawaai, stemmen, BELLA praat steeds har­der. MADMAN krimpt inéén, en schreeuwt dan:]

 

MADMAN:

Schei daar mee uit.

 

[Plotselinge stilte, De SLAAPWANDELAAR schommelt. En roept:]

 

SLAAPWANDELAAR

Fifi?

MAMA:

Pipi!

SLAAPWANDELAAR:

Mama!

 

[Hij schrikt wakker, valt bijna. Paniek. Ze helpen hem naar beneden. MOEDER gaan af met zoon. De AGENTEN verdwij­nen met BELLA.]

 

CHRIST:

[Applaudisseert.] Bravo! [Gaat af]

MADMAN:

    [Schreeuwt Christine na:] Hee, hoe heet je? [Chris­tine komt terug.] Hoe heet je.

CHRISTINE:

En jij?

MADMAN;

Herman. [Stilte] Stomme naam. [Stilte] Ik had een oom die Herman heet­te. Er is nooit

CHRISTINE:

Sst. vraag me hoe ik heet. Ik gaf je geen antwoord.

MADMAN:

Nou?

CHRISTINE:

Wat nou?

MADMAN:

Hoe heet je?

CHRISTINE:

Wat was er met die oom van jou

MADMAN:

Mijn oom? [Doorziet haar bedoeling] Ik vroeg hoe je heet.

CHRISTINE:

Ik zou wel een tuin willen hebben, met een bank om op te slapen. Zolang de vogels hun bek maar houden. en een vijver, zo diep dat je de bodem alleen maar kunt ver­moe­den. En op het wateroppervlak drijven stukjes van je gezicht, als je kijkt, en wolken, plat op het water. Maar bij een tuin hoort een huis. En dat betekent stof­zuigen, voeten vegen, vuilnis­bak­ken buiten. In de herfst valt het behang niet van de muren. In het voor­jaar lopen de stoe­len niet uit in kakelend groen. De wind moet buiten blijven, anders vallen de vazen om.

Ik heet Christine.

 

[Ze zoent MADMAN, gaat af.]

 

MADMAN:

Christine? CHRISTINE! [Af.]

 

BOB:

Laten we gaan Bill.

BILL:

Okee Bob. Laten we gaan.

 

[Ze blijven zitten.]

 

 

9.

 

[MADMAN komt thuis. Er schijnt licht uit de slaapka­mer van zijn ouders.]

 

MOEDER:

[vanuit de slaapka­mer:] Herman, ben jij dat? [Herman loopt door] Herman? [MADMAN komt terug] Hoe was het? Heb je gedanst? [Geen antwoord. MADMAN loopt weg.] Herman, doe je de deur dicht.

 

[MADMAN loopt terug, sluit de deur. MOEDER verschijnt in de deur­opening. Kijkt hem na.]

 

 

 

10.

 

[MADMAN ligt in bed. Muziek. De SCHADUWEN rond MADMAN's bed dra­gen witte jassen en apparatuur. Ze zijn bezig met een bizarre operatie]

 

 

D E Z E  M O O I E   J O N G E N

 

LOLA & EGO & ANDEREN

 

Deze mooie jongen heeft tien vingers aan zijn lijf

Geschikt om mee te spelen en toch ligt zijn lichaam stijf

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen?

 

Deze mooie jongen pompt het leven door zijn bloed

Met harde warme slagen en toch lijkt ie doodgebloed

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen.

 

Misschien een bloed­transfusie,

Misschien geopereerd.

Misschien zijn hersen­cellen

Opnieuw geprogrammeerd.

 

O dokter [Geef me het mes]

O dokter [Geef me de tang]

O dokter, dokter hoe lang?

 

Deze mooie jongen heeft twee ogen om te zien

Er schijnt iets naar de knop­pen in zijn denk en voelma­chien

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen?

 

Deze mooie jongen heeft een stevig stampend hart

Een ritme om te swingen en toch ligt ie hier apart

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen.

 

Deze mooie jongen heeft emo­ties in zijn kop

Maar als hij zich wil uiten blijft het steken in zijn strot

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen.

 

Misschien een psychiater

Met een leuke therapie

Misschien Marihuana

Of een pilletje XTC

O dokter [Geef me de spuit]   

O dokter [Geef me zijn arm]

O dokter, hoe lang.

Misschien een weekend stappen

Misschien wat kratten bier

Misschien een cursus liefde

Bij de meisjes van ple­zier

   

O dokter [Kleedt u zich maar uit]

O dokter [Wees niet bang]

O dokter hoe lang.

       

Misschien gaan mediteren

In een klooster als boeddhist

Misschien voor altijd slapen

In een mooie glazen kist

 

        O dokter [Bijt in de appel]

O dokter [Gif van de slang]

O dokter hoe lang

 

Deze mooie jongen heeft een warme zachte huid

Met een korst van harde mod­der, hoe beitel je hem daaruit

O dokter wat valt er, wat valt er aan te doen.

 

[De SCHADUWEN dekken MADMAN toe met door­schijnend plastic, en trekken dat strak om hem heen]

 

Herinner je sneeuwwitje

Hoe de prins haar lippen zoende

Hoe de prins haarlippen kuste

Met een zinderende zoen

Misschien is dat vol­doende

Voor deze mooie jongen

Kom laat het ons probe­ren

Met een liefdevolle zoen.

 

[MADMAN krijgt het zichtbaar benauwd, wil ontsnappen, maar wordt door het plastic van de SCHADUWEN tegen zijn bed gedrukt.]

 

Zusters van de liefde, laat ons het samen doen:

Verlos hem van de boze met een hartstochtelijke zoen.

 

[Als ze MADMAN aan het eind willen zoenen, schiet hij schreeuwend over­eind. DR.EGO instal­leert zich achter het kleine rad in MADMAN's kamer.]

 

 

11.

 

 

[MADMAN haalt vanonder zijn kussen het speelgoedrevol­vertje tevoor­schijn. Hij speelt ermee.]

 

MOEDER:

[Alleen haar stem:] Herman. [Ze komt binnen. Stil­te. MAD­MAN's moeder ziet MADMAN met het re­vol­ver­tje.]

MOEDER

Is die van

MADMAN:

Ja

MOEDER:

Heb je die bewaard? [Geen antwoord] Ik wist niet dat je dat ding nog had. Denk je aan Nico? Praat erover Her­man. Jij bent niet de enige die hem kwijt is. Soms is het net alsof jij alleen... Het is drie jaar geleden.

MADMAN:

Twee jaar, 7 maanden en een week.

MOEDER:

Nico is dood. Jij niet. Herman?... Denk je dat het goed gaat als wij weg zijn? Blijf morgen maar liggen. Maan­dag zijn we terug. Maandag over een week. Reken maar niet op ons met eten. Je redt je wel he. Ik heb het een en ander op een briefje gezet. Adres en zo. Wat het eten betreft

MADMAN:

Heb je allemaal al verteld.

MOEDER:

Er staat van alles in de koelkast. Voor zondag moet je alleen nog vlees kopen. Dat ben ik vergeten. Zet je de wekker, voor maandag. Dat je niet te laat komt. [Ze komt verder de kamer in, dicht naast het bed van MAD­MAN] Je moet verder Herman. Net als ik.

MADMAN:

Ga weg!

 

[Moeder gaat af.]

 

 

12.  

 

[MADMAN bekijkt en bevoelt het revolvertje:]

 

MADMAN:

Dit is de zijne. Hij heeft me wel duizend maal vermoord omdat ik de mijne kwijt was. Pang! Pangpang! [Hij schiet zichzelf neer.] Hij had er zijn naam ingekrast. [zoekt. Vindt.] Ik ga weg, zei hij. Ik ben het zat. Altijd die­zelfde smoel als een eeuwig spiegelbeeld naast mij. Tegenover mij. Ik zou niet weten waarheen hij wilde. Weg. [MADMAN staat op, zingt:]

 

 

N O O I T   E E R D E R   W A S   I K  

B I J   E E N   B E G R A ­F E ­N I S.

 

 

Onder de zon, een blote hemel

Lag de aarde netjes open,

Zwart, de heuvel zand ernaast,

Groter lijkend dan het gat.

Zoveel tinten rose bloesem,

Vallen neer als zachte sneeuw.

Zoveel mensen zonder woorden

Verzameld in een kring rondom.

Nooit eerder was ik bij een begrafenis.

 

Alleen dan van mijn oma

Zij was 86 jaar

Buiten was het grijs en guur

Binnen brandden licht en kachels

Koffie, broodjes,

Mensen die ik lang niet had gezien,

Gaven handen, gaven zoenen.

Iemand zei: Een mooie leeftijd,

Iemand zei: Een prachtig leven,

Iemand zei: Een zachte dood.

 

[Moeder komt terug, kijkt van op afstand naar MADMAN.]

 

Nooit eerder was ik bij een begrafenis.

Schurend grint onder de voeten

Zoveel mensen lopen zwijgend

Strakke stenen, zwart en wit

Schrijven namen in het zonlicht.

Bomen roerloos, helder bladgroen

Waarin vogels onderduiken

Zoveel tinten roze bloesem

Vallen neer als zachte sneeuw.

 

MADMAN EN MOEDER:

Wat kon ik anders dan ingehouden huilen.

 

Achter prikkeldraad staan jongens

Staan met roodbezwete hoofden

Naast een crossfiets, ongedurig

Maar nieuwsgierig, kijken toe.

Toch nog woorden, zacht gemompeld,

Aldoor weer diezelfde naam.

Zoveel mensen dichtbijeen

Verzameld in een kring rondom.

 

Laat ze niet zeggen: Hij was

Laat ze niet zeggen: Het is

Laat ze niet zeggen: God heeft

Laat ze niet zeggen: Het komt        

Laat ze niet zeggen: Hij rust

Laat ze niet zeggen: Vergeet

 

Wat kon ik anders dan ingehouden huilen.

 

 

MOEDER:

Slaap lekker Herman. [Gaat af]

 

[MADMAN zwijgt, wacht. DR. EGO draait aan het fietswiel op de kruk. MADMAN ziet het gebeu­ren, pakt het revol­vertje, schiet op het rad: "PANG!". Het Rad staat stil.]

 

DR. EGO:

Tijd voor een spelletje.

MADMAN:

    Tijd voor een spelletje.

DR. EGO:

Zes is het getal van Russisch roulette. [Eén hand met vijf vingers, één hand met één.] Eén op de zes. [Houdt de hand met één vinger als een pistool tegen zijn slaap.]

MADMAN:

[Het idee krijgt vorm.] Zes spelers. Ik nodig ze uit. Ik neem ze te pakken... Het rad. [Dr. EGO laat het rad weer­ draaien. Steeds har­der.] Het rad be­gint te draaien. Het draait. En het draait. En het stopt. [Het rad stopt]

DR. EGO:

    Pak ze.

MADMAN:

Wraak.

 

 

 

 

DEEL II 

 

 

 

13.

 

[MADMANS kamer. In de kamer staat het grote ROULETTERAD dat MADMAN heeft gemaakt van een fietswiel, pvc pijp, en oude lappen. Het rad is onderverdeeld in 6 vakken. Vijf wit, en een rood. Het rad staat tegen de muur. MAD­MAN ligt in bed. Slaapt. Woelt. DR. EGO verschijnt in het licht van een volgspot, hij rookt een siga­ret, kijkt naar de rook, kijkt naar het publiek.]

 

DR. EGO

Tijd voor een spelletje... Wraak.

 

[De SCHADUWEN zitten als publiek rondom hem. De SLAAPWAN­DE­LAAR komt op, ver­kleed als koorddanser. Tijdens het lied klimt hij in de ladder die naar het koord leidt. Op het gespannen koord staat een pop, als Koorddanser, in wankel evenwicht.

 

 

D E   K O O R D D A N S E R

 

De koorddanser staat aan het begin

Van het hoge koord, maar plotseling

Ziet hij voor zich hoe hij straks te pletter vallen zal

Als gif sluipt het zijn schedel in

Angst voor de val.

 

[De SLAAPWANDELAAR ziet de pop, de pop wankelt en valt. Door angst overmant daalt de SLAAPWANDELAAR af, hij neemt de pop in zijn armen.]

 

Hij ziet als in een film zijn eigen act

Hij wankelt, valt voorover, breekt zijn nek

Voor het publiek dat deze dood nog lang bespreken zal

Achter bleef een rode vlek

Angst voor de val

 

Links en rechts het donker

Van de gekte en de dood

Onder je en voor een net nog zichtbaar spoor van licht

Waarop je balanceren moet

Je voeten voet voor voet; je spreidt je armen wijd;

Je lichaam richt zich op in wankel evenwicht

 

Hij zal wel moeten, hij is het verplicht

Aan het publiek dat ogen op hem richt

Begeleid door tromgeroffel en trompetgeschal

Staat ie in een bundel licht

Angst voor de val

 

Links en rechts het donker...

 

Koorddanser dans over het koord

Je wordt betaald te doen zoals het hoort

Voor het publiek dat klapt en roept: "Komt er nog wat van!"          

Dans op het gespannen koord.

Angst voor de val.

 

SOLO:

De koorddanser kijkt zijn kijkers aan

Hij schreeuwt: Ik zal alleen het koord opgaan

Als jullie met z'n allen voor 't geval ik vallen zal

Rondom onder mij gaan staan

Vang mij als ik val

 

Links en rechts het donker

Van de gekte en de dood

Onder je en voor een net nog zichtbaar spoor van licht

Waarop je balanceren moet

Je voeten voet voor voet; je spreidt je armen wijd;

Je lichaam richt zich op in wankel evenwicht

En als ik val neem ik een sprong

Ik sla mij armen heftig wijd

En schreeuw mijn schreeuw door het heelal

Misschien dat ik nog vleugels krijg

Maar liever heb ik iemand

Heb ik iemand om mij

Iemand om mij op te     vangen als ik val

 

[EGO en de SCHADUWEN verdwijnen]

 

 

 

14.

 

[MADMAN ontwaakt, komt overeind, pakt een stapeltje papier dat naast zijn bed ligt, mompelt de woorden: "Vang me als ik val"  en leest]

 

STEM MADMAN:

[Terwijl MADMAN opstaat, zijn bed inklapt, en de rommel links en rechts begint op te ruimen, conservenblikken, borden, kopjes,etc.]

Zondag-nacht: Hangend op de bank keek ik televisie. De kop­telefoon opge­zet, en een klassieke c.d. van mijn vader. Zo hard dat Johan Sebastiaan Bach zich als een heipaal in mijn hersens ramde. Het hielp niet. Toen ik tandenpoetste kreeg ik honger. Ik maakte soep en frituurde kroket­ten. Tegen half zes sliep ik nog steeds niet. Het is inmiddels maandag.

De kroketten drijven als vette monsters op de soep, even lamlendig als ik zelf. Het is beter hier te slapen dan op school.

Dinsdag: Voor het eerst gekookt. Het ging als vanzelf. Tot ik het idee kreeg waar ik naar zocht. Nu twijfel ik weer, maar toen zat ik er zo vol van dat ik het eten vergat. Het huis stinkt nog steeds naar de aardappels.

Woensdag: Wil het. Durf het. Doe het.

Donderdag 24 oktober. School gebeld. Zei dat ik ziek was. Al voel ik mij beter dan ooit. Druk als een spin bezig met een web. Boeiende gedachte. Geen problemen met eten.

Tijdens de afwas werd ik bang van wat ik wilde. Hoe het allemaal afloopt, weet ik niet. Het zal me een rotzorg zijn.

 

MADMAN:

Het zal me een rotzorg zijn.

 

 

15.

[Kamer van JOSÉ. Bed. Klerenrek. Staande spiegel. JOSÉ ontwaakt. Naast haar bed een rek met kleren. Ze komt overeind. Het laken als een kle­ding­stuk om haar heen gesla­gen. Ze zingt:]

 

 

M I J N   K L E R E N   M O E

 

Ik wil bemind zijn en bewonderd

Ik wil gezien zijn en gekend

Maar 's morgensvroeg soms lig ik onder

Dit witte laken als een tent

Zo af en toe ben ik mijn kleren moe

Laat mij maar liggen, onbekeken.

Gestript tot op mijn laatste huid

Met niets om mij te kleden

Dan het laken dat mijn naakte lijf omsluit

Laat mij maar liggen

Het daglicht staat mij tegen.

 

Ik kies mijn kleren om het daglicht mee te kleuren

Ik houd ervan om steeds opnieuw als nieuw te zijn

Al zijn er die beweren: Het is buitenkant en schijn

Het is een middel om mijzelf mee op te beuren

Ik kies mijn kleren om het daglicht mee te kleuren

Maar altijd weer datzelfde stomme commentaar

Ach laat ze maar, ze zijn zo klein.

 

Ze vinden mij, denk ik, een trut met veel kapsones

Omdat ik lef heb en een zelfbewuste smaak

Ze doen zo onvolwassen. Ze zeiken mij te vaak

Over wat voor hen zo anders dan gewoon is

Ze vinden mij ,denk ik, een trut met veel kapsones

Maar met de koele houding van een trotse kat

Toon ik ze dat het mij niet raakt.

 

[Terwijl JOSé gehuld in haar witte laken, door de kamer paradeert, en showposes aanneemt voor de spiegel. Even later komt broertje KINGKONG binnen. Hij kijkt minachtend toe. JOSé merkt het niet.]

 

Als ik op straat loop voel ik dat ze naar me kijken

Hun ogen glijden stiekum keurend langs mijn lijf

Van kop tot teen beoordeeld met het keurmerk 'lekker wijf'

En als ik t'rug kijk weet ik dat ze mij ontwijken

Als ik op straat loop voel ik dat ze naar me kijken

Dat irriteert maar soms ook denk ik: het is verdiend

Als compliment: ik word gezien.

 

[JOSé ziet opeens haar broertje, gilt.]

 

JOSÉ:

Ga van mijn kamer af.

KINGKONG

Je bent laat zusje.

JOSÉ:

Ga weg.

KINGKONG

Ho. Ik laat me niet langer in de zeik zetten door jou, zusje.

JOSÉ:

Tuurlijk niet broertje. Je staat al tot de enkels in je eigen zeik.

KINGKONG

[Grijpt José vast bij het laken] De truc: Het van kleur verschieten­de meisje. Eén ruk aan het laken en het stand­beeld wordt onthuld.

JOSÉ:

[Trekt zich los] Als je wilt rukken, zoek dan je eigen lakens op.

KINGKONG

[Gooit JOSÉ'S kleren van het rek, één voor één] Je denkt dat je mooi bent, slim, zelfbewust, beter dan anderen [pakt kleding­stuk, houdt het vast]. En er zijn er nog steeds die je geloven.

JOSÉ:

    Laat dat [Ze bukt zich om kleren op te rapen. Voor elk kledingstuk dat ze opraapt gooit KINGKONG een ander kledingstuk op de vloer.] Ik word ziek van je, Kingkong, ieder­een wordt ziek van je. Nooit gemerkt? Madman, bij­voorbeeld, is deze week nog niet op school ge­weest. En jij weet waarom broertje!

KINGKONG

Moet jij zeggen. De enige reden dat jij niet durfde la­chen, was angst dat je make-up zou barsten. Van binnen vond jij het prachtig om die leipo van een Madman te zien kruipen.

JOSÉ:

Ik heb jóu zien kruipen, broertje. En van harte gela­chen heb ik ook.

KINGKONG

[Gooit het kledingrek om. Gaat af] Arrogant trut.

JOSÉ:

Madman is zielig, maar jij bent ziek.

 

[Ze zoekt haar kleren bijéén, kruipend over de vloer]

 

KINGKONG:

[komt terug] Wie kruipt er voor wie?

 

 

 

 

 

 

16.

 

[MADMAN is bezig op zijn kamer. Hij sche­urt lappen aan repen. Overal in zijn kamer zie je troep. Christine ver­schijnt. MADMAN schrikt]

 

MADMAN:

Hoe kom jij hier?

CHRISTINE

Ik heb broodjes meegenomen.

MADMAN:

Had ik de deur niet op slot gedaan?

CHRISTINE

Te laat, ik ben al binnen. Ze zijn nog warm, de brood­jes. Voel maar. [legt haar handen op MADMAN's wangen] Dit zijn mijn handen. Het is koud buiten. Je wangen zijn warm. Lek­ker. Je ruikt nog naar slaap.

MADMAN:

Wat kom je doen?

CHRISTINE

Ontbijten. Heb je al ontbeten? [Wijst naar de foto naast de spiegel] Hoe oud was je toen? Elf? Je foto naast de spiegel. Elke morgen kijken, vergelijken, kijken of de baard al is gegroeid. En? Is de baard gegroeid? [Voelt]

MADMAN:

Dat ben ik niet. Dat is Nico [Christine loopt naar de foto om te kijken] Ik ben de helft van een tweeling.

CHRISTINE

Je bent niet helemaal [MADMAN zwijgt] Sorry, je hebt een tweeling­broer?

MADMAN:

Nee [Wacht] Niet meer.

 

 

D E   H E L L I N G   A F

 

Het is half zeven, de kinderen kijken Sesam­straat

Terwijl hun wereld uit kleur en sim­pel­heid bestaat,

Rijd jij, God alleen weet waar met je gedach­ten over straat

God alleen weet waar met je gedachten over straat

 

De lucht is zachtblauw,

de zon staat laag legt een teder licht

Over je huid, de wind is adem, jJij rijdt veder­licht

Op je fiets, voortgejaagd op dunne bandjes even­wicht

Rijd je voortgejaagd op dunne bandjes even­wicht

 

Je glijdt de helling af met een vaart ,bomen langs het pad

Er is geen mens op straat dus niemand ziet dat je valt

Roerloos staat de eik alsof je hem niet hebt ge­raakt

Onbewogen alsof jij hem niet had geraakt

 

Rijdt er een meisje hetzelfde pad naar piano­les

Ze zoekt naar melodieën bij een zelf­bedachte tekst

Luidkeels. Als ze jou ziet is haar schreeuw om hulp te laat

Als ze jou ziet liggen is haar schreeuw om hulp te laat

 

 

MADMAN:

Ik zat hier. Hij liep van de deur naar het bureau. Als een tijger. Hij smeet mijn papie­ren tegen de gro­nd. Hij was anders dan ik, vond hij. Ori­gineler, moe­diger. Hij zocht altijd naar verschillen. Hij was hij, de eerstgeborene, en ik was alleen maar een hin­der­lijke schaduw. Ik wilde werken. Hij moest ook wer­ken, vond ik. Ik wilde al­tijd alles het­zelfde. "Ik ga weg", zei hij. "Ik ben het zat. Niet altijd die­zelfde smoel als een eeuwig spiegelbeeld naast mij, tegenover mij". Hij ging weg. Ik zou niet weten waa­rheen. Toen ze hem vonden lag ie dood naast zijn fie­ts. Weet je wat mijn moeder zei:"Ik wist eerst niet eens wie van jullie tweeen daar lag"

CHRISTINE

Jij bent jij. [Neemt papier van de sta­pel] Wat schrijf je?

MADMAN:

[Aarzelt. Pakt haar het papier uit han­den] Een va­riant op russisch roulette [Christine grist het papier terug, leest] Waarom de een doodgaat en de ander niet. Een soort rad van avontuur.

CHRISTINE

Je bent gek.

MADMAN:

Waarom de een gek wordt en de ander zijn VWO diploma haalt, en rijk en gelukkig wordt, zoals een varken zich in de modder voelt. Geen problemen.

CHRISTINE

Is dit fantasie of menens.

MADMAN:

Ik denk dat het menens is.

CHRISTINE

Niet doen. Het is thea­traal. Het lost niets op.

MADMAN:

[Geirriteerd. Pakt papier terug] Ga weg!

CHRISTINE

Ik ga [Gaat af]

MADMAN:

Ik had moeten zeggen: blijf bij me. Ik had

CHRISTINE

[Komt terug.] De broodjes .....

 

 

 

14.

 

[Schoolruimte, waar SUZET en JEANET zijn om te repeteren voor een optreden. JEANET komt op met twee school­tassen, kwakt ze neer, pakt wat uit, zet wat klaar. SUZET komt op met twee kopjes koffie]

 

JEANET

Toch is die jongen van jou niet goed bij zijn hoofd. Geef toe.

SUZET

    Wat?

JEANET

    Dat er in het hoofd van die jongen een klomp zompige klei zit. Of een baksteen. Dat hij gek is.

SUZET

    Tuurlijk issie gek.

JEANET

    [Verbaasd. Pakt koffie aan] Zoals vrijdag. Gewoon­lijk weet je bij de meeste men­sen waar je aan toe bent. Ben jij wel eens bang van hem?

SUZET

    Bang? Hij doet geen vlieg kwaad. [Pakt papier met lied­tekst. Leest]

JEANET

    Zeker weten?

SUZET

    Ik breek mijn tong over deze tekst.

JEANET

    Wat zie je in hem?

SUZET

    Wat ik in hem zie? Niks.

JEANET

    Niks

SUZET

    Wat kijk je? Van mij mag ie doodvallen. Nu.

JEANET

    Ik begrijp je niet.

SUZET

    Je doet alsof ik wat heb met Madman.

JEANET

Madman? Trut! Ik heb het over Kingkong.

SUZET

    [Lacht] Okee...opnieuw. [Traag dringt door wat Jea­net al die tijd bedoelde] Je bedoelt dat je Kingkong een engerd vindt?

JEANET

    Ik vind KINGKONG minstens zo mesjokke als MAD­MAN....Sorry.... Zingen. [Duwt Suzet microfoon in haar handen. Ze zingen: VRIENDIN­NEN. Eerst met eni­ge af­stand, dan steeds in­niger:]

 

 

V R I E N D I N N E N

 

Er is geen mooier soort beminnen tussen twee

Dan de vriendschap van vri­endinnen

Met de eenvoud van de bad­gast

Zo zijn er: Sentiment en sex

Maar bovenal ligt mij het best:

De vriendschap van vrien­dinnen

Er is geen mooier soort beminnen tussen twee

Vriendinnen.

 

Lachen zuchten zeuren grap­pen maken het geroddel

Zalig het gezemel over al­les over niets

Liefdes ruzie vrienden on­voldoendes en vakanties

Kleren kappers koffie en wat was er op tv

 

Met de eenvoud van de bad­gast in de zomerzon aan zee

 

Alle tijd en niets dat moet geen cijfers geen controle

Zelfs verlost van het ge­voel dat je bekeken wordt

Klagen kletsen vragen naar wat was en wat gaat komen

Lekker drijven als een zwe­mmer met de stroming mee

 

Met de eenvoud van de bad­gast in de zomerzon aan zee

 

Schaterlachend schelden plannen maken en vergeten

Plagen praten stoeien met ideeen met elkaar

Klagen kletsen vragen naar wat was en wat gaat komen

Lekker drijven als een zwe­mmer met de stroming mee

 

[Al kletsend, beetje stoei­erig, belanden ze aan de andere kant van het podi­um.]                         

JEANET    

En nu wil ik weten wat jij in hem ziet? Je vindt hem intelligent?

SUZET  

Soms.

JEANET    

Knap om te zien?

SUZET  

Soms.

JEANET    

Dat meen je niet? Issie lief?

SUZET  

Lief? Wat een woord.

JEANET    

Issie lief? Gevoelig?

SUZET  

Soms.

JEANET    

Wat heeft die jongen dat je hem niet als een stinkende wind van je aftoetert?

SUZET  

"Wat heeft die jongen wat ik niet heb?"....Je bent jaloers. 

JEANET    

Wat heeft ie?

SUZET  

Lef. Energie. Je kunt met hem lachen.

JEANET    

Hij is grof.

SUZET  

Soms. Hij zegt wat ie zeg­gen wil. Hij doet wat ie doen wil.

JEANET    

Lomp.

SUZET  

Hij is niet altijd zo al jij hem kent. Soms is­sie.....

JEANET    

Vrijt ie lekker?

SUZET  

Waar bemoei jij je mee? Heb je last van ons?

JEANET    

Soms.

SUZET  

En nu jij: Wat zie jij in Bertje?

JEANET    

Bertje is een rund. Ik zit opgescheept met die jongen omdat jij zo nodig.....

 

[Jeanet botst bijna tegen de LEERLING op, die het toneel opkomt om mee te delen dat er telefoon is.]

 

LEERL: 

Telefoon!.

SUZET

[Tegen Jeanet] Dat is hem. KINGKONG. [Ze loopt weg, komt terug, Jeanet raapte intussen de spullen bij elkaar] MADMAN. Of we komen vanavond. Hij geeft een feestje.

 

[DONKER]

 

 

 

 

15.

 

[SMAL PLEKJE LICHT. Bertje en KINGKONG wor­stelen arm. Ondertussen, met rode koppen]

 

BERTJE

    Ik heb 'r gezien, die rooie van vrijdag.

KINGKONG

"Ik heb 'r gezien, die rooie van vrijdag...". Ze flad­dert als een vlinder in je onderbuik". Ze ligt lik­ke­baardend op je lippen. Bertjeber­tje, verliefd op het onmogelijke.

BERTJE

't Is een mooie meid. Geef toe.

KINGKONG

[Wint van Bertje] Die rooie is een groen appeltje dat geschild moet worden. Ze heeft nog wat te goed van mij. Houd jij je maar bij jouw Jeanetje.

BERTJE

Houd jij je maar bij jouw Suusje.

KINGKONG

"Ach Suusje mijn soesje, toon mij de geheimen van je bloesje. Wat is er met mijn Suusje?               

 

[De telefoon gaat, buiten beeld]

 

BERTJE

[Staat op] Je belazert haar.

KINGKONG

Ik? [Roept Bertje terug] Hee. Als dat Suusje is, zeg maar dat ik er niet ben.

BERTJE

[Komt terug van de tele­foon] 't Is Madman. Hij geeft een feestje. Z'n ou­ders zijn niet thuis. Of we komen. Van­avond.

KINGKONG

Vraag hem of er drank is.

BERTJE

Er is drank in overvloed, zegt hij.

KINGKONG

Vraag hem of het gratis is.

BERTJE

[Af en op] Het is gratis en vrijblijvend.

KINGKONG

Zeg hem dat ie daar spijt van gaat krijgen. Zeg maar dat we komen. [Bertje wil afgaan] Bertje... Vraag hem of die rooie vanavond ook komt.

BERTJE

Heb ik al gedaan. [Schudt nee]

 

[DONKER]

 

16.

 

[EGBERT zit op de w.c. Een stapel papier op school. Af en toe wijzigt hij een woo­rd, een zin, met bal­pen].

 

EGBERT

    "De onbekende leerling. Eén. Lessen in liefde." Mooie kop. "Tegen­over mij zit Madman. Zijn bleke zielige hoofd ligt als een ei..." Te mooi. [Verbe­tert:] "Zijn kop ligt als een ei op het nestje van zijn kraag. Wat daar­in wordt uitgebroed weet nie­mand." Mooi. "Ik val met de deur in huis met de eerste vraag! [Streept] "Ik val met de eerste vraag in huis: Wat is jouw visie op zoenen? Madman kijkt mij aan met schichti­ge oogjes en trillende lip­pen! Onzin. Madman kijkt niet zo [Denkt, streept, schrijft:] "Madman kijkt me onbewogen aan..­.... alleen wie beter kijkt ziet..... hoe in zijn nek..­... rode vlekken ver­schij­nen" Mooi. "Zoenen" herhaalt hij. Ik heb het geprobeerd met een varken. Maar wat mij be­treft: ik schrijf liever poëzie. Over haaien!... Typisch KINGKONG. Grof [la­cht]. Lekker grof. Gewoon: lekker grof. Moet kunnen.

STEM

Egbert? Doe's open.

EGBERT

.....Open?

STEM

Doe niet zo preuts. Schij­terd.

EGBERT

[Opent de deur. Krijgt dra­adloze telefoon aange­reikt]

STEM

[Spreker wordt zichtbaar] Als je zo'n ding hebt, zul je hem gebrui­ken ook.

EGBERT

Ja.....Hallo......Jij... [In een kinderachtige reac­tie verbergt hij de papie­ren achter zijn rug] ...een feest­je?

 

 

17.

 

[SMAL PLEKJE LICHT. José staat voor de spiegel. Maakt zich mooi. Telefoon gaat over. Het duurt lang voor ze de telefoon aan­pakt].

 

JOSÉ

Met José.....Dus je leeft nog...Jij?.......Wie komen er nog meer...­..ik denk van wel. Maar niet zo vroeg.... En niet zo lang..

 

[DONKER]

 

 

 

18.

 

[VRIJ DUISTER. Deurbel gaat. Madman opent de deur. Jose komt bin­nen.]

 

JOSE

Waar zijn de anderen.

 

[MADMAN helpt haar uit haar jas. Loopt er mee weg. Ruige In­tro-muziek van Bloody Hell. MADMAN besluipt José van achteren met een winkelwa­gentje, duwt haar daarin, bindt haar vast. Rijdt MET EEN RAZENDE VAART vijf andere winkel­wagentjes het toneel op. Met daarin Su­zet, Jeanet, Egbert, Bertje en King Kong. En vervolgens wordt de 'zelfmoordmachine' binnengedra­gen/ge­reden.MAD­MAN. De SCHADUWEN zitten aks publiek links en rechts, DR EGO staat boven bij het grote REUZEN­RAD VAN AVONTUUR.]

 

B L O O D Y   H E L L

 

En als je staat te huilen

met je rug tegen de muur

Dan zeg ik: stel

Je niet aan het is maar spel

Speel het met vuur

 

    Ik weet het wel

- Wat kan het schelen

Het is maar spel

- Je moet het spelen

- Ook als de regels je ver­slinden

Het is maar spel           

- Dus welkom in de BLOODY HELL

 

MADMAN

Ik sla spijkers in je sche­del,

Ik steek spelden in je huid.

sla mijn handen vor je ogen,

En ik ruk je tong eruit.

Ben allergisch voor je woo­rden,

Ik word ziek van je gezwijg

Het is die schizofrene kop

waar ik de zenuwen van kjr­ijg.

 

Ik zet stempels op je kle­ren,

Veeg m'n voeten aan je rug

En zodra je bij me weg­loopt,

Kommandeer ik je terug

Ik zet een hek waar je moet blijven,

Wikkel je in prikkeldraad

Zet je op de trein naar een

Afgelegen reservaat.

 

Trek je kop tussen je scho­uders

Naai je oren in je kraag

Bind je handen in je zakken

En ik stop stenen in je maag

Pin mijn stem in je geheu­gen

Plant me in je denken voort

Zelfs tot in je diepste dromen

Wordt mijn commentaar ge­hoord

 

'k Zal je met mijn vuur bestoken

Brand je dode ziel er uit

Je bent een godgeklaagde zombie

Met een besmettelijke huid

Ik laat je naar m'n pijpen dansen

Ik zweep je op; ik jaag je voort

Ik ben het zat dat jij met jouw

Aanwezigheid mijn lust ver­stoord

 

MADMAN:

Welkom in de Bloody Hell. Het Rad van Avontuur. Madman's Roulette. En ik ben uw presentator

KINGKONG:

Je bent gek Madman

MADMAN:

Ik ben Madman.

KINGKONG:

Je bent volkomen geschift Madman.

MADMAN

    Ik ben volkomen geschift, zegt men.

SCAHDUWEN

Zegt men.

KINGKONG

Je bent niet eens een ge­vaarlijke gek. Je bent een drol. Uitgekakt.Je bent zielig.

MADMAN

Wat zijn de regels van het spel.

SCHADUWEN

Wat zijn de regels?

MADMAN

    Ik stel de vragen. Dàt zijn de regels. De eerste ronde: Het Rad zet zich in bewe­ging.

 

[Dr. EGO laat het rad draaien]

 

KINGKONG

Wat is het nut van deze voorstelling? Als je wat te zeggen hebt, zeg het me dan. Sla me, schop me, bijt me. Scheld, schreeuw, spu­ug. Maar speel geen toneel­tje met mij. Je bent een shitacteur, MADMAN. Ik houd niet van jouw depres­sieve drama. Er wordt teveel in gezucht, en gezwegen.

MADMAN

Er wordt mij nog te weinig gezwegen.

KINGKONG

Een grapje! Hij maakt een grapje!

 

[MADMAN snoert King Kong letterlijk de mond, met een sjaal]

 

MADMAN

De eerste ronde, de eerste vragen. Bij ieder foutief antwoord, komt het Rad tot stilstand. Stopt het Rad op wit, driemaal achtereen, dan zijn jullie vrij om te gaan. Maar stopt het Rad op Rood [Demon­streert de weg­schietende pijl. Het RAD STOPT. De pijl boort zich in de rugleuning van een stoel] dan zal er eentje moeten sterven: Eentje maar. [MADMAN trekt de pijl uit de rugleuning, spant de boog, legt de pijl klaar.] Eerste ronde. De zintuigen. [Hij gaat de "Quizkandida­ten", liggend in hun winkelwagentjes, langs en stelt zijn vra­gen:] Kijken doe je met je?

 

 

[De ene bang, de ander met weerzin, weer een ander met allebei, geven, antwoord...]

 

SUZET

Ogen

MADMAN

Horen doe je met je.....

JEANET

Oren

MADMAN

     Ruiken doe je met je....

EGBERT

Neus

MADMAN

Proeven doe je met je....

JOSÉ

Tong

MADMAN

Voelen doe je met je....

BERTJE

[Denkt, aarzelt] Vingers

MADMAN

[Illustreert z'n woorden met z'n vingers] Vingers [Balt z'n vuist, toont z'n hand] Ik voel me zo gesloten. 's Morgens als ik opsta [Strekt lang­zaam zijn middelvinger] voel ik mij zo alleen. [Kijkt z'n vinger aan. Likt de vinger] Zal ik je een kusje geven. Je voelt zo nat, moet je huilen, stil maar, wij zijn bij je, voel maar, alle 10. [Strekt zijn vingers, balt ze, strekt ze, legt ze om Bertjes hals] En hoe voelen deze vingers?... FOUT! [Loopt richting sto­el. HET RAD BEGINT AF TE REMMEN. MADMAN praat ondertus­sen.] Voelen doe je met je hart, met je haar, met je hoofd, met je handen. [Gaat zitten. HET RAD STOPT OP WIT. Tijdje stilte]. Laten we verder gaan. De Tweede Ronde. De lichaamsdelen... Van welke lichaamsdelen kun je er minstens eentje mis­sen?

SUZET

Benen

JEANET

Armen

BERTJE

Ogen

EGBERT

Neusgaten

MADMAN

Fout! [Loopt naar het Rad. HET RAD MINDERT VAART] Een gat is een lichaams­deel dat er niet is. Wat er niet is kun je niet missen. Je kunt het wel missen, je kunt het niet afstaan. Een gat kan zich alleen maar vullen, bij griep of verkoudheid, met snot en ellende. Maar zelf is het niets [MADMAN gaat zitten. HET RAD STOPT OP WIT] De laatste ronde... Stopt het Rad op wit, dan zijn jullie vrij om te gaan. Maar stopt het Rad op rood, dan zal er een moeten ster­ven. En dat ben ik.... Waarom ook niet?

 

[MADMAN stapt op Bertje af. Stilte. MADMAN wacht]

 

 

Dat was de vraag.

BERTJE

Welke vraag? [Stilte]

JOSÉ

Hoe lang ga je hier mee door?

MADMAN

Fout! [Hij loopt naar het Rad, langzaam, het Rad min­dert vaart. Vlak voor MADMAN de "stoel" bereikt, wordt hij ge­roepen.]

CHRISTINE

Herman!

 

[MADMAN kijkt op, blijft staan. HET RAD STOPT OP ROOD. De pijl schiet weg, boort zich in de rugleu­ning, met vreselijke klap.  Dan stilte.]

MADMAN

Jullie mogen gaan.

 

[MADMAN maakt de gevangenen los, KINKONG als laatste. KINGKONG wil MADMAN aanvliegen. De anderen houden hem tegen. Als ze bijna af zijn roept MADMAN KIN­GKONG bij zijn echte naam:]

 

Johan.

 

[KINGKONG blijft staan]

 

Je was bang.

 

[KINGKONG grijpt MADMAN. Ze worstelen. De anderen kij­ken toe. MADMAN en KINGKONG kijken elkaar aan. Een spoor van herkenning. Een spoor van begrip. KINGKONG gaat af.]

 

[CHRISTINE en MADMAN staan ver van elkaar af, MADMAN met de rug naar CHRISTINE].

 

CHRISTINE

En, deed ik het goed.

MADMAN

[Mat] Het was goed zo.

CHRISTINE

Ben je tevreden?

MADMAN

[Draait zich om] Het was stom. Het was belachelijk. Het was theatraal. [Stilte] Ik heb gevochten met KING­KONG.

CHRISTINE

En?

MADMAN

[Grinnikt] En wat doe jij? Ga je, of blijf je?

CHRISTINE

Ik ben nog nooit ergens gebleven. Morgenvroeg neem ik de trein.

MADMAN

En daarvoor?

CHRISTINE

Daarvoor zoek ik de sleutel van de keukendeur.

MADMAN

Hoezo?

CHRISTINE

De deur zit op slot. [Wac­ht] Ik heb twee jongens die willen kamperen. [BOB EN BILL komen op, even onnozel als voorheen, nog steeds met walkman.]

MADMAN

In de tuin?

CHRISTINE

In de tuin. [Ze omhelst MADMAN, duwt hem dan van hem af, laat de sleutel zien, zegt:] Ik heb hem al.

 

 

20.

 

[MADMAN neemt afscheid van CHRISTINE. Op het perron, waar allerlei andere reizi­gers komen en gaan, zingen ze:]

 

 

T R E I N E N   Z I J N   E R   Z A T 

 

Treinen zijn er zat. Van plek naar plek

Volgen zij de regels van het spoor

Wie zit er in wie speelt er mee wie springt er voor?

Ik lees de tijden van ver­trek

En zie hoe iemand op de muur met viltstift schreef:

Je bent een vuur je bent een wolk die overdreef

 

Twee hondsbrutale mussen

Trippen rustig tussen

De gore zware bielzen van het spoor

De wachtkamer is leeg

Zachtjes fluitend veegt

Iemand er de peuken van de vloer

Ik zou graag willen dat je bleef

 

De bleke rechthoek zonlicht

Die plat op het perron ligt

Vervormt, vervaagt, ver­dwijnt zonder een spoor

Ik praat wel. Ik beweeg

Ik wil wel maar ik weet

Voor wat ik zeggen wil geen zinnig woord

Ik zou graag willen dat je bleef

 

Een haastig echtpaar draagt een

Bepakte kinderwagen

De trappen op. Het kind slaapt ongestoord

De wolken zijn van streek

Als ik omhoog kijk breekt

Het zonlicht er nog even hevig door

Ik zou graag willen dat je bleef

 

[Geluid van de trein, CHRISTINE ver­trekt, MADMAN blijft staan]

 

 

 

21.

 

[MADMAN beklimt de trap naar zijn kamer, blijft daar voor het raam staan kijken staan kijken, rug naar de zaal. MADMAN's MOEDER komt het podium op, thuis van de reis, gaat trap op, be­groet MADMAN, en gaat trap af. MADMAN staat en blijft staan. Onder hem verstrijkt de tijd - op een klankcollage van muziek, het tikken van de klok, en geluiden. Daardoor heen klinkt MADMANS stem. Dagboekfragmentjes:]

 

MADMAN:

29 Oktober: Mijn moeder is weer thuis. Blij je te zien, zei ze. Ik zou het zelfde kunnen zeggen als ik kon.

 

1 November. Niks. Helemaal niks.

 

4 November; Regen. Geluk­kig. Hoef ik zelf niet te huilen.

 

[Mensen steken over met paraplu's]

 

9 November: Verjaardag van Marieke. Lang gezocht naar een cadeautje. Weet nooit wat ik iemand moet geven.

 

[Iemand met paraplu steekt over, maakt dansje, zingt 'Singin in the rain.]

 

10 November. Het regent nog steeds. Singing in the rain. Het komt allemaal wel goed.

 

5 december: Pakjes ingepakt en uitgepakt. Mijn moeder had rijmpjes gemaakt. Hard­stikke maf. Wel leuk. En lief.

 

6 December. FC Engelen wint van FC Sinterklaas: Gloria gloria.

 

[Iemand steekt over met muts en (kunst)kerstboom]

 

12 December: Christine... was ze d'r wel, of was ze d'r niet?

 

[BERTJE en KINGKONG komen op met blikje, met daarin rotje, steken dat aan, rennen weg: Niets. Komen terug om te kijken: Knal. Rennen weg.]

 

27 December: Je ruikt nog wat we aten. Wachten op het nieuwe jaar. Aftellen.

 

[Leerlingen plakken affiches voor een schoolfeest. Nieuw­jaarsbal. Op de affiches de koppen van Suzet en Jea­net, en een datum.]

31 December. Seth Gaaikema om het oude jaar te verja­gen. Omgekeerd was beter.

 

1 Januari 1992: Volgend jaar word ik 19. Ik wel. Zulke dingen zeiden we vro­eger.

 

4 Januari: Eerste school­dag, nieuw jaar, verder alles ouderwets hetzelfde. Vrijdagavond feest. Nieuw­jaarsbal. Ik heb mijn be­sluit genomen: Ik ga.

 

[Het de­cor verandert geleidelijk in een schoolfeestdecor: De vloer stroomt vol feest­gangers, die elk een stukje versiering aanbrengen]

 

MADMAN

[Draait zich om, kijkt, beslist] Vanavond ga ik.

 

 

 

D E U R E N   O P E N   D E U R E N   D I C H T

 

[Suzet en Jeanet zingen de eerste coupletten van het FINALE-lied, MADMAN kijkt van boven toe]

 

 

SUZET/JEANET

Met een kop vol gehei­men

Laat ik naar me raden

Laat ik naar me kijken

Deuren open deuren dicht

Met een mond vol ver­halen

Laat ik van mij horen

Strooi ik met mijn woorden

Doe ze open, doe ze dicht.

 

    En af en toe klinkt er geroep:

De Gek staat op de stoep!

ALLEN

Lalala.... [lallend, als in een feesttent]

In het smalle licht

van de deuropening

van de deur die open­ging

staat in wankel even­wicht:

MADMAN

[Zingt van bovenaf]

En als ik val neem ik een sprong

Ik sla mijn armen hef­tig wijd

Ik schreeuw mijn schreeuw door het heelal

Misschien dat ik nog vleugels krijg

Maar liever heb ik iemand

Heb ik iemand om mij

Iemand om mij op te vangen als is val.

 

[ MADMAN springt naar beneden tussen de feestgangers, en neemt deel aan het feest]

 

ALLEN

Met een kop vol ver­warring

Zoek ik tekst en uit­leg

Zoek ik mij een uitweg

Ga ik open, sla ik dicht

Met een hand vol ver­wachting

Open ik de luiken

Ga mijzelf te buiten

Deuren open deuren dicht,

 

Met m'n buik vol mise­re

Wil ik niets dan warm­te

Niets dan rust en ru­imte

Maak me open, laat me dicht

Met een kop vol ver­langen

Laat ik mij beminnen

Kom maar bij me binnen

Deuren open deuren dicht